GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heer Ds. A. Brummelkamp Jr. van Groningen heeft in de Vrije Kerk een opstel over het verband tusschen de Verbondsgedachte en de Kerk geplaatst, dat door inhoud en vorm boven onzen lef is.

Het belangrijkst is de IVe paragraaf, die aldus begint:

Hier nu ontstaat het gevaar om de gangen Gods in het heiligdom niet te zien en dientengevolge te miskennen. Wanneer de Geest onder abnormale omstan digheden de kerk openbaar doet worden; wanneer Hij om zoo te spreken de kanalen, door God zelf gegraven, maar door 's menschen nalatigheid verzand en uitgedroogd, verlaat, om in een nieuwe bedding, die niemand heeft zien toebereiden, voort te bruisen, of in oude die schijnbaar reeds lang door Hem verlaten waren, dan kan een kortzichtige blik oorzaak worden, dat men zich star ziet op hetgeen ten slotte slechts een raenschelijk instrument is en de eigenlijke, de Goddelijke continuïteit uit het oog verliest. Acht men het verbond Gods in dezen zin aan den mensch ter bewaring gegeven, dat zijn voortbestaan en werken gebonden zijn aan de trouw, waarmee de mensch het goede pand bewaart, dan loopt men groot gevaar Gode het verbond uit de hand te nemen en het te monopoliseeren voor zichzelf. Geen enkele kerk heeft een uitsluitend recht op het verbond. Integendeel, het behoort aan alle gelijkelijk ; het vormt den ge meenschappelijken grond, waarop zij staan; het is het Ideinood dat haar, ieder op zichzelve tot een integree rend deel maakt van de éene algemeene onzichtbare Kerk. ~

En is hierin het standpunt aangewezen, zie hier dan de eischen die hieruit voortvloeien.

Een kerk, op dezen grondslag staande, mag niet, om uit te maken of elders opnieuw de kerk is open baar geworden, vragen, of de levensvormen, die zich voordoen, onder juist dezelfde omstandigheden het aanzijn hebben gekregen, als bij haar; want dit onderstelt, dat God slechts op éene wijze zou kunnen werken en dat Hij de instandhouding van zijn verbond niet aan zichzelf voorbehouden, maar aan die kerk toevertrouwd heeft. Zij mag het onderzoek van eenige nieuw openbaar geworden kerk niet zoó inrichten, dat boven en vóór alle dingen gevraagd worde, of het nieuwe wel bij haar bekend, of door haar goedgekeurd of geoctrooieerd is ; maar zij moet vragen, of het bij God bekend en door Hem gestempeld is, en of het daarvan met haar de onmiskenbare, dat wil zeggen: de Schriftuurlijke kenteekenen draagt. Is dat het geval, welnu, dan is de wettige geboorte bewezen en behoeft naar geen oorsprong of historische afkomst te worden gevraagd. Wat in den hemel gekend is bij God, zal door geen miskenning op aarde onwettig worden gemaakt. Voor de aarde zij het eene eer, wat in den hemel geschied en daarom hier aan het licht getreden is, eerbiedig en vol vreugde te erkennen.

Niet voldoen aan dezen eisch voert noodwendig, tot Sectarisme.

Alle ware hervormingen zijn Gods werk. Hij is altijd bezig te hervormen, ook door menschen; maar niet altijd valt zijn tijd en wijze samen met die der menschen. Patietis quia aeternas, heeft een kerkvader gezegd. God is geduldig, omdat Hij eeuwig is. Hij herschept soms, wat wij menschen dachten, dat voor altijd verstorven en dood was. Dan weer doet Hij een volk geboren worden als op éen dag. Hij is rijk in vormen en methoden ook des reformeerens, en juist de verscheidenheid dier vormen is het blijk van zijn rijkdom-Geen schadelijker dwaling, dan Gods scheppenden ri kdom aan eén vorm of gestalte te willen binden, a s moest Hij zich noodwendig altijd diarin openbaren. Deze dwaling maakt God tot een mensch, klein en beperkt van opvatting en uitvoering, wiens krachten niet verder reiken dan binnen een bepaalden kring. Zij vergeet, dat God in hoogste instantie zijn verbond niet aan den mensch ter bewaring geven kón, omdat de mensch een feilbaar wezen is, dat ook het heiligste ontheiligt. Zij treedt in het spoor van Pelagius, door van eenige kerk of kerken te droomen, aan wier inzicht in het wezen der reformatie niets zou haperen, of die desaangaande op volstrekte volledig heid zouden kunnen bogen. Er is geen volmaaktheid op aarde, zelfs niet op het gebied van het heilige. »Wij kennen ten deele." De onbewuste loochening dezer apostolische uitspraak voert tot sectarisme.

En vraagt ge wat Sectarisme is en waarom het zoo zondig verloopt, hoor dan zijn antwoord:

Het sectarisme, dat zeer te goeder trouw zijn kan, bestaat hierin, dat men, slechts een deel der waarheid ziende (gelijk wij allen doen), dat deel monopoliseert, om zich daarmee, als ware het de gansche schat der waarheid, af te zonderen van het geheel. Als de Kerk geschiedenis hare laatste bladzijde zal hebben geschre ven, zal het blijken, hoe successievelijk door de eeuwen heen alle middelen en wegen tot zuivering en reformeering der kerk onder de Goddelijke leiding zi n aangewend en uitgeput. Dan eerst is het proces in zin veelvuldige en verschillende stadiën doorloopen. En dan is er geen Kerkreformatie nieer noodig. In de eeuwigheid is alles vast. In den tijd echter verandert alles ook de kerkvorm, waarin het verbond zich open baart. Men wachte zich dus voor dit sectarisme. dat slechts zichzelve aanschouwt en gevaar loopt Gods werk in anderen voorbij te zien. Het sectarisme, met bewustheid voorgestaan, snijdt de kanalen af, waarlangs de levensstroom de aderen van het lichaam binnen stroomen moet. Het maakt arm, omdat het trotsch doet zijn op een ingebeelden rijkdom. Niet tevreden slechts een deel te zijn der kerk, die van alle eeuwen en van alle plaatsen is, wil het de kerk in haar geheel, in haar wereldomvattenden voim zijn; niet be­ seffende, dat het zich daardoor juist losmaakt van het geheel, om straks in zijn willekeurige afzondering te verkwijnen en te verdorren. De ware kerk daarentegen zal hare beperktheid van inzicht en omvang niet ontkennen; wetende dat de Heere Christus tiü alle ge. slachten zich eene gemeente vergadert; en voor geen ingebeelden waan of roem dit bewijs harer wettige geboorte willen verkoopen. Eens smelten alle deelen, niet gekunsteld, maar naar de wet der hoogste natuurlijkheid ineen. Dan zullen alle scheppingen Gods in den tijd blijken, in zi ne gedachten, die hooger zijn dan de onze. van eeuwigheid in de doelmatigste orde, die tegelijk de hoogste schoonheid is, te zijn ontworpen. En men zal zien, dat ook de kerkformatie in de verbondsgedachte was opgenomen en naar dat ont werp werd volvoerd.

Dit alles is helder, is naar waarheid, is welsprekend gezegd. Er trilt een bange vreeze in, dat het Sectarisme ook in eigen kring wortel mocht schieten, en niet minder de manlijke moed, om deze slang van het kerkelijk leven den kop te verpletteren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 oktober 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 oktober 1889

De Heraut | 4 Pagina's