GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

OLAF DE NOOR.

XI.

De overwinning.

Op een neveligen najaarsmorgen, wierp het schip de Draak, op 't welk zich Olaf en zijn makkers bevonden, het anker in een der vele bochten of inhammen, die het land op Noorwegens kusten heeft. Er was haast met dereis gemaakt; want in dien tijd was de Noordzee des winters onbevaarbaar, gelijk trouwens meer zeeën, zooals blijkt uit hetgeen we van Paulus' reis naar Rome in de Handelingen lezen.

Gelukkig was de tocht volbracht. Men was zoo wijs geweest niet rechtstreeks naar Drontheim te zeilen, maar wat zuidelijker te landen. De mannen waren allen vol hoop en moed. Zij vertrouwden op Olafs dapperheid en bovendien meenden zij, dat de God der Christenen, die nu immers ook door hen werd aangebeden, en zooveel machtiger was dan hun oude goden, zeker hun vijanden, die nog Thor en Wodan dienden, zou bestrijden en verslaan. Zij begrepen, dat ziet ge, van het Christendom nog zoo goed als niets en redeneerden over den Heere even dwaas als vroeger de Syriërs over den God van Israël.

Zoodra 't schip geland was, gingen eenige f mannen uit om te zien of zij in de dorpen dichtbij konden te weten komen, hoe het op het oogenblik met de zaken stond. Het duurde niet lang of de boden kwamen terug. Zij brachten voor Olaf goede tijding mee.

Na den dood van koning Trijgve", zoo spraken de boodschappers, »is er in het koninkrijk Drontheim twist ontstaan om den troon. Vijf of zes opperhoofden en edelen zijn in strijd er om geraakt. Elk heeft zijn aanhang; maar totnogtoe heeft geen het den anderen kunnen afwinnen. Doch als gij, Olaf, de zoon van den ouden vorst, u maar vertoont, dan zullen zeker duizenden tot u komen en zal weldra een geheel leger onder uw bevelen staan."

't Was natuurlijk dat deze meedeelingen den prins met vreugd en blijde hoop vervulden. Er werd raad gehouden en men besloot ten spoedigste het schip te verlatsn en landwaarts in te trekken.

Met hun fraaiste kleederen aan en hun wapenen in de hand togen de mannen voort. Weldra kwamen zij aan bewoonde plaatsen en maakten zich aan het volk bekend. Nu bleek het dat de uitgezondenen waarheid hadden gesproken. Want nauwelijks had het volk vernomen dat prins Olaf, de zoon van den ouden koning, was teruggekeerd, om het rijk dat hem rechtmatig toekwam in bezit te nemen of alle mannen voegden zich bij hem.

De kleine schaar groeide weldra tot eenige honderden. In elk dorp waar zij verschenen sloten zich nieuwe volgers aan. 't Was nog niet vergeten welk een dapper strijder Olaf was; en hoe koning Trygve hem naar 't leven had gestaan. Van alle zijden daagden er lieden op die met en onder den prins wilde strijden, in de hoop op verhooging en eer, wanneer hij, waaraan ze niet twijfelden, de overwinning zou behalen. Velen, die zich eerst gevoegd hadden bij een of ander der edelen, die twistten om de kroon, verlieten hun aanvoerders en sloten zich nu de oude erfgenaam was wedergekeerd, bij dezen aan. En bovendien geloofden de meesten dat zoodoende de strijd in het land het eerst eindigen zou, nu er weer een koning zou komen tegen wien niemand iets kon inbrengen.

Zoo stonden de zaken toen Olaf Drontheim naderde. Hij had nu een leger van eenige duizenden welgewapende en moedige mannen met wakkere bevelhebbers, waaronder Sigurd de eerste was. Van zijn overgang tot het Christendom had de prins totnogtoe gezwegen. Hij vond het beter dat dit nu nog niet bekend werd, wijl 't hem veel volk kon doen verliezen. En, zoo dacht hij in zijn blindheid, 't is beter dat ik nog wacht. Nu zouden misschien velen zich verzetten of nog ontrouw worden. Ben ik straks eenmaal koning, dan kan ik hen dwingen en moeten ze mij wel volgen.

Eindelijk, niet ver van Drontheim, stiet Olaf op het leger der vijanden. Drie aanvoerders hadden zich tegen hem vereenigd; de andere waren afgetrokken. Reeds vooruit kon men zien aan welken kant de overwinning wezen zou. Niet a^een was het leger der vijanden zwakker dan net andere, maar bovendien waren Olafs strijders vol moed, en de anderen twijfelmoedig en daardoor reeds niet sterk.

Vroeg in den morgen begon de strijd in een eng dal, door hooge bergen met zwaar geboomte begroeid ingesloten. De vijanden hadden zich daar verschanst om aan Olafs leger den doortocht te betwisten en het, zoo mogelijk, terug te drijven.

Toen de prins en zijn leger naderden werd hun een ware hagelbui van pijlen tegemoet gezonden, die echter wegens den grooten afstand en den feilen wind niet veel schade deden. Hoe meer men echter voorttrok hoe gevaarlijker 't werd. Want de vijanden hadden groote rotsblokken bijeengebracht, en beproefden die op de voorttrekkenden te werpen.

Nu werd goede raad duur. Verder gaan was zoo goed als den dood in de kaken loopen. Na kort beraad tusschen Olaf, Sigurd en de twee andere oversten Erik en Thorwald besloot men tot een krijgslist. Op een gegeven teeken trok plotseling heel 't leger terug. Luid vreugdgeschreeuw en gejubel klonk nu van de bergen, waar men meende dat Olaf en de zijnen op de vlucht sloegen. Doch het zou anders zijn.

Ongemerkt sloop een kleine bende de rotspaden op, en, terwijl de vijanden zich naar beneden spoedden, stegen de anderen steeds hooger tot zij den bergkant bereikten en door het opsteken van een vaan daar het teeken van gaven. Nu wendden ook Olaf en de zijnen zich om en in een oogenblik zagen de vijanden zich als tusschen twee vuren. Eenigen ontkwamen nog naar Drontheim; de anderen werden gedood of gaven zich gevangen, om dit lot te ontkomen.

Nog eer de middag aanbrak was de strijd beslist. Olaf had overwonnen en rukte nu in zegepraal met de strijders naar Drontheim op, waar het volk zich gereed maakte om hem feestelijk en hartelijk te ontvangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juni 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juni 1890

De Heraut | 4 Pagina's