GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na veleg dagen

(slot.) V.

Zoodra het vast stond, dat de slaven vrij B waren, besloten de lieden die God vreesden hier en in de West, om alles te doen wat zij konden om de negers met den Heiland bekend te maken. Niemand zou dat nu meer beletten.

Het Bijbelgenootschap besloot zooveel mogelijk mee te helpen, door aan eiken neger alvast een Nieuw Testamentte geven - ten minste als hij lezen kon. De vraag was nu, hoeveel zulke Testamenten er noodig zouden zijn, en die vraag kwam ook tot den zendeling, die nu en dan gepredikt had voor en gesproken met de slaven van de plantage, waar Lange Benjamin op werkte.

Nu hadden, als ik zei, de zendelingen niet veel gelegenheid gehad om van nabij die slaven te leeren kennen. Daar pasten de meesters wel op. Zoo wisten de Evangeliepredikers dan wel dat enkele negers lezen konden — en dit had hen verheugd — maar het rechte hadden zij nooit vernomen. Toen dan ook de vraag kwam, hoeveel Testamenten er wel noodig zouden zijn antwoordden zij: vijftig is bepaald volkomen genoeg.

De gevraagde boeken kwamen weldra. De priesters riepen nu de negers bijeen, een achthonderd man, en vertelden hun welk schoon geschenk er voor hen was aangekomen. »Naluurlijk, " zeiden zij, »is het alleen geschikt voor wie lezen kunnen, 't Spijt ons wel, dat hun getal zoo klein is. Maar we hopen en gelooven dat er spoedig wel meer boeken zullen noodig zijn. Wie nu een Nieuw Testament lezen kan moet maar opstaan''

Maar wat keken de zendelingen verbaasd, toen daar op eens bijna heel de vergadering opstond. Men telde en zie — er waren niet minder dan zeshonderd, die allen een Testament wenschten.

»Maar lieve vrienden, kunt gij wel lezen? '' vroeg de zendeling.

»Ja, ja; " riepen ze van alle kanten. »Beproef het maar eens!'

Om kort te gaan, zeshonderd Nieuwe Testamenten, voor evenzooveel lezers, waren noodig en weldra nog meer. Na vele dagen was het uitgeworpen brood weergevonden. Het zaadje door den soldaat uitgestrooid had vrucht gedragen, zeshonderdvoud.

Een ander voorbeeld is meer uit onze nabijheid.

»Eens moest ik", zoo verhaalde een oud man, »naar den spoortrein. Ik was een jong handelsreiziger en had het zeer druk. De trein zou om 9 uur vertrekken en toen ik mij op weg er heen begaf bemerkte ik met schrik, dat ik nog maar tien minuten tijd had.

Ik aan 'tloopen — dat begrijpt gij. Reeds stond de locomotief te stoomen, toen ik 't station binnendraafde. Haastig nam ik een kaartje en ijlde naar den trein. De conducteur wenkte mij haast te maken. Al de deuren waren reeds toe, doch snel maakte hij er nog een open. Ik sprong naar binnen, met een klap viel de deur dicht en de trein stoomde weg

Ademloos en hijgend viel ik op de bank neer. Tegenover mij zat slechts één reiziger, een bejaard man met grijs haar. Hij leunde met de gevouwen handen op zijn wandelstok. Terwijl ik daar zoo zat uit te blazen, zag hij mij een oogenblik ernstig aan en sprak toen langzaam: »En de deur werd gesloten" — niets meer.

Ik wist niet recht of hij tot mij of in zich zelf sprak, en had ook geen lust het te vragen. Zwijgend zaten we een kwartier lang tegenover elkaar Toen hield de trein stil en ging mijn reisgenoot uit den wagen. Ik heb hem nooit weergezien.

Doch was de oude man voorgoed uit mijn w gezicht, niet alzoo zijn woorden uit mijn geheugen. Integendeel, juist nu hij weg was en ik daar alleen zat, kon ik ze niet meer van mij afzetten. Ze bleven mij bij vele dagen lang, tot ik eindelijk de zaak aan iemand vertelde, en hem vroeg of hij ook wist wat die oude man zou bedoeld hebben

De ander, die een spotter was, antwoordde: »Weet ik het! Zoek maar eens in den Bijbel. Daar staan wel meer zulke dingen in." Zonder het te weten en zeker tegen zijn wil had de spotter mij den kostelijksten raad gegeven. Ik volgde dien eerst uit louter nieuwsgierigheid. Ik zocht zoo lang tot ik gevonden had wat ik hebben wou. Maar ik vond nog meer, namelijk de parel van groote waarde: het koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid."

De onbekende reiziger had zijn brood uitgeworpen op het water. Na vele dagen werd het gevonden.

Over 't weer.

Er wordt in deze dagen nog al eens geklaagd over 't weer. Den een is het te winderig, den ander te nat; nr 3 te donker enz. We geven daarom hier een vers, waaruit elk wat kan leeren. 't Is overgezet uit het Duitsch en gemaakt door een dominee, die Karl Gerok heet, en wel meer mooie gedichten heeft geschreven. Wie een weerglas heeft kan er dan dit vers boven plakken.

«Wil nooit den dag vóór de avond daar is loven: Hoe blij de morgen was, hoe schoon de dag: a Een zwarte wolk kan plots'ling 't zonlicht rooven h En de avond sluit met storm en donderslag.

Wil ook den dag niet vóór den avond laken: Na regenvloed en storm en onweersnood. Is 't vaak gezien hoe dikke wolken braken. De dag voleindde in lieflijk avondrood.

Wanneer de morgen schoon is, prijs den morgen, Doe trouw en eerlijk op den dag uw plicht. Wat de avond brengt, laat daar den Heer voor (zorgen. Die beide zendt, de wolk en 't zonnelicht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 december 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 december 1888

De Heraut | 4 Pagina's