GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Boeddhisme en Geloot Verandering.

II.

Toen Gautama gestorven en verdwenen was, en het, naar men geloofde, vier duizend jaren duren zou, eer er weder een Boeddha verscheen, toen werd ook weldra zijn aanhangers duidelijk — het kon niet anders — wat koude droeve leer zijn stelsel bracht.

De Boeddhist kon aanbidden noch bidden, want er was geen voorwerp van aanbidding. De hemelen waren voor hem duisternis; het heelal een peillooze afgrond. De sombere Nirwanaleer oefende, tenminste in de practijk, geen aantrekkingskracht. Want wat de menschheid behoefde en verlangde, was een Goddelijke helper, die den mensch liefhad. Tot zulk

een nu heeft het later Boeddhisme, zij 'took al tastend, in spijt van zijn eigen canonieke gezaghebbende leeringen, den weg gezocht.

Zien we hoe! 't Is een hoogst leerrijk proces. Uit het door Boeddha gepredikt stelsel had men afgeleid dat andere wezens, toekomstige Boeddha's, reeds ergens in den eeuwigen wisselkring bestonden. Zulke wezens heeten »Bodisats". Tot hen nu, toekomstige wgzen en verlossers, begon zich de hoop en verwachting te wenden, en natuurlijk allereerst tot den Bodosatsa", dat is degeen, die het eerst (na 4000 jaren) verschijnen zou. Onder de Boeddhisten in het Zuiden werd deze verwachtte »Messias" Mastreyeh geheeten en op Ceylou plaatste men zijn beeld ter aanbidding in de tempels, naast dat van den verdwenen Gautama.

'tis merkwaardig, hoeveel schemerige schaduwen van hetgeen ons in Oud en in Nieuw Verbond geopenbaard is, hier blijkbaar zijn op te merken. Een niet geheel-verloren oorspronkelijke kennis, verwerkt door het verduisterd verstand, leidt hier blijkbaar terug tot de onuitwischbare eerste, lang verloochende waarheden, zij 'took dat het bij »tasten" en dolen blijft.

Verder nog dan hun zuiderbroeders gingen de Boeddhisten in het Noorden. Een zelfde ' denkbeeld dreef allen: Voldoening aan een gevoelde behoefte, die het rechtzinnig Boeddhisme niet bevredigde. Zoo vinden we dan omstreeks de vierde eeuw bij de Noorder-Boeddhisten reeds een »drieëenheid" van Bodesats met bepaald onderscheiden personen. De een stelt de scheppende kracht voor; de ander was de vleeschgeworden wijsheid (Logos); de derde een alomtegenwoordige geest, die alle Boeddhistische gemeenten op aarde vervult.

Het is mogelijk, dat deze nieuwe leer ontstond na of door rechtstreeksche aanraking met het Christendom. Ook kunnen anderen gelijk hebben die beweren, dat men de Hindoesche wijsbegeerte had »gecristalliseerd" rondom de Hindoesche drieëenheid of Trimorsti. In elk geval was deze nieuwe Boeddhistische drieëenheidsleer de uitdrukking van dat gebrek aan een bovennatuurlijk bestanddeel, 't welk het Boeddhisme tevergeefs gepoogd had in mistrouwen te brengen en te vernietigen. Het was een hoogst beteekenisvoUe stap op den terugweg naar een godsdienstig geloof. In onze dagen zijn de meeste sekten van het Boeddhisme theïstisch; doch in zoover zij dit zijn, zijn zij het door af te wijken van de oorspronkelijke leer des stichters.

Een nieuwe stap in deze richting was de vereeniging van Quan Yen, d. i. godin der genade, welke godheid nog steeds veelvuldig in China en Japan wordt aangebeden. Bij haar aanbidding werd men gedreven door behoefte aan goddelijken bijstand, die nog nader en van meer nut was dan dien der Badisats en, gelijk in de maagd Maria in de Roomsche kerk, zoekt men hier de meer teedere meêlijdendheid van het vrouwelijk geslacht. De legende omtrent Quan Yen is treffend. Zij een vorstin, gelijk Gautama een vorst, had eindelijk de Nirwana bereikt; zij zou nimmermeer opnieuw geboren werden; dit voorrecht was thans het hare. Doch toen zij op het punt stond de heerlijke gave der verdwijning te aanvaarden, wees zij dit voorrecht af en besloot wijselijk haar bestaan voort te zetten, met het voornemen om barmhartigheid te oefenen in de wereld der stervelingen. Als Dante in zijn droomgezicht, ging zij in het Doodenrijk, zag daar de ellenden der verdoemden, ten einde beter in staat te zijn de raadselen van het menschelijk lijden te doorgronden, en aanvaardde toen haar taak.

Eeuwenlang reeds is deze godes de vertegenwoordigster, de uiting van goddelijk medelijden en hulp in alle jammeren en nooden van de millioenen Boeddhisten. Bezoekt men den tempel van Asokosa te Tokio in Japan, dan vindt men daar een groote zaal met allerlei voorwerpen m was behangen, die wijzen op de vele wonderbare uitreddingen door Quan Yen uit brand, aardbeving, schipbreuk, hongersnood, pest, gevaar van slangen en draken enz. 't Al • herinnert sterk aan den Mariadienst.

De aanbidding van (^.uan Yen is onbetwistbaar een godsdienst, die gelooj €\%c!a.\.. Daarin ligt de erkentenis van menschelijke zwakheid en afhankelijkheid, d. w. z, de besliste ontkenning van het koud, godloochenend zelfvertrouwen, dat het oorspronkelijk Boeddhisme predikte.

Een naderen stap tot de grondstellingen onzes Christelijken geloofs vindt men in de leeringen der Yodo-sekte, die zoowel in China als in Japan aanhangers telt. Wij bezitten beschrijvingen van deze sekte door Europeanen, doch 't best leert men haar kennen uit het boekske geschreven door den Japannees Bunyin Nanjio, die te Oxford zijn studiën volbracht.

Het heet: «Geschiedenis van de twaalf Boeddhistische sekten in Japan." De schrijver put uit zuivere Japansche bronnen; de meeste leeringen moeten tusschen de jaren 252 en 400 na Christus uit Indië naar China zijn overgebracht.

De Yodo-sekte gelooft, dat er "ver in 't westen een »Rein Land" ligt, van ons gescheiden door een reeks van werelden en zonnestelsels.

Over dit Land nu heerscht de Boeddha Amitabhoe. Dit is echter een gansch ander wezen dan de Indische Gautama.

Amitabhoe »zal in zijn rijk alle geloovigen opnemen, die zijn naam zeven dagen lang volstandig in 't geheugen houden of zelfs één dag, zonder eenig vertrouwen op eigen kracht in elk opzicht." Alles vervullende genade is zijn gave; slechts de daad des geloofs brengt met zich, dat men zich zijner een dag lang herinnert. Eens in het reine, hemelsche land overgebracht, kan zich de ziel des geloovigen daar beter ter volmaking bereiden, dan hier mogelijk was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 oktober 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 oktober 1889

De Heraut | 4 Pagina's