GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een lied.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een lied.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daar ligt hij op zijn krankbed, de trouwe dienaar des Woords van Arnemuiden, Petrus Damman. Geboortig van Gent uit een hoogadellijk geslacht, schijnt hij het eerst het Evangelie des kruises gepredikt te hebben m zijn geboortestad of tenminste in de Zuidelijke Nederlanden. • Eerst na 1584, nadat Gent in handen der Spanjaarden was overgegaan, kwam hij, als zoovele andere helpers van den Christus, naar Zeeland. Eerst diende hij de kerk van Gapinge, wier eerste herder en leeraar hij schijnt geweest te zijn. In 1593 vinden wij hem te Arnemuiden. Uit een jaargedicht, op hem gemaakt, meenen wij te mogen besluiten, dat hij toen 39 jaren oud was. Met een krank lichaam kwam hij in zijn nieuwe gemeente. De uitterende ziekte, waaraan hij ten slotte gestorven is, had hij reeds onder de leden. Een jaar lang was hij »met groote zwakheden en kwellingen des lichaams bevangen". Toch vervulde hij zijn dienstwerk, en zijne gemeente hoorde hem gaarne, daar > > de levende stem zijne prediking aangenaam en bewegelijk maakte." Den 9den April 1595 stierf hij tot smarte zijner gemeente.

»Die zeer vredelijk was in zijn leven, Ja, een verkondiger van den vrede.

Is tot de eeuwige vrede verheven, Uit deze wereld in de hemelsche stede."

dichtte een zijner vrienden bij zijn graf. Op zijn sterfbed sprak hij van de genade, hem geschonken, en getuigde hij van de hope, die hij had. Eens deed hij het in het volgende lied: KLACHT.

Wanneer zal ik genezen. Van deze ziekte kwaad? Is zij nog niet gerezen Tot op den hoogsten graad?

Wanneer zal van mij treden Hoofdzwakt', hoest en borstpijn, Pijn in de keele en leden Van boven tot beneden ?

Kom, Heer! op dit termijn. TROOST.

Mijn ziel! wat wilt gij klagen Mistroostig uwen staat ?

Stel God geen lijd, noch dagen. Schrijf Hem voor geene maat.

Hij zal u wel genezen En haast maken gezond; U heel opdoen mits dezen. Als 't Hem zal dunklijk wezen; Toef slechts tot ander stond.

KLACHT. Daaglijks ik zeer verflauwe, Mijn zeer groeit langs zoo meer; Ik ben vol groeten rouwe Ziend' op mijn lichaam teer; Maar bovenal mijn zonden Beschreie ik groot en kleen, En dat 'k met zulken monde Noch stemme kan verkonden Gods Woord als wel voorheen.

TROOST. Wees vroom in God den Heere, o Ziel, o ziele mijn! Al kwelt het lichaam zeere, Toon een vroolijk aanschijn.

Beter is 't alhier te lijden, Dan hierna 't eeuwig vuur: Dus wil vromelijk strijden.

God komt u nu kastijden Als een Vader goedertieT.

Op Hem wil vast betrouwen, Zoo zult gij rust ontvaên; Uit al uw zwaar benauwen

Zal Hij u licht ontslaan. Uw zonden heeft Hij vergeven Om Christi dierbaar bloed; Zijn verdiensten verheven Zijn een rantsoengeld bleven Voor God den Vader goed.

GEBED TOT GOD.

Och, Heere God ! genadig, Rijk in barmhartigheid, Tot U roep ik gestadig In al mijn tegenheid.

Wil dit gebed verhooren Om Christi Jesu wil; Laat 't komen tot uw ooren. Zoo zal ik vreugd oorbooren En leven in vrede stil.

Tewaart ik mij begeve In uwen willen goed, Zoo lang als ik hier leve Tot voor-of tegenspoed, Gezondheden of krankheden. De volheid of de nood.

Tot blijdschap of droefheden. Vrome of zwakke leden, Tot sterven of den dood.

Maar in uw toorn, och Heere! Wil mij toch straffen niet, Eilaas, ik zeer vermeere Mijn schulden, daar men 't ziet. Kastijd mijn vleesch met maten, Laat mij niet te onder gaan.

Zoo zal 't de ziele baten, De geest zal daaruit vaten.

MEDICIJNE OM VAST TE STAAN.

Krank ben ik van nature, Gelijk het zwakste riet.

Ik bezwijke i'elker uren,

't Is 't vleesch, dat mij strijd biedt. De geest maakt overwinnen Tegen dat vleesch rebel: Heer! wil den slag beginnen.

Ja, voleinden uit minnen Tegen deez' beestenvel.

Gezondheid wil verkenen, Diene 't tot uws naams eer, En zaligheid met eenen Uwes dienaars, o Heer! Maar is't uwen wil goedig Hem uit dit jammerdal Te verlossen voorspoedig.

Schenk hem 't geloove gloedig Tegen Satans aanval.

De dood maakt hem ook zoete Dat hij de wereld vrij Verlate zonder moete Moeder en broeder blij.

Om eeuwiglijk te leven Met U in Abrahams schoot En naarstig te begeven Tot uwen lof verheven, Verlost uit angst en nood.

Dies wil in God verblijden; Mijn ziel ! heb goeden moed, Veranderen uw lijden Zal God in vreugde zoet In 't leven of in 't sterven : In 't leven voor zijn kerk In 't sterven om te erven 's Hemels zoete conserven.

Kom, Heer! volbreng uw werk.

DE GAAY FORTMAN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 juli 1889

De Heraut | 2 Pagina's

Een lied.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 juli 1889

De Heraut | 2 Pagina's