GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van een man als Ds. Gispen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van een man als Ds. Gispen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van een man als Ds. Gispen is het altoos belangrijk te vernemen, welken indruk hij van de Amsterdamsche Conferentie onting.

Gelijk men weet, stond hij er aanvanlijk tegen. Sinds neigde hij tot vriendelijker gedachte jegens de broederen die buiten zijn kerk stonden, maar die toch evenals hij met het Genootschap gebroken hadden.

Van lieverlee ging die vriendelijker gedachte in matige sympathie over.

En, dank zij een enkele broederlijke aanraking, verklaarde hij zich ten slotte zelfs op het vriendelijkst bereid, om de Conferentie mee voor te bereiden.

Toch sprak hij op de Conferentie zelve eer te^en dan voor de hereeniging. Niet alsof hij de hereeniging op zichzelve niet wenschtc. Maar tegen de hereeniging op den voorgestelden grondslag.

Vandaar dat zijn indruk van de Conferentie geen enthousiaste is.

o, Hij vat ze zoo leuk op.

En toch, en dit is ons hoofdzaak, ook Ds. Gispen constateert met zekere mate van ingenomenheid tweeörlei: i". dat er van geen verschil bleek, dat het gescheiden voortleven ^ttigen kan; en 20. dat we h toch weer iets nader kwamen.

Hoor maar:

Het zal u wellicht gaan gelijk het meerderen gaat, gij wilt weten wat indruk de samenkomst op de gemoederen heeft gemaakt, wat verwachtingen zij heeft opgewekt of teniet gedaan. Het is echter zeer moeilijk hierop te antwoorden Voor mij inzonderheid, omdat ik mij niet onder de broederen heb bewogen. Als lid van de Regelings-commissie had ik plaats gekregen bij de goden op den Olympus, en daardoor moest ik de gelegenheid derven om eens hier en daar in de i'Crgadering een kijkje te nemen, een praatje te maken en elders een gesprek af te luisteren.

Ik weet dus alleen den indruk van enkele broeders, die ik, na afloop der eerste Conferentie sprak. Die indruk nu is gemengd. De een dacht, dat we niets verder waren gekomen; de ander was van oordeel, dat we wel een weinig gevorderd waren.

En zoo zal het, denk ik, wel zijn in het gansche land.

Ik voor mij denk ook, dat we wel een weinig., hoe gering ook, gevtrderd zijn.

En dan:

Wat is gebleken ? Dit, dat niemand van hen eenig verschil constateerde rakende de Schaft, de Belijdenis of de Kerkorde. Van onzen kant was het maar de vraag: met wie moeten wij vereenigen; en van de zijde der Dcputaten de eisch: het statuut van '69 moet de wereld uit.

Het debat maakte op mij den indruk, dat men onzerzijds veel meer hechtte aan de verhouding der doleerenden of de betrekking der doleerende kerken tot de Ned Herv. gemeenten, dan aan het Statuut van '69.

En dat is geen wonder. Jarenlang hebben we tegenover elkander gestaan en doorgaans scherp elkanders daden en elkanders standpunt beoordeeld en bestreden. Door opvoeding en het verschil van toestanden 1/eb ben we een onderscheiden blik op de dingen gekregen, hetwelk duidelijk blijken zou, zoo iedereen letterlijk lezen kon, wat er gesproken werd. Een der sprekers merkte terecht op, dat er verschil in de terminologie bestaat, zonder dat dit nog verschil van beginsel uitdrukt Wij staan in ons gevoel veel verder van de Herv. kerk af, althans over het algemeen, dan de doleerenden.

Maar zij, die over vijftig jaar zullen leven, zullen dat onderscheid niet meer voelen. En als ik dan let op de verklaringen en toelichtmgen, van de zijde der Deputaten gegeven, dan lijdt het geen twijfel of de doleerende gemeenten raken, met den tijd, evenver van de Herv. Kerk verwijderd ais wij nu reeds zijn. Het verlies der kerkelijke goederen kan daartoe veel bijdragen. En zoo de doleerenden beweren, dat zij het recht op de goederen niet kunnen, niet mogen loslaten, wat doen ze dan anders dan vele gescheidenen, dan onze Synode van '82 nog deed?

Ik voor mij kecht aan dat recht niets. Maar dit is een persoonlijke meening, die ook bij onze Synode van Zwolle geene instemming vond. Het zou inderdaad onbillijk zijn tot de broeders te zeggen: gij moet aan dat recht niet meer gelooven. Ik betreur het, dat er zooveel geld aan procedures verloren gaat, maar de overtuiging, die er aan ten grondslag ligt, moeten we eerbiedigen.

Er is in deze woorden wat ^öa< ^ waard is.

Immers er spreekt een hart uit. Er spreekt een liefde uit, die opgloort en in gloed wint. Er ligc een profetie in, dat de eisch van Gods gebod ten slotte ook Ds. Gispen over elk bezwaar zal doen heenstappen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 april 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Van een man als Ds. Gispen

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 april 1888

De Heraut | 4 Pagina's