GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Hervorming bespreekt, bij monde van den heer KalthofT nogmaals het gebruik van de Heilige Schrift bij de opvoeding, en vlecht in die bespreking deze scherpe opmerking over de houding door de orthodoxie tegenover de profeten aangenomen:

De armoede der orthodoxe schriftgeleerdheid, die met de profeten niets anders weet aan te vangen dan in hunne geschriften snuffelen naar plaatsen, die eene zoogenaamde voorspelling van Christus inhouden, lean den geest dezer mannen geen recht doen wedervaren. Het zijn heldengestalten van den eer.s.> .!i rang, mannen zonder vrees of blaam, met ver reikenden staat kundigen blik; met eene idealistische levensopvatting, die later Jezus heeft gevoed en verkwikt. En ook op onze jeugd zal dit idealisme zijnen invloed niet missen, indien haar deze persoonlijkheden in de scherpbelijnde, levensvolle karaktertrekken, die ons de historie aan de hand doet, voor oogen gesteld worden.

En dan stelt de schrijver als moderne verbetering er deze schets tegenover:

Daar is een Jesaja, die met zijne donderslagen eene vervallen priesterschap treft, als zij met haar ofters en ceremoniën de gewetens des volks verstikt, en die toch weer zoo innig tot het hart weet te spreken van Gods trouw en barmhartigheid. Een Jeremia, dien de koning in de gevangenis doet werpen, omdat hij den gevreesden en onwankelbaren getuige der waarheid den mond stoppen wil, eene tragische figuur, die als Cassandra het noodlot dat hij aankondigt met ijzeren stap hoort nader komen en toch niet aflaat van deze onzalige toekomst onder de oogen te zien, tot zij werkelijkheid geworden is en hij zijne klaagliederen zingt op de puinhoopcn van Jeruzalem. En als dan de gevreesde gebeurtenissen het eene rijk na het andere treffen en ten ondergang brengen en allen den moed laten zinken in de ballingschap, dan is het wederom de geest der profeten, die den blik des volks vestigt op eene onwankelbare hoop; dan zijn zij het, die het geloof bewaren, dat Gods kracht en Gods geest ook de verstrooide doodsbeenderen weder met leven bekleeden zal, dat Hij den geplaagden en gemartelden knecht Gods, het lam dat ter slachibank geleid wordt, uit alle angsten redden en de volheid des levens deelachtig maken zal.

Een schets die voor ha.ar toepassing op deze wijze wordt toegelicht.

Indien het doel van de godsdienstige opvoeding onzer jeugd dit is: haar groote ideale gezichtspunten te geven, waaraan zij de vluchtige alledaagsche belangen meten en op hare werkelijke waarde sch< itten kan, dan kunnen wij haar geene betere school wijzen, dan die der profeten. Diar kan de jeugd leeren, dat een volk dan alleen sterk blijtt, wanneer het hart gezond is, wanneer het zijn taak en zending erkent in het behartigen en verzorgen van de eeuwige goederen der inenschheid. D.-iar mogen onze jongelingen ontbranden in liefde voor een fier karakter, niet meegevoerd door den wervelwind der alledaagschheid, niet buigend voor de gunst der machtigen en grooten ; karakters, die de waarheid^ door God hun in het geweten en op de lippen gelegd, niet achterhouden, 'tzij de menigte spot of de m.ichthebbenden dreigen. Daar mogen zij zich bewust worden van wat in dagen van diepgaande smart of vernedering staande houdt: het geloof aan ' een maaien met gejuich, dat uit der volkeren zaaien m tranen opwast.

Hiertegen zij drieërlei opgemerkt: i". Dat bedoelde aanklacht tegen de orthodo.xie uitsluitend de Methodistische, maar volstrekt niet de Calvinistische kringen geldt; en dat onze goede catechumenen menig Modern ontwikkeld man door hun dege kennis ook van de profeten zouden beschamen.

2". Dat gezonde denkbeelden over volksontwikkeling en karaktervorming nooit door onze jeugd uit de profetische Schriften zullen geput worden; vooreerst niet, omdat deze Schriften er niet op zijn aangelegd om dit als doel op den voorgrond te stellen: en ten andere niet, overmits allerlei w-are en gefantaseerde verhalen daartoe bij de jeugd veel boeiender dienst doen.

En 3". dat deze wijze van de jeugd in de Heilige Schrift in te leiden, even ondoeltreffend is, als het eindeloos turen op gevel na gevel zijn zou, om iemand in te leiden in het plan, het leven en lijden en woelen eener machtige wereldstad •

Dat zou aesthetisch, architectonisch vooral zeer interessant kunnen zijn; maar daar is zulk t een stad niet voor, en daarvoor trekt de groote massa naar zulk een stad niet toe.

Over de Zondagsviering zijn jongste nummer dit: schrijft Be Hoop in

Op de dezer dagen gehouden vergadering der gecombineerde classis-Middelburg, kwam, in verband met de regeling van doop-en avondmaalbediening, ook eene vraag in behandeling der Kerk van Vlissingen, nl.: »Welke Zondagsarbeid sluit uit van het H.eilig Avondmaal? " Hierop nam de vergadering het volgende besluit:

»Dc vergaderde Kerken meenden overeenkomstig Gods Woord het navolgende te moeten antwoorden: I. Werken der barmhartigheid en der noodzakelijkheid ontheiligen den rustdag niet en sluiten dus ook niet uit van 't Heilig Avondmaal. Tot de werken der noodzakelijkheid rekende men niet alleen het helpen of redden van mensch en beest, maar ook het binnenbrengen uit zee van een schip, dat van een reis op den rustdag voorgaats komt; ook het verblijf op een lichtschip. Maar niet het uitbrengen naar 7.ee bijv. van een stoomboot. Dit kan wachten tot de rustdag voorbij is. Er werd echter zeer aanbevolen dat vooral de betrokken kerken moeite zouden doen om allen Zondagsarbeid afgeschaft te krijgen, en ook werd uitgesproken dat de kerken niet mogen vergeten, dat het door haar ohtrouw en lauwheid is, dat de tegenwoordige staat en maatschappij niet meer met de geboden des Heei en rekent.

. 2. Oordeelde men, dat alle niet zuiver zesdaagsche arbeid overtreding is van het gebod des Heeren, en dus van 't Avondmaal uitsluit, dich dat men bij 't af hou den van 't Avondmaal om deze reden met groote voorzichtigheid en barmhartigheid diende te rade te gaan met den geestelijken staat en den toestand van den betrokken persoon, wel onderscheidende tusschen een zuigeling en een giivorderde in de Genade".

Het is goed, dat deze zake ernstig de aandacht trekke der Classikale vergaderingen. Immers wordt er, ook in i Gereformeerde kringen, op grievende wijze gezondigd tegen het nadrukkelijk gebod des Heeren om den Rustdag heilig te houden. Om maar iets te noemen door van brievenpost en telegraaf, van tramen spoorwegen gebruik te maken, en anderen arbeid te laten verrichten, die behoort tot het dagelijksch werk. Werken van barmhartigheid na te laten onder voorgeven, dat men op den Rustdag niet mag werken, is den Rustdag ontheiligen.

Doch het is onbarmhartig — gelijk het in directen strijd is met Gods gebod om iemand op den Rustdag ceoig gewoon en dagelijksch werk te laten doen dat niet als werk van barmhartigheid vjf noodzakelijkheid vereischt wordt.

Of hebben brievenbestellers, telcgrafisten, dienstmannen, zeeloodsen, tram-en spoorbeambten enz. geen ziel te behouden, geen lichaam dat aan rust behoefte heeft, geen huisgezin, dat recht iieeft op hun persoon, ten minste éénendag in de week, den Rustdag?

Niemand kan zich verontschuldigen met te zeggen: Al ontvang ik geen brieven op Zondag, de besteller moet toch rondgaan; of: Al maak ik van geen tram of trein gebruik, die loopen toch. Ieder is voor zichzelf in dezen persoonlijk verantwoordelijk. En voorts heeft ieder Christen te doen wat hij kan, in den Naam en de kracht des Heeren, door woord en voorbeeld, om de ontheiliging van den Rustdag tegen te gaan.

Niet genoeg kunnen we bij zulke bespreking altoos weer herlezing van den Galaterbriej en van onzen Heidelberger op het 4de gebod aanbevelen.

Ongetwijfeld kan er niet genoeg op gedrongen, dat in al onze kringen, al wat der wereld gelijkvormig maakt gemeden, anderer Zondagsrust niet gestoord, en 's Heeren dag op zijn doel gericht worde, maar zulke goede en betere usantiën voert ge eerst langzaam in; en onze kerken mogen zich tweemaal bedenken, eer ze van de consciëntie de moeilijke taak overnemen, om in elk bijzonder geval te bepalen, wat voor het 4de gebod niet kan bestaan.

Eenmaal dien weg op, komt er aan altoos nieuwe vragen die men opwerpt en nieuwe moeilijkheden die om beslissing vragen geen einde.

En is een absoluut antwoord, dat voor allen geldt en dus richtsnoer van kerkelijke tucht kan zijn, in elk dier gevallen metterdaad uit Gods Woord te geven '?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 april 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 april 1888

De Heraut | 4 Pagina's