GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Officieele berichten uit de Ned. Geref. kerken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officieele berichten uit de Ned. Geref. kerken.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eerwaarde Heeren !

De Juridische Commissie van advies heeft e eer het volgende verslag uit te brengen:

Gelijk te verwachten was hebben de bestuen, die in 1816 door eene koninklijke machtsaad in het leven geroepen zijn, geen middel ntzien om zich te handhaven in het bezit an de goederen der Gereformeerde Kerken ier te lande. Zonder die goederen en zonder ouvernementeelen steun, zoude hun onmacht nmiddellijk aan den dag komen.

De Kerken harerzijds mochten die goederen iet vrijwillig overgeven, omdat daarin de erenning zou gelegen zijn, dat de Kerken, van ouds door de gemeehschappelijke belijdenis één, thans haar eenheid vinden in de haar sinds 1816 opgelegde besturen. Zoodra de opzieners der gemeente, het eenig over haar gesteld gezag, in het belang der hun toevertrouwde kerken het noodig achtten, de opgedrongen besturen niet langer te dulden, moest de gemeente met hen meegaan. Daarin kon geen grond gelegen zijn voor het verlies van hare goederen.

Op dit standpunt had de Commissie zich te. plaatsen, wanneer zij over de noodzakelijkheid om processen te voeren te oordeelen had.

Intusschen heeft altijd bij haar groote vrees bestaan om daartoe te adviseeren. Zij deed dit slechts als de nood haar opgelegd was. Vandaar dat zij nooit, dan ter verdediging tegen feitelijkheden, aanraadde om een proces aan te vangen. Zelfs in dat geval deed zij het slechts noode. Er zijn gemeenten, o. a. Wons en Serooskerke. waar letterlijk met ruw geweld de kerk door de tegenpartij is veroverd. Menigmaal hebben trouwe kerkvoogden) na ingewonnen advies, het hun toevertrouwde goed bij nacht en ontijde verdedigd. Maar als de overmacht te groot was en de Overheid steeds, onder allerlei voorwendsels, hare hulp weigerde, moesten zij wel zwichten. Zelfs in die gevallen raadde de Commissie aan niet te procedeeren, omdat genoegzaam bleek, dat men alleen voor geweld uit den weg was gegaan.

In ontelbare zaken heeft de Commissie zelve advies gegeven, ook teneinde daardoor kosten uit te sparen, die anders door tal van ouderlingen, diakenen, kerkvoogden en gemeenteleden uit eigen zak hadden moeten worden betaald, omdat die niet onder de algemeene kosten konden worden opgenomen.

Dat processen niet konden worden vermeden, spreekt vanzelf. Maar de Commissie gevoelde diep, dat dit procedeeren tusschen leden eener zelfde gemeente de openbaring is van een diep zondigen toestand, terwijl het proces zelf bitterheid doet ontstaan, en menschen, die om der conscientie wil handelen gelijk zij doen, noodeloos verarmt.

Zij heeft diensvolgens elk proces ontraden, waar kon worden voldaan aan de begeerten der tegenpartij zonder prijsgeving van beginsel. Ook waar dit onmogelijk was, heeft zij steeds de ernstigste pogingen aangewend, om het proces te voorkomen; zij heett op het onchristelijke van dat procedeeren gewezen; op haar raad hebben steeds de aangevallenen verklaard, zich schriftelijk te willen verbinden, aliesvrat gevraagd werd vrijwillig te geven of te doen, zoodra in hoogste ressort ten hunnen nadeele was beslist, terwijl zij evenmin eischten, dat hun qualiteit zou worden erkend, als zijzelven die van hunne tegenpartij konden erkennen. Bij die pogingen ondervonden zij enkele malen steun bij den advocaat der tegenpartij; de tegenpartij zelve echter wilde, behalve in een zeer enkel geval, van geen onderhandeling weten; of haar al voorgehouden werd, dat een proces hen toch niet spoediger tot hun doel bracht dan een transactine op vorenstaande gronden, niets hielp; zij gingen met de gewone felheid door. De verantwoordelijkheid van al de verbittering, die daardoor in de gemeente ontstaan is, kome dan ook alleen op hun hoofd!

Rusteloos arbeidde de tegenpartij. Zelfs waar zij bijna geen aanhangers had drong zij zich op. Niets en niemand werd gespaard; hettrac tement van de afgezette broeders, op enkele uitzonderingen na, onder de overgebleven collegaas verdeeld; zelfs v/ie in het kerkelijk beheer hun in den weg stond afgezet; daarentegen vaak de afzetting der gemeenteleden, die met den afgezetten predikant medegingen, ter wille van dezen hoofdelijken omslag vermeden !

Zoo is het geschied, dat tal van processen tusschen Christenen gevoerd worden, niettegenstaande de quaestie, waarover het liep, zeer wel door het voeren van een of een paar processen had kunnen worden beslist. Droevig is het vooral, dat in die processen met hand en tand de rechtsgeldigheid van het koninklijk reglement van 1816 is verdedigd, voornamelijk door hen, die in vroegere dagen met ons daartegen opkwamen. Uwe Commissie heelt, wanneer overeenkomstig haar advies tot het voeren van een geding werd besloten, verklaard, dat de kosten er van voor gemeene rekening zouden worden gedragen, maar zij heeft zich tevens beijverd om, zooveel in haar vermogen was, die kosten niet hooger te doen opvoeren dan volstrekt noodig was, en zij heeft zorg gedragen, dat geene andere gedingen voor gemeene rekening werden gevoerd, dan de zoodanige waar de hoofdquaestie waar 't om gaat in betrokken was en waarbij dus alle onze Kerken belang hebben.

De rechtsgeleerden van onzen tijd, die de Kerk nooit dan in den vorm van een gewoon genootschap gekend hebben, waren voor het meerendeel niet op onze hand, en als hier of daar een hunner zijn bijstand ons bood, dan werd dit door menigeen streng afgekeurd. Schelmen mag een advocaat verdedigen; voor onze zaak opkomen mag hij niet. Niettemin hebben de weinigen die zich onze zaak aantrokken, en daaronder rechtsgeleerden van grooten naam, hunne beste krachten daarvoor ingespannen, zij het ook tot dusver met weinig succes.

Immers hebben wel enkele officieren van justitie in ons voordeel conclusies genomen, maar de rechtbanken te Arnhem, Rotterdam, 'sHage, Utrecht en Groningen, alsmede het Hof te Arnhem, stelden ons in het ongelijk. Alle informaliteiten, door de tegenpartij gepleegd, zijn tot dusver op de eene of andere wijze vergoelijkt; en onmogelijk was het tot dusver de rechtscolleges te bewegen, om tenminste te beproeven en op historische gronden te weerleggen, waarop de Kerk haar onvervreemdbaar recht steunt, om opgedrongen menschelijke besturen, vooral wanneer deze in strijd handelen met Gods Woord, te verwerpen. Over het recht der Kerkeraden geen woord. Het Hof te Arnhem bepaalde zich tot de letterlijke overweging van wat de Hooge Raad in 1846 overwoog, niettegenstaande die overweging door bijkans alle deskundigen van alle richtingen is bestreden; in 't algemeen behielp men zich met de onware, althans ontkende en niet rechtens bewezene bewering, dat de Kerk zelve stilzwijgend en vrijwillig de Kerkorde van 1816 had aangenomen, alsof ooit het aannemen door de onderdanen van een door de Overheid opgelegd reglement eenig gewicht in de schaal kon werpen; alsof aannemingiets beteekende daar, waar tegenstand verzet tegen de Overheid zou geweest zijn. Alleen de Rechtbank te Utrecht heeft gepoogd onze rechtsbeschouwing te weerleggen met juridische en historische argumenten, welker onhoudbaarheid evenwel, naar te verwachten is, eerstdaags za! worden aangetoond.

Dat de zaken zoo loopen zouden, was te voorzien. Ontelbare malen is in andere landen en in andere tijden hetzelfde geschied. De wereld wil eene landskerk, een nationalen godsdienst, naar de behoeften en inzichten der natie gefatsoeneerd en dan uit de algemeene kas betaald. In 1816 is het gelukt de belijdeniskerk, die uit haren aard tegenstanders der belijdenis uitsluit, in eene zoogenaamde landskerk of van staatswege gepriviligeerd genootschap om te zetten ; waarvan ieder die wil, lid kan zijn of worden; taak der Overheid is het nu, die nationale kerk in stand te houden. Over die uitkomst hebben wij niet te treuren, al hebben wij ons over de wijze waarop zij vaak is - werkregen, te bedroeven. Want alleen doordat de wereld met hare overheden in het bezit blij|"t van onze kerkgebouwen, is het feitelijk mogelijk geworden, dat zij, die de reformatie der Kerk toegedaan zijn, in die reformatie konden voortgaan, zonder gehinderd te worden door hen, die de belijdenis der Kerk weerstreven. Met de kerkgebouwen en pastorieën zouden wij, lichtelijk althans, hier en daar veel van het verkeerde behouden hebben van wat de organisatie van 1816 heeft gekweekt.

Nochtans is al de moeite en al het geld, voor handhaving van ons goed recht besteed, niet weggeworpen. Voor feitelijk geweld moeten onze kerkeraden en kerkvoogden evenzeer zwichten als voor de uitspraken van den burgerlijken rechter. Maar door de volharding en den moed, waarmede op vele plaatsen onze kerkelijke colleges het recht der Kerk hebben gehandhaafd, is het steeds, ondanks de bemoeiingen der Overheden in tegenovergestelden zin, duidelijk geworden voor de oogen der geheele Natie, wat de Gereformeerde Kerk, die onder puin begraven lag, in haar wezen is. Misschien zal het nog lang duren, voordat elkeen erkent, dat de Gereformeerde Kerk, waarvoor onze Vaderen goed en bloed hebben geofferd, en waaraan Nederland zijne grootheid te danken gehad heeft, door de Overheden van Nederland onrechtmatig van hare bezittingen is beroofd; maar ditidelijker zal het steeds worden, dat niet wij, doch onze tegenstanders de Kerk hebben verlaten, om zich toe te vertrouwen aan de leiding van een genootschapsbestuur, welks oorsprong niet is kerkelijke roeping, maar koninklijke wil.

Hebben onze kerkbesturen hun plicht trouw vervuld, op de Kerk zelve rust nu de verplichting om de leden dier besturen voor persoonlijke schade te vrijwaren. Natuurlijk moest, van zijn standpunt terecht, de rechter die leden persoonlijk in de kosten veroordeelen. Aansprakelijk zijn ze dus in eigen goed. Onze tegenstanders hebben reeds meermalen hen gedreigd met financieelen ondergang, indien zij in hunne weigering om aan de Koninklijke besturen te gehoorzamen volharden. Zij zullen die trouwe broeders niet sparen ! Trouw, want ze zijn op den rechten weg voortgegaan, niettegenstaande hun van den aanvang af op den meer dan waarschijnlijk slechten afloop hunner zaak, als deze voor den rechter zoude worden gebracht, steeds ook door Uwe Commissie is gewezen.

Op de Kerk rust nu de taak die lasten van hen over te nemen, en de kosten te betalen van 'tgeen ten behoeve der Kerk is verricht.

Het bedrag dier kosten te ramen is onmogelijk, daar de meeste processen nog niet zijn afgeloopen. Uwe Commissie is van oordeel, dat evenals tot dusver alles moet worden beproefd, om in de verschillende provinciën ten spoedigste einduitspraken te verkrijgen, Inmiddels zouden de Kerken door middel van driemaandelijksche kerkelijke collecten de noodige gelden kunnen bijeenbrengen, om de schuld af te lossen, welke de Kerk op zich genomen heeft; eene schuld die wel niet onder de ƒ 50, 000 zal blijven; ongerekend de proceskosten, die de gemeente van Amsterdam heeft moeten maken, wier bestuurders vele duizenden guldens deels reeds betaald hebben, deels nog zullen hebben te betalen, omdat zij de plechtige belofte hebben nageleefd, die zij bij den aanvang hunner bediening hebben afgelegd. Het aantal processen bedraagt ongeveer vijftig.

Namens de Juridische Commissie van advies,

A F. DE SAVORNIN LOHMAN,

Voorzitter.

NIJMEGEN. Onder het praesidium van Ds. A. H. Gezelle Meerburg werden door den kerkeraad der Christelijke Gereformeerde gemeente en den kerkeraad der Ned. Gereformeerde kerk (doleerende) een paar samenkomsten gehouden, om te trachten in eensgezindheid te overleggen, wat voor de kerke Christi aan deze plaats nuttig en heilzaam zou kunnen zijn. Alle broeders wenschten, dat de Gereformeerden in deze landen vereenigd mochten worden, en vooral in een stad, waar on-en bijgeloof zoozeer de overhand hebben. Immers, hier ware gedeeldheid onder de broederen een oorzaak van vreugde voor de vijanden der Gereformeerde belijdenis.

De besprekingen deden goede verwachting koesteren. Mochten wij al in bijzaken verschillen, duidelijk was het, dat een gemeenschappelijke basis bestaat: de Heilige Schrift, belijdenisschriften en kerkorden.

Tezamen buiten het genootschap, vrij van de banden van het genootschap, verlangend naar de openbaring eener machtige vrije kerk in ons vaderland, waar Jezus Christus alleen Koning is en Hem alleen de eere toekomt, ^.erd van beide zijden saamwerking verlangd. Saamwerking vooreerst, geen ineensmelting.

De volgende bepalingen werden vastgesteld.

a. Kerkeraden en leden van beide gemeenten vergaderen saam in de »Nutzaal" (Chr. Geref. kerk), als daartoe het meest geschikt en later in de in aanbouw zijnde kerk der Chr. Geref. gemeente.

b. De kerkeraden houden opzicht op elkander, op elkanders leer en wandel en of aan beide zijden de tucht gehandhaafd wordt.

c. Onder de zooeven genoemde voorwaarden zullen beide gemeenten met elkander het heilig Avondmaal gebruiken, terwijl de heilige Doop zal bediend worden door een leeraar van die gemeente of kerk, tot welke het te doopen kind behoort.

Moge de Heere deze besluiten met zijn genadigen zegen achtervolgen, opdat wat nu nog gedeeld is, weldra schouder aan schouder moge staan, om te strijden voor het geloof, den vaderen overgeleverd.

Besloten werd in de kerkelijke organen De Bazuin en De Heraut van deze besluiten kennis te geven.

A. H. GEZELLE MEERBURG, pred Clir.

D. KRIJGER, oud. Ger.

J, JANSZEN, diaken gem.

J. DE JONG, diaken. Ned.

J. VAN GXNKEL, oud. Ger.

B. ESMEIJER, oud. kerk

W. C. VAN CuYK, diaken. (dol.)

BAARN. Zondag 24 Juni was de goede hand onzes Gods over ons, wijl de Heere ons ruimte maakte en wij met de gemeente mochten opgaan in ons nieuw kerkgebouw, waarbij als voorganger optrad de Weleerw. Zeergel. heer Dr. Van Goor van Bunschoten, die de gemeente volgens Ps. 126 bepaalde: i.bij den dank voor het verleden; 2. bij de bede voor het heden; 3. bij de verwachting voor de toekomst. Spreker werd door een talrijk opgekomen schare met aandacht gevolgd. Ook hebben welwillend aan de uitnoodiging gevolg willen geven twee kerkeraadsleden uit de Chr. Ger. Zusterkerken en onze Weledel Achtbare heer burgemeester met het Dagelijksch bestuur.

Geve de Heere, dat zij, die nu nog tegenstaan, zeggen: De Heere heeft groote dingen aan dezen gedaan, dies zijn wij verblijd.

De kerkeraad voornoemd,

T. DE RUIG, scriba.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Officieele berichten uit de Ned. Geref. kerken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 juli 1888

De Heraut | 4 Pagina's