GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Om het hoog belang der zaak dient

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om het hoog belang der zaak dient

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om het hoog belang der zaak dient nog met een enkel woord teruggekomen op het Hypnotisme.

In de eerste plaats om te wijzen op een getuigenis, dat door dit hypnotisme tegen het ongeloof wordt afgelegd.

Lange jaren toch was het bijna regel, dat men onder de mannen van wetenschap den spot dreef, met al wat de Heilige Schrift ons beticht aangaande a'lerlei raadselachtige feilen, die zoowel onder de Heidenvolken, als onder de Joden, en daarna in de Christelijke kerk voorvielen. Want wel waren soortgelijke berichten ons ook door profane schrijvers uit de oudheid bericht, en vernam men nog gedurig van soortgelijke werkingen onder de volken van Azifi en Afrika; maar, zoo zei men, zoodra het licht der wetenschap doordringt, vallen al zulke verschijnselen weg, zoodat blijkt, hoe ze slechts op inbeelding en charlatanneric berusten.

Zelfs toen Mesmer in het dusgenaamd Mesmerisme soortgelijke verschijnselen vernieuwde, dreef de geleerde wereld hier den spot mee, en al wat sinds van de magneg h tiseurs bericht werd, beschouwde men als een soort goochelarij, op niets dan bedrog en foppage berustend.

Doch zie thans is het de dusgenaamde wetenschap zelve, die als pleitbezorgster van het hypnotisme optreedt, en bij monde van onderscheidene geleerde mannen ons berichten komt, dat er toch, ja, heuschelijk, zekere werkingen en raadselachtige krachten bestaan, wier bestaan men dusver steeds voor zelfbedrog of opzettelijke misleiding had verklaard. En wat het opmerkelijkst is, men komt u verzekeren, dat deze werkingen niet iets stoffelijks ten grondslag hebben, maar \c\xX.^t zielswerkin^em'\)x; , d\Q zelfs bijna uit.'^laitend door de macht der gedachte wet ken, en voor haar resultaat gebonden zijn aan zeker geloof.

Men geefc thans toe^ dat de ziel of geest van den éér.en mensch in een geheel raadselachtig en wonderbaar contact kan treden met de ziel of den geest van een anderen mensch; en dat dit contact zoo wonder machtig kan v/erken, dat enkel door zu'k een geestelijken invloed miraculeuze ger; enedngen ook van lichamelijke krarikliedcn kunnen bewerkt worden, zoodat zelfs kreupelen door deze wonderbare krachten te genezen zijn.

Let nïen er nu op, hos de Hei'.ige Schrift ons gedurig bericht van zekere wondere wijsheid der Egyptenaren, v/aardoor hun toovenaars allerlei teekenen deden, en ook uit andere landen verhaalt van invloedrijke mannen, die door hun teekeiien de menigte verbaasden; ja ons voorspelt, hoe ook in het einde der dagen, allerlei anti christelijke machten zullen opkomen, die wonderen en teekenen zullen doen; dan ontstaat metterdaad de vraag, of in het hypnotisme niet eenvoudig weer een dier vele machten ontdekt is, die van de schepping & f in de menscheüjke natuur gehuisvest hebben; die ook na den val nog lang op .allerlei zondige manier hebben nagewerkt; en die de opgeblazen wetenschap eenvoudig deswege geloochend heeft, omdat ze niet pasten in haar kader.

Ja, zelfs rijst de vraag, of dit hypnotisme ons niet wijst op het bestaan van nu verzwakte zielskrachten, die in Christus en zijn profeten en apostelen, heerlijk hersteld, in Gods hand het middel zijn geweest, cm vele genezingen van bezetenen, ziekten en allerlei kwalen te bewerkstelligen. Niet natuurlijk, alsof men ooit deze wonderen met de resultaten van het hypnotisme op één lijn mocht stellen, gelijk de geleerden van het hypnotisnr.e dit nu reeds zoo gretig doen, maar wel in dien zin, dat ons door het hypnotisme op eene onze satuur ingeschapen zielskracht wordt gewezen, die door God geheiligd en hersteld, voertuig was voor deze teekenen zijner almacht.

Doch hoe men hier ook over oordeelt, ia elk geval is het van gewicüt op te merken, dat dezelfde wetenschap, die dusver al wat tot het wondere gebied van de verborgen zielskrachten behoorde, kortweg loochende en voor bedrog verklaarde, thans zelve gedwongen wordt, te erkennen, dat zulke wonderwerken dan toch niet onmogelijk zijti, en wel terdege kunnen bestaan.

Bidenkl men nu hierbij, hoe het zeer wel mogelijk is, dat later nog andere soort-, gelijke zielskrachten ontdekt worden, dan gevoelt men hoe de hooghartige en laatdunkende bestrijding van wat de Heilige Schrift ons omtrent al soortgelijke wondere gebeurtenissen bericht, door dit optreden van het wetenschappelijke hypnotisme een geduchten stoot ontving, en omgekeerd het eenvoudig geloof in wat de Heilige Schrift ons bericht, '^ttx op veriassende wijze wordt gerechtvaardigd.

Maar evenmin mag een andere, geheel tegenovergestelde opmerking hier worden teruggehouden.

De Heilige Schrift leert ons namelijk, dat er zeker terrein van wondere werkingen bestaat, die door den zondigen mensch tegen Gods eere gebruikt worden, en in de macht van Satan staan.

Reeds aan het hof van Pharao vindt Mozes, als hij de wonderen Gods komt verrichten, een stel mannen tegenover z'ch, die ook op hun wijs allerlei wonderbare teekenen doen, waardoor ze de autoriteit van de goddelijke teekenen zoeken te verzwakken; en gedurig vinden we ook daarna Israël gewaarschuwd voor allerlei toovenaren en bezweerders in de heidenwereld, waarmee ze geen gemeenschap mochten hebben. En zoo weinig schijnt deze zondige kracht vernietigd te zijn, dat, gelijk wa reeds opmerkten, ook de Openbaring van Johannes ons wijst op allerlei onheilige teekenen en wonderen, die Satan in het laatste der dagen verrichten zal, om het Koninkrijk van Christus tegen te staan, en de zielen te verleiden.

Dit nu noopt ons, ook ten opzichte van het hypnotisme, tot de grootste omzichtigheid, en zoo ooit de behoefte aan een medische faculteit op Chrlstelijken grondslag levendig kon gevoeld worden, dan is het wel nu, nu we geheel ongeloovige medische hoogleeraren tamelijk apodictisch over deze verborgen zielskrachten hooren spreken, en zelfs door den rechter zien opgeroepen, om als deskundigen over de toerekenbaarheid of ontoereker. baarheid van groote misdadigers te oordeelen.

Tweeërlei toch trekt in dit hypnotisme de aandacht; ten eerste de zegen dien het brengen kan voor de genezing van enkele walen; maar ook ten andere het ontzetende gevaar, waaraan het personen van | weinig wilskracht blootstelt. Reeds op j ichzelf i5 het iets ontzettends, als men ; iet, hoe de ééne mensch tot een volkomen ! willoos orgaan of instrument van den wil es anderen kan verlaagd worden. Dat evaar klimt nog, als men hoort, dat de ééne mensch, door den anderen dikwijls te hypnotiseeren, allengs heel zijn karakter kan | uitwisschen en hem tot een dubbelganger ; van zichzelf kan maken. En vreeslijke afmetingen neemt dit gevaar aan, zoo men bedenkt, dat een booze mensch in dit hypnotisme een macht beschikbaar heeft, om, bijna ongemerkt, den anderen, geheel willoos en onbewust, tot de grootste schandelijkheden te bewegen.

Dit toch wettigt metterdaad het bang vermoeden, dat men in dit hypnotisme ten deele met een onheilige macht te doen heeft, die aan zichzelve overgelaten, allengs de bron kan worden van namelooze ellende en zeer wel saam kan hangen met de openbaring van een macht uit de diepte.

Zelfs de cngeloovige medici hebben hier een open oog voor, en dringen er daarom op aan, dat de Overheid maatregelen tegen dit kwaad zal nemen, ook al verzuimen ze ons mede te deelen, welke maatregelende Overheid ooit zou kunnen nemen, om de gebruikmaking van deze macht te stuiten; en al laten ze de vraag onbesproken, wat te doen, zoo ef medici wierden gevonden die zelven deze krachten op onheilige wijze misbruikten.

Zelfs slaan de medici een gansch ongeoorlooiden weg in, waar ze, met dit hyp. notisme gewapend, zich het recht aanmatigen, om uitspraak Ie gaan doen, over allerlei zielkundige quaesties, en tot zeis de leid'-ng der geestelijke opvoeding aan zich willen trekken.

Er zijn namelijk nu reeds geleerden in de school van Nancy, die het hypnotisme ook aanbevelen, als een middel om kinderen allerlei zedelijke gebreken af te leeren, en ze door de suggestie het liegen, het snoepen, het lui zijn enz, afhandig te maken.

Hier toch geldt het: Schoenmaker, houd u bij uw leest. Voor zulke experimenten zijn de medici niet. Dat ligt niet op hun weg. Dat behoort niet tot hun domein. En zoo men niet scherp toeziet, - zou deze overschrijding van hun bevoegdheid er al meer toe leiden, om ook geheel het zedelijk leven onder de macht der medische faculteit te brengen. Iets waarvoor God ons beware.

Toch hebben ze in zooverre gelijk, dat het hypnotisme op het bestaan van een zielskracht wijst, die wel terdege iets met de opvoeding te maken heeft.

Neem b.v. slechts dit ééne.

Is het waar, dat de suggestie, dat is het iemand aanbrengen van een gedachte, die gedurig herhaald, allengs macht over zijn geest erlangt, metterdaad het gevolg heeft, dat deze gedachte allengs in hem dringt en zóó post vat in zijn bewustzijn, dat ze levenslang een macht in zijn leven wordt, dan wordt het voor alle opvoeding van het uiterste belang, om van meet af tce te zien, welke algemeene begrippen door het schoolgaan, door de catechisatie, door lectuur, en door de prediking altoos weer aan onze kinderen worden ingeprent.

Dan toch blijkt hieruit, hoe roekeloos het is zijn kind naar een verkeerde school of catechisatie te zenden; hoe het kerkgaan ook voor een kind van het hoogste belang kan zijn; en hoe noodzakelijk het is op hetgeen onze kinderen lezen het oog te houden.

Doch ook van den anderen kant blijkt het dan paedagogisch, hoe noodzakelijk het is, op school en catechisatie en bij de prediking zich te gewennen aan heldere begrippen, aan vaste formuleeringen en scherpbelijnde denkbeelden, die steeds in denzelfden vorm moeten herhaald worden.

Bovenal ook wordt het duidelijk, wat macht de Heilige Schrift bezit, om haar inhoud door gestadige lectuur, al dieper in onzen geest in te prenten, en, ook buiten het redeneerend verstand om, ons innerlijk te veroveren en te beheerschen.

Doch, gelijk gezegd, dit alles is een veld dat nog braak ligt. Nog pas is de spade in den grond gestoken.

Alleen mag nu reeds geconcludeerd, dat de Vrije Universiteit ons een wezenlijken dienst zou bewijzen, zoo ze althans voor de Psychiatrie hoe eer hoe betef een leerstoel oprichte, en alzoo een zelfstandig onderzoek instelde naar deze verborgen zielskrachten, én om er het profijt uit te trekken, dat er ons in geboden wordt, én om de schade te helperi afweren, waarmee ze ook ons Christenvolk bedreigt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 januari 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Om het hoog belang der zaak dient

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 januari 1891

De Heraut | 4 Pagina's