GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

voor Kinderen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De voorstelling in den tempel. 1)

Luk. 2 : 22—40.

In Israël werd elk manlijk kind, Zooals ons 't Woord verm.eldt, Den Heere te Jeruzalem Door d'oudren voorgesteld.

Ook Jezus werd er heengebracht Op den bepaalden tijd. Zijn oudren gaven naar de wet Een offer, God gewijd.

Nu was daar een rechtvaardig man. Met name Simeon, Godvreezend en verwachtende 's Volks Troost, zijn Levensbron.

Hij zou Hem zien, den Christus Gods, Hem zien vóói dat de dood (Zoo had de Heere hem verklaard) Zijn matte oogleên sloot.

De Heiige Geest, die op hem is Drijft tempelwaarts hem heen. Waar, even na hem, d'ouders ook. Met Jezus binnentreên.

Als zij gereed staan om te doen Naar 't wettelijk gebod. Neemt Simeon het kindeken In d'armen, lovend God.

»Laat, Heere Ithans uw dienstknecht gaan In vrede, naar uw woord; Want Gij hebt te bekwamer tijd Mijn bede trouw verhoord."

»Ik heb met ongekende vreugd Uw zaligheid gezien, Die Gij aan alle volkeren Genadiglijk komt biên."

»Een licht toch hebt Gij op doen gaan In goedertierenheid, Voor 'tdwalend Heidendom en 'Xvolk Uws Naams tot heerlijkheid".

Verwondring grijpt elk aan, om 't woord Van 't kind hun hier gezegd. Maar Simon, de oudren zeegnend, ziet De toekomst bloot gelegd.

En tot Maria klinkt zijn woord: Zie, »Deze wordt voor al. »Wie zich in Isrel aan Hem stoot, Gewislijk eens ten val.

»Maar voor wie in Zijn Woord gelooft. Een vaste, onwrikbre rots; Hoe driest de laster tegenspreek' Met ongebogen trots.

»Zoo wordt het boos gedichtsel van Het hart geopenbaard!., .. Maar u, o moeder! zal 'teens zijn, Als trof uw ziel een zwaard."

1) Reeds heel lang was dit stuk van een vriend, die er al meer rond, in ons bezit. We geven het gaarne nu een plaats.

Hier hield hij op. - Als nu volda^'n Was aan den eisch der wet. Vertrokken, na verloop van tijd. Zij weer naar Nazareth.

Het kind wies op en in zijn geest Drong goddelijke kracht. Gepaard met wijsheid, Gods gena Hield over Hem de wacht.

L. v. D. L.

De toren en de kosten.

Een jongeling kreeg lust om zendeling te worden. Nadat hij alles had geleerd wat noodig was te weten, om tot de heidenen te kunnen spreken, vertrok hij naar een vergelegen land. Hij zou daar komen op een zendingspost, waar reeds een aantal predikers waren; en die bestuurd werd door een directeur of leider, die op alles toezicht hield. Later hoopte de jonkman dat zelf ook te worden. Het was hem minder te doen om den Heere te dienen door aan de heidenen 'i Evangelie te brengen, dan wel om eer bij de menschen.

Na zijn aankomst in 'theidenland moest hij een boot huren, om hem naar den zendingspost te brengen. Tot zijn verbazing zag hij, toen men landen zou, geen haven, geen steiger, geen bootje - niets. Hij riep zoo luid hij kon, en eindelijk, daar kwam een man aan, die op 't land had gewerkt en in een flanellen hemd was gekleed. De man stapte door het water naar de boot, nam den nieuwgekomene op zijn rug en droeg hem naar 't land.

»Weet gij ook waar 't huis is van den directeur? " vroeg de jonkman.

«Daarginds, " was 't antwoord, »in die hut woont hij." En de nieuwe zendeling zag een huisje, heel armoedig en klein, 't Viel erg tegen.

»En waar is hij zelf? "

»Ik ben de directeur, " zei de man die hem gedragen had.

Nu stond de ander geheel versteld. Doch hij zei niets. Dicht bij 't huis waren eenige helpers van den zendeling bezig een hut van palen te maken rondom een stuk land, en onze vriend mocht al dadelijk mee helpen-Dit beviel hem niet erg, want het deed zijn hand-jn zeer. Hij had gerekend op een mooi huis en een maklijk leven en zoo meer. En nu leek hij wel een werkman en de directeur een landbouwer.

Teleurgesteld ging hij naar den laatste en vroeg hem wat hij nu wel in 't vervolg zou te doen krijgen als hij op den post bleef.

»0, velerlei, " was 't antwoord, »maar vast kan ik u alleen beloven, dat ik u niet zal vragen te doen wat ik zelf doe."

De jongeling verschrikte. »Ik geloof dat ik niet voor zendeling deug, "' sprak hij.

»Dat geloof ik ook, " was 't antwoord. En eenige maanden later was de jonkman reeds in zijn land teruggekeerd.

»Wie van u, willende een toren bouwen, zit niet eerst neder en overrekent de kosten? " zegt de Heere. 't Zou goed zijn als vele jongelui dit bedachten, eer zij iets begonnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 augustus 1890

De Heraut | 2 Pagina's

voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 augustus 1890

De Heraut | 2 Pagina's