GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Uwe glasvensteren kristallijnen!”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Uwe glasvensteren kristallijnen!”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En uwe glasvenstcren zal Ik kristallijnen maken, en uwe poorten van robijnsteenen, en uwe gansche landpale van aangename steenen. Jes. 54 ; 12.

Het glasvenster is de ©pening in den wand, waardoor - ge uitziet naar buiten. Is het glas van dat venster met ijsbloemen bevroren, dan glinstert en spiegelt het, maar geeft geen doorzicht. Is het met vocht bevlekt en met stof bezoeldeld, dan vervalscht het mv uitzicht en tint alles somber en grauw. Maar ook is het glas in uw vensteren zuiver spiegelglas, zonder spat of vlek of verwering, en is dat zuivere spiegelglas van binnen en van buiten vol-%omen glad en stofvrij, dan laat het uw blik niet alleen door, maar dan leent het glans aan wat ge waarneemt.

Door heerlijk glas gespiegeld is de omtrek dien ge waarneemt zelfs nog schooner dan door het open raam.

Soms zelfs poogt men door een tint in het glas nog hooger uitwerking te bereiken. Bij het walmen van het Bengaalsche kunstvuur tint heel de omtrek zich soms zoo tooverachtig s choon. En als om dat schoone effect na te bootsen nam. men eertijds vaak purpergetinte glasvensteren. Dan scheen door dat paarsroode . glas al wat te zien kwam in nog boeiender kleuren voor te komen. Het gaf aan het vergezicht, waarin men zich vermeide, een nog verhevener glans.

Zooals 's morgens soms de dageraad de natuur in purperen glansen doopt; zooals des avonds soms de ondergaande zon pracht over heel de schepping spreidt ; zooals bovenal het dalend zonlicht soms de sneeuwwitte toppen der Alpen doet gloeien; of ook-het Noorderlicht liet firmament weet rood te verven, met een rood dat niet dekt, maar plechtige diepte ontsluit; zoo poogde men vaak ook door purpergetinte glasvensteren het tafereel om zich heen te verlevendigen. In zacht purper weggedoken scheen dat tafereel zoo bemoedigend, zoo boeiend, zoo schoon !

En zoo nu ook zegt de profetie van Jesaja, dat God de-Heere voor zijn volk een woonstede bereidt, gegiondvest op saffieren; en die dit bovenal tot heerlijkheid zal hebben, dat het uitzicht naar buiten door krisstallijnen vensteren zal wezen. Een uitzicht zoo boeiend en zoo schoon.

Nu blijve de vraag hier onbeslist, wat stof hier met dat kristallijn bedoeld is. Jesaja schteef Kadkood. En nu zegt de één, dat dit kristal, de ander dat dit een robijn, een derde dat dit een karhonkel of agaath aanduidt. Maar wat keurgesteente ook bedoeld zij, dit staat vast, het doelt op een glasvenster, dat een heerlijk, een schitterend, een prachtig uitzicht geeft, en den aanblik van wat ge waarneemt in glans en in schoonheid verhoogt.

Kennelijk doelt deze ontfermende profetie niet eerst op het Vaderhuis daarboven; want er - voIgt op, dal lic verderver komen zal, om te beproeven of hij Gods volk nog ten val kan brengen, en dat geschiedt in den hemel niet meer. h d r R

En ook wordt er niet gedoeld op een uitwendigen geliikstaat op aarde want er staat dat de verschrikking, die komt, »niet eens tot hen geraken zal", terwijl het kruis dat we onzen Heiland hebben achterna te dragen, eerst van ons scheidt.bij den dood! Neen, dat huis op saffieren gegrond, met zijn ingangen van robijnen en zijn kristallijnen vensteren, is de woonstede van geestelijken gelukstaat, waarin door het geloof soms reeds hier op aarde Gods lieve kinderen zich verblijden megen. Want aldus besluit de profeet: »Alle tong die in het gericht tegen u opstaat, zult gij verdoemen; dit is de erve van den knecht des Heeren, en hun gerechtigheid is uit Mij!" En nu verstaan we die kristallijnen vensteren, die een zoo geheel anderen tint werpen op wat we door die vensteren waarnemen. Want nu beduidt het zien door die kristallijnen vensteren het zien op wat ons in den zaligen glans van het geloof voor het zieloog verschijnt, het bezien van heel ons leven en van wat om en voor ons ligt in den glans van den eeuwigen Dageraad; een op en over alles zien glinsteren de purperen spelende stralen van de Zonne der gerechtigheid!

Aan ons zelf overgelaten, zou er óf geen venster in den somberen muur, óf niets dan een bestoven en bezoedelde glasruit wezen, die voor ons oog alles nog grauwer, nog somberder, nog doffer tintte, dan we het zien met het bloote oog.

Dan overkomt ons wrevel en moedeloosheid. Zoo donker is het pad voor ons uit. Zoo met ongerechtigheid overvloeid is het eindweegs dat we achter ons hebben. Zoo weinig moedgevend, zoo triestig, zoo in grauwe mist gehuld vertoont zich het leven. En zelfs als we naar het uitspansel opzien, is er geen star die ons vriendelijk tegenflonkSrl, maar grauwt alles mat en dof. s a

Het leven van een ontdekte ziel zou haar tot stikkens toe benauwen. Zoo hopeloos somber en droef als de wereld zich aan haar oog ontdekt,

Dat deed haar vóór ze ontdekt wierd geen pijn. Want och, toen staroogde ze gedachteloos en merkte niet op ; toen bleef ze hangen aan de oppervlakte, gelijk een kind doet ; toen vergaapte ze zich aan het Bengaalsche vuur, waarmee de wereld aan haar ellendig ledig een schijn bijzet.

Maar nu er licht van boven in haar zielsoog viel, en ze de wereld ziet zooals ze is; ziet door de nevelen heen; ziet tot op den bodem en tot in den verkankerden wortel; nu, ja, komt en die wereld en haar eigen verleden, haar eigen wezen, en het wezen van wat ze het liefst op aarde had, kortom alles zoo naakt, zoo ontbloot, zoo onooglijk uit, dat ze het gelaat liefst afwendt en maar liever niet ziet, om door het zien niet bij vernieuwing te lijden. En dan komt de ondoorgrondelijke Barmhartigheid en zet in dien somberen, muur voor u kristallijnen vensteren.

En als ge daardoor' heengluurt, o, dan wordt het opeens alles zoo geheel anders getint. Dan ziet ge uw p^nlijk verleden gedekt met witte wol. Dan ziet ge den strijd en de woeing des lévens gedoopt in den glans eener eeuwige heerlijkheid. En zelfs op hèt droefste levenspad ziet ge dan den felst gejaagden pelgrim nog wandelen in het licht van Gods vriendelijk aanschijn.

En ziet ge dan op naar boven, o, door , die kristallijen vensteren gezien, is die hemel dan niet meer droevig rood noch grauw van nevelen, maar tintelend met vonken van eeuwige heerlijkheid, en u tegenstralend met bekoorlijken gloed.

Het is wel zo'ó, dat Gods kind niet altoos die heilige genieting smaakt. Och, zoo dikwijls vergeet hij dat kristallijnen venster geheel, en trekt zich terug in een hoek, of verbergt zich achter de gordijnen van zijn legerstede, of blijft nederhurken in de laagte; en natuurlijk dan ziet hij niets van dat schoon, en gunt dat kristallijnen venster hem zij glansen niet. Het inzinken is ons vaak lief Verre beneden onzen staat te leven schijnt soms ons-klein •geloof te bekoren. En dan zijn we weer pessimisten. En dan wenkt ons de Hope niet meer. En bestoven door onze eigen weerstrevigheden, mompelen en morren v^e dan tegen ons lot, en soms zelf: i'gen onzen God.

Een nog levende boom kan soms zoo schrikkelijk verdord en kaal en door den stormwind of door wormen en rupsen gehavend wezen Maar daarin hebt ge dan toch geen rust. Te midden van die matheid der ziel, komt dan weer de heugenis van wat ge eens door de kristallijnen vensteren gezien hebt. En ze lokken en ze trekken-u weer, tot ge eindelijk uit uw hoek uitkomt, of uit uw legerstede weer opstaat, en "ja, dan is uw eerste gang weer naar die kristallijnen vensteren, om in die pra"cht en in dien glans van Gods - vertroostend aangezicht u weer te verlustigen, en uw ziel leeft weer op. Soms bestelt God de Heere daartoe een helpende hand.

Dan is er één, die aan dat kristallijnen venster stond-en er doorgluurde en genoot, en het uitriep en het uitjubelen moest: »Hoe goddelijk, hoe verrukkelijk schoon!" En als hij op datzelfde oogenblik dan u in uw somberen hoek hoorde klagen en morren, dan drong lipm de liefde soms, om u toe te roepen: »Kom herwaarts toch bij mijn kristallijnen venster! o, door dit venster des geloofs is alles zoo schoon!"

Zo9 lokte soms een moeder haar dochter, een vader zijn zoon, een zuster haar broeder! Engelendienst en Hefdedienst tevens! Tot ze saam voor het kristallijnen venster stonden, en toen naar dien zaligen hemel gluurden, en als uit één mond Hem verheerlijkten, die hun dat kristallijnen venster schonk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 maart 1888

De Heraut | 4 Pagina's

„Uwe glasvensteren kristallijnen!”

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 maart 1888

De Heraut | 4 Pagina's