GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Twee belangrijke vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee belangrijke vragen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Twee belangrijke vragen doet ons de heer G. G. Gijben uit Monster, waarop we gaarne — ons antwoord voor iieter gevend — zeggen willen wat onze opinie is. Ziehier zijn schrijven:

MONSTER, T4 Nov. 1888.

Aan de Redactie van »De Heraut.”

Hooggeëerde Redacteur !

Met veel aandacht las ik uw hoogslbelang

ijke kerkrechtelijke uiteenretting aan het adres an Ds. Gravemeyer. o. a. in De Heraut van II Nov.

Onder veel leerrijks zegt u in dat artikel, in gezelschap van Calvijn, dat de nog ware plaatselijke »Hervormde kerken'', ook al behooren zij tot het valsche Synodaal Genootschap, gekend worden aan haar betrekkelijk zuivere bediening van Woord en Sacramenten. Voorts, dat zoowel de Besturen der valsche als der ware plaatselijke kerken zich van het valsche bewind hebben los te maken. Maar als zij dat niet doen, noemt u het alleen voor de geloovigen in de ware kerken een heiligen' ambtsplicht om »een ander bestuur op te richten”.

Voor wat deze omgeving aangaat, trek ik uit genoemde regelen de gevolgtrekking, dat u b. V. te 's-Gravenzande, alwaar sinds lange jaren geen gereformeerde, geen rechtzinnige leeraren stonden, en daarom de bediening des Woords en der Sacramenten hoogst onzuiver was, eigenlijk geen doleantie kunt aanraden; maar van oordeel zijt, dat den enkelen belijders der gereformeerde leer aldaar niets anders overblijft dan zich te voegen bij de Chr. Geref. gemeente, die God daar verwekte; terwijl te Monster, alwaar men vroeger zeer lang in gelijken toestand verkeerde, maar sinds ruim acht jaren weder een rechtzinnige prediking en een minder onzuivere Sacramentsbediening plaatshad, allengs weer een kerk aan het opkomen moet gezien wordeli.

Mag ik vragen, of ik u hierin goed heb begrepen? Zoo ja, dan vind ik voor wat Monster en soortgelijke pkcatsen aatigaat, in de gedachte, dat God in een valsch geworden kerk, die zich tegenover een vroeger uit noodzaak geïnstitueerde vrije kerk staande hield, thans weer het ware kerkelijk leven zou verwekken, niettegenstaande zij onder hef juk der hiërarchie blijft.^ toch iets, dat mij stuit, aangezien de Koning der Kerk niet vrijmaakt en redt in de zonde, maar van de zonde.

Vooral echter heb ik het oog op de naburige gemeente Naaldwijk en rijst bij mij de vraag, hoe geoordeeld moet worden omtrent die kerken, in wier hoofdgebouwen lange jaren een moderne of in elk geval onzuivere prediking des Woords en bediening der Sacramenten met goedvinden of gedoogen van den «kerkeraad" plaatshad; en een gedeelte der gemeenteleden verademing zocht in een afzonderlijk »Evangelisatie"-gebouw, alwaar dan des Zondags in den regel rechtzinnige predikanten optraden (althans dezulken, die Christus Jezus als den eenigen algenoegzamen Zaligmaker verkondigden) en waar overigens van tijd tot tijd, niet de H. Doop, maar wiS het H. Avondmaal door die leeraren bediend werd ?

Dit is geen strik-of strijdvraag, maar een vraag van praciisch belang, naar ik meen. Naar ik vermoed, wilt u zulke »Evangelisatie"kringen, ook al gaat later haar bestuur den weg der reformatie niet mede op, beschouwd zien als een praeformatie van een vernieuwde, zuivere, kerkelijke institutie; maar ik wilde hieromtrent gaarne zekerheid hebben. Wil zoo goed zijn mij op een en ander, hetzij publiek of langs particulieren weg, bescheid te geven.

Met oprechte heilbede, steeds gaarne

Uii)_ Div. Dr. in Oir.

G. G. GlJBEN.

Naar ons bescheiden oordeel zullen de belijders des Heeren nog scherper dan dusver tusschen de ware en valsche kerken moeten onderscheiden, zich daarbij stipt houdend aan de ware kenteekenen.

Doet men dit, dan zal men vanzelf gevoelen, dat deze kenteekenen rechtstreeks alleen op particuliere kerken toepasselijk zijn, en slechts in verwijderden zin op een collegiale organisatie.

­ Dit moet er dan wel toe leiden, dat men elke particuliere kerk als zoodanig beoordeelend, den naam van kerk ontzegten betwist aan alle particuliere kerken, waar de goede predikatie des Woords en Sacramentsbediening ontbreekt; maar ook alleen aan deze.

In zulke plaatsen zonk dan o. i. de kerk In, en kon er van Doleantie in den zin die bij andere kerken geldt, niet in gelijken sprake vallen.

Volgt hieruit nu echter, dat men zich in zulke plaatsen aan kan sluiten bij de Christelijke Gereformeerde kerk.'

Ons dunkt fa, bijaldien deze geen collegiaal kerkrechtelijk standpunt inneemt. Neen, zoo deze dit wel doet.

Vandaar dat we zoo hartelijk wenschten, dat vooral in zulke plaatsen de Christ. Geref. kerken terstond er toe konden overgaan, om haar collegiaal kerkrechtelijk standpunt principieel vaarwel te zeggen, en daardoor de deur voor alle belijders des Heeren te openen.

Zoolang dit echter niet plaats greep, hetzij omdat deze kerken de feil van het collegiale kerkrecht niet zoo bedenkelijk inzien, hetzij omdat ze moeilijk met bestaande banden kunnen breken, hetzij omdat heur goederenbezit allicht in gevaar zou komen, dan ontstaat hierdoor toch voor hen die het ongeoorloofde hiervan ivel inzien geen vrijbrief, om op dezen weg mee te gaan.

Dit wat de eerste vraag betreft. Op de andere antwoorden we, dat we geheel de opinie van den heer Gijben deelen, dat zulk een Evangelisatie niets is dan een gebrekkige praeformatie, maar die zoo spoedig mogelijk in een wesenlijke kerkformatie moest overgaan.

. Een Evangelisatie is geen kerk. Ze heeft geen ambten. Ze mist de bediening des Woords en de bediening der Sacramenten. Immers, Evangelieverkondiging is nog heel iets anders dan de bediening van den sleutel des hemelrijks in de predikatie des Woords. En of al een predikant van buiten komt om het brood te breken, dat is immers nog niet des Heeren Avondmaal houden. Daargelaten dat Doop en Avondmaal door den Heere zijn saamgevoegd en dat de mensch deze twee niet mag scheiden. En vraagt nu de heer Gij ben ons met het oog op dit bescheid, of we kerkfor-«, „*; sr. A; 1 r^ntroAfn in tilaat< !pn waar Ac ware mtlèn, kerk die optreden m plaatsen, waar de antie achten rk mzonk, te zijn, dan luidt al of ons met antwoord, m dle-dat o. i. elke kerk in doleantie is, die niet door de Overheid erkend wordt te zijn wat ze praetendeert, t. w.: de wettige voort-

etting van de aloude Gereformeerde kerk e dier plaatse. d p

In zooverre zijn dan ook naar onze overuiging alle kerken der Chr. Geref. kerk, ie nog in ernste vasthouden, dat zij de t ettige voortzetting van de Gereformeerde erk in eenige stad of eenig dorp zijn, aardien de Overheid ze wel voor iets ieuws, maar niet in die gepraetendeerde ualiteit erkent, kerken die doleeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Twee belangrijke vragen

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's