Buitenland.

EnL^elmd. Eene rectificatie. Een onzer lezers wijst er ons^op, en wij zijn hem daarvoor dank schuldig, dat wij in ons schrijven over Spurgeons optreden, in ons vorig nummer, ons hebben vergist, toen wij mededeelden, dat zekere Dr. Lockhart te^.jen Spurgeon had ingebracht, dat hij voor Baptismal regeneration had geijverd. Wij danken dien »belangstellende" voor zijn opmerking, waardoor wij aanleiding krijgen om deze grove fout te herstellen. Het is toch waar, dat Spurgeon met alle macht tegen de leer, als zou de wedergeboorte door den Doop gewerkt worden, geijverd heeft. Wij waren daaromtrent goed ingelicht, doch door eene vergissing— wij mogen de schuld niet op den zetter werpen — schreven wij anders.

Wat aangaat de uitsluiting uit de Evangelische Alliantie, is onze correspondent zoo vriendelijk, om mede te deelen, hoe deze zaak eigenlijk gelegen is.

Spurgeon had eene preek in het licht gezonden over Baptismal regeneration. Tegen sommige uitdrukkingen schreef de Baptistische predikant W. Noel een kort vertoog. Daarop verscheen een brief van den heer James Davis, i­secretaris der Alliantie, waarin hij zeer nadrukkelijk te kennen gaf, dat Spurgeon of zijne harde uitdrukkingen moest intrekken, 5f moest bedanken voor zijn lidmaatschap van de Evangelische Alliantie. Doch Spurgeon was niet van zins de uitdrukkingen te wijzigen, waarmede hij de valsche leer der Engelsche geestelijkheid in dit stuk had tentoongesteld; en in de meening verkeerende, dat het geheele comité van hetzelfde gevoelen was ais zijn secretaris, bedankte hij voor zijn lidmaatschap van de Alliantie. Wel kwam hij er spoedig achter, dat de brief van den secretaris niet op last van het comité geschreven was, terwijl onderscheidene leden per brief aan den heer Spurgeon te kennen gaven, dat zij zijn heengaan betreurden; doch nu hij den stap eenmaal gedaan had, weigerde hij om zich ten tweeden male aan zulk een onrechtvaardige handeling bloot te stellen. De Alliantie verloor toen behalve den heer Spurgeon nog meer leden door het onbescheiden optreden van haar bezoldigden secretaris. Deze dingen heeft Spurgeon zelf medegedeeld in een brief, welke in vele Amerikaansche bladen in het jaar 1870 geslaan heeft, om te verklaren, waarom hij niet de Algemeene vergadering van de Evangelische Alhantie, die in 1870 te New-York gehouden is, kwam bijwonen.

Tot onzen spijt moeten wij tegen onzen"> > be-ld langstellende" volhouden, dat Spurgeon eene fotit beging door te eischen, dat de Unie der Baptische kerken zich op den grondslag zou plaatsen van de belijdenis der Evangelische Alliantie. Spurgeon is Baptist en tot zijne smart ziet hij, dat zijne kerk door valsche leeringen wordt verwoest-In den grond der zaak komen alle afwijkende meeningen voorts uit de ontkenning van de leer van de Souvereiniteit Gods. Waarom niet een credo, een belijdenis gesteld, waarin dit fundamenteel stuk, dat ook Spurgeon zoo van harte belijdt, helder staat uitgedrukt ? Waarom niet tevens laten uitkomen, dat, om leeraar der Baptistenkerk te zijn, men datgene, wat die kerk van de andere onderscheidt, moei belijden ?

Wij kunnen Spurgeons eisch alleen verklaren uit de zucht om nog bijeen te houden wat nog bijeen te houden is. Maar nu zijn tegenstanders ook zelfs zulk een minimum van een belijdenis verworpen hebben, nu heeft Spurgeon een sterk wapen tegen hen in de hand; en wij bidden den man, die tot hiertoe machtig bleek in het hanteeren van het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord, moed en kracht toe, om te blijven strijden voor de in Engeland zoo miskende waarheid. Maar zal het streven van Spurgeon een blijvend goed opleveren, dan zal het er op moeten gericht zijn om zijne kerk te bouwen op den hechten grondslag van eene juist geformuleerde belijdenis, welke alle dubbelzinnigheid uitsluit.

Frankrijli i t a n t s c h e t e i t e n. O p he f fin g der Theologische Fculteiten.

Den 9den Maart is in de Fransche Kamer van afgevaardigden opnieuw gestreden over de vraag, of de Protestantsche Theologische Faculteiten al dan niet door den staat zullen onderhouden worden. De c. mmissie voor het budget stelde voor, de voor bedoelde faculteiten uitgetrokken sotn van 81, 700 francs te schrappen, terwijl de minister van eeredienst en van openbaar onderwijs met alle macht voor het behoud van dien post streed. Het is niette ontkennen, dat de minister voor het behoud der Protestantsche Faculteiten redenen ontwikkelde, die gegrond moeten genoemd worden. Hij betoogde, dat de wet eischt, dat elk predikant, die eene plaats gaat vervullen, waaraan een staatstractement verbonden is, den graad van »bachelier" in de godgeleerdheid bij een Fransche Faculteit moet hebben behaald. Nu bestaan er alleen in Frankrijk Theologische Faculteiten, die door den staat onderhouden worden. Wanneer deze worden opgeheven, dan is de minister in de onmogelijkheid om ook maar één predikant volgens de wettige bepalingen te benoemen.

Toch besloot de Kamer met overgroote meerderheid, namelijk met 315 tegen 106 stemmen, om geen staatsgeld meer te geven voor het onderhoud van Protestantsche Theologische Faculteiten. En ons dunkt, dat men recht handelde; immers, men had eenige jaren geleden ook voor de Roomsche Theologische Faculteiten geen geld meer willen toestaan. Om de Protestantsche Faculteiten te verdedigen, heeft men als argument aangevoerd, dat deze niet alleen instellingen zijn ter opleiding van predikers, maar ook wetenschappelijke inrichtingen konden genoemd worden. Doch toen men de Roomsche Theologische Faculteiten ophief, heeft men aan de hoogescholen Faculteiten voor godsdienstwetenschap opgericht.

Het debat liep over de vraag, of de Protestantsche Theologische Faculteiten konden gehandhaafd worden als instellingen, dienende om predikanten voor de Protestantsche kerken op te leiden. En sedert nu voor de Roomsche kerk deze vraag ontkennend is beantwoord, kon men, zonder onrechtvaardig te zijn, niet voor de Protestanten in Frankrijk eischen, dat de staat Gereformeerde en Luther sche hoogleeraren zou blijven bezoldigen, om te zorgen, dat de Protestantsche kerken leeraren hebben. »Dit is goed gedaan, " zegt de Univers, het ultramontaansche blad; en al is in dien uitroep eenige »schadenfrcude", toch kunnen wij het ons voorstellen, dat een Roomsch blad er zich in verheugt, dat aan een privilege voor een kerk, die tegenover de Roomsche staat, een einde gemaakt is De gelden, tevoren aan de Protestantsche seminariën en aan dat der Joden toegekend, zijn tegelijk met die voor de Protestantsche Theologische Faculteiten ingetrokken. Rseds drie jaren tevoren zijn de Roomsche Faculteiten aan de staatsuniversiteiten van Frankrijk afgeschaft. Doch het Roomsche Frankrijk heeft doorover niet getreurd, daar er toch van die instellingen geen gebruik gemaakt werd ter opleiding der Fransche geestelijkheid, wijl men geestelijken verlangde, die in seminariën onder het toezicht van den bisschop waren opgeleid.

Voor de Fransche Gereformeerden is de slag echter groot. Voor een tweetal jaren werden de staatsbeurzen voor de Protestantsche faculteiten opgeheven; toen heeft men uit particuliere bijdragen fondsen weten te verschaffen, om het studeeren aan de Faculteiten te Parijs gemakkelijk te maken. Zullen er nu gelden kunnen gevonden worden, om de Faculteiten te Parijs en te Montauban staande te houden? Wg vreezen voor die te Parijs. Maar deze kan ook veilig gemist worden; één faculteit voor eene kerk voor hoogstens 800, 000 zielen is voldoende.

Mocht het Protestantsche Frankrijk door dit votum der Kamer er op gewezen worden, dat weldra het geheele budget van eeredienst zal v/orden opgeheven! Tot hiertoe zijn de Fransche Gereformeerden nog niet uitmuntend in offervaardigheid.

Aan klagen over den genomen maatregel is natuurlijk geen gebrek. Men roept uit: «Predikanten mogen niet voor staatsgeld worden opgeleid, maar tooneelspeelsters wel." Maar wij vragen, indien het laatste onbillijk, ja zondig is, dan is het toch nog niet goed, dat men de Gereformeerde kerk een voorrecht laat houden, dat men aan de Roomsche heeft onthouden. Bovendien, eene kerk, die niet uit eigen middelen kan bestaan, zonder hulp van den staat verdient, niet langer te bestaan!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen