GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Marteldood van Francois Rochette.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Marteldood van Francois Rochette.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

De priesters van Rome bleven de ter dood veroordeelen plagen met hunne ketterijen, doch Rochette getuigde egen hen. Toen ze eindelijk weggingen, gebruikten de artelaars de weinige rusturen, om den Heere aan te oepen en te prijzen voor zijne genade en gunste aa, n en bewezen. De gevangenbewaarders en oppassers, die an deze dingen getuigen waren, verwonderden zich over en moed en de standvastigheid der bloedgetuigen. Toen s. Rochette dit zag, ging hij op een der soldaten, die em het meest aangedaan scheen, af, en vroeg: »Mijn riend! waarom beklaagt gij, die gereed zijt voor den ardschen koning te sterven, mij, omdat ik voor mijn emelschen Koning den dood onderga? " Toen in den iddag de priesters terugkwamen en de gevangenen met un Roomsche stellingen lastig vielen, vroeg een der ebroeders Grenier hun, om toch heen te gaan. »Dat kan iet", antwoordde een der priesters, »want wij zijn om w behoud hier." Doch Grenier hernam: »Stelt u voor, at gij in Geneve waart en daar op uw bed laagt te terven, want om zijn religie komt niemand daar op 't schavot, en de predikanten bleven u, ondanks uwe smeeingen, lastig vallen tot uwe stervensure, zoudt gij dat angenaam vinden? Immers neen, welnu, doet dan aan anderen niet, wat ge zelven niet begeert." Een ander der veroordeelden zeide: »Wilt ge toch wat met ons spreken, spreekt ons dan van Hem, door wiens bloedstorting ons vergeving der zonden geschonken is.'' Doch niets kon het hart der Roomsche priesters vermurwen.

Eindelijk sloeg de klok der Stefanuskerk twee uur. Toen begaf zich een groote stoet, de martelaren op een kar gezeten in zijn midden, naar de Stefanuskerk. Alle gevangenen kregen den last, van de kar af te komen en de kerk binnen te gaan. Rochette weigerde; maar men dwong hem, van hem eischende, dat hij God, den koning en den rechters vergiffenis zou vragen, omdat hij de ordinantiën overtreden had. Doch de martelaar wees dezen eisch af. Intusschen viel hij echter op de knieën en sprak: »Ik vraag God om vergiffenis voor al mijne zonden, en ik geloof zekerlijk daarvan gewasschen te zijn in het bloed van Jezus Christus, die ons tot een duren prijs gekocht heeft. Ik behoef den koning niet om vergeving te vragen. Ik heb hem altijd geëerd als den gezalfde des Heeren. Ik heb hem altijd bemind als den vader des vaderlands. Ik ben altijd een goed en trouw onderdaan geweest, waarvan mijne rechters mij voorkwamen wel overtuigd te wezen. Ik heb altijd aan mijne kudde geduld, gehoorzaamheid en onderwerping gepredikt en mijne leerredenen, die men in handen heeft, zijn kortelijk in deze woorden begrepen: Vreest God, eert den koning. Zoo ik zijne wetten op de godsdienstige vergaderingen overtreden heb, is het, omdat God mij gebood, die te overtreden. Wat de rechters betreft, ik heb ze nooit beleedigd en bid God, hun vergiffenis te schenken." Geen wonder, dat zulke taal den rechters niet beviel, maar Rochette was tot geen andere bekentenis te brengen. Daar de gebroeders Grenier, die veroordeeld waren, om onthoofd te worden, niet tot eenige afzwering verplicht waren, gingen de veroordeelden nu weer naar de kar en trokken naar het plein du Petit-Salin, Onafzienbaar was de menigte der menschen, die zich om het schavot verzameld had, maar geen was er, voor wien het noodig zou geweest zijn, de troepen op de been te brengen. Toch was dit laatste geschied.

Toen de gevangenen het schavot beklommen, heerschte alomme een diepe stilte, zelfs onder Roomschen. Iedereen scheen getroffen door de jeugd en standvastigheid der martelaren, van welke de voornaamste, Ds. Rochette, geen ander kwaad had gedaan, dan dat hij bedienaar des Woords in de Gereformeerde kerken was en dit niet had geloochend, toen de leugen hem had kunnen redden. Kalm en bedaard beklom hij de ladder. En terwijl de beul hem het worgtouw omsloeg, zong hij:

Dit is de dag, de roem der dagen,

Dien Isrels God geheiligd heeft; Laat ons verheugd, van zorg ontslagen,

Hem roemen, die ons blijdschap geeft.

De beul brak dezen lofzang af, door het geslagen vonnis te voltrekken. Rochette blies dadelijk den laatsteh adem uit.

De gebroeders Grenier kwamen nu aan de beurt. Met stille bewondering waren de beide oudsten getuigen geweest van Rochettes marteldood, de laatste had geweend. Daarna omhelsden zij elkander en gaven hunne zielen den Heere over. Reeds waren de beide oudsten onthoofd, toen de beul op den jongste toetrad en zeide: »Gij hebt daar uwe broeders zien sterven, bekeer u, om niet, gelijk zij, om te komen." Kort antwoordde de jonge edelman: »Doe uw plicht", en een oogenblik later was ook zijn hoofd, gelijk dat zijner broeders, afgehouwen. Het volk ging uiteen, deels zwijgend, deels ook diep bedroefd. De kerken der woestijn hadden een zwaren slag ontvangen.

Misschien was het daarom, dat velen harer niet konden gelooven, dat Rochette van hen weggenomen was. Eindelijk was het echter niet meer te ontkennen. »Babylon is dus niet te genezen", schreef in die dagen een predika, nt, »noch zijn bloeddorst te verzaden. Zoolang de koning zijne macht aan het beest geeft, hebben wij te verwachten, dat het tegen de heiligen krijg zal voeren." En een ander: »Zie eens, hoe tegen onze verwachting onze gemeenten waardige martelaren hebben geleverd. Het strekt haar en ons tot roem. Maar hoe hard is het voor het vleesch, wanneer men op zulk een wreede wijze broeders en vrienden, die men innig liefhad, verliezen moet. Zij zijn intusschen zalig." Anderer getuigenis sprak van vreeze voor de toekomst.

Het bleef echter niet bij spreken. De kerken zorgden ook voor de ouders van Rochette, die door > den dood huns zoons den man kwijt waren, die hen ondersteunen kon.

Zoo toont de Heere, dat zijne kerk te allen'dage eene martelaarskerk is. Immers op tijden, dat wij het niet verwachten, " kan Hij vervolging brengen. Bedenke dan ieder kind Gods, dat zijn stok en staf, waarop hij in alle tijden steunen kan, is liet woord des Heeren : »Mijne genade is u genoeg."

DE GAAY FORTMAN,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Marteldood van Francois Rochette.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1889

De Heraut | 4 Pagina's