GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Achternit^ang'.

ONBETROUWBARE GRONDEN.

III.

Wat in den strijd door de voorstanders van het nu weer zoo hoog geprezen Boeddhisme aangebonden, hen niet weinig verzwakt, is het onloochenbare feit, dat zelfs de kamniekt boeken, die de ware geschiedenis en leeringen van Boeddha heeten te bevatten, alles behalve gezaghebbend zijn.

Dereden hiervan is dat, gelijk de Boeddhistische heilige schrijvers zelf erkennen, het vaste gewoonte was bij de oorspronkelijke leeringen aanteekeningen en ophelderingen te voegen. En niet alleen waren de Boeddhistische schrijvers dit gewoon, maar nog verrassender vrijheden veroorloofden zij zich waar het verhalen geldt, d. w. z. een der hoofdzaken.

Er is b. V. een legende, die beschrijft, hoe Boeddha zijn harem vaarwel zegt. Blijkbaar nu is dit ontleend aan een oudere geschiedenis, waarin zekere Yasa, een rijk, jong man te Benares, die walging krijgt van het leven met de vele vrouwen, den danseressen^ terwyl zij slapen, ontvliedt, en zich tot onderwijs naar Boeddha begeeft. De geleerden Davids en Oldenberg, die deze legende vertaald hebben, verklaren dat hier een geval in het leven i) van Boeddha is versierd naar het voorbeeld der geschiedenis pas vermeld, en verklaren tevens dat nergens in de oorspronkelijke boeken dit afscheid van Boeddha voorkomt.

Nog veel sterker spreekt het volgende:

Er is een legende, die Boeddha voorstelt terwijl hij de verzoeking van Mara weerstaat door plaatsen aan te halen uit de »Schrift". Die »Schrift" nu is het boek Dhammapada. Mïtar nu weet men ten eerste, dat dit werk is opgesteld eeuwéft na Boeddha en ten tweede dat er in Boeddha's xï^dgeen „Schrift" bestond; daar er niets geschreven werd vóór twee of drie eeuwen later. Daarbij komt nog, dat de schriftwoorden, die Boeddha aanhaalt, dan zijn eigen leeringen zouden zijn. Immers het boek Dhammapada beweert dat het bestaat uit de heilige woorden van den »Verlichte." En toch wordt zulk een vertelsel vaak voorgesteld als vergelijking met wat het Evangelie meldt over de verzoeking des Heeren in de woestijn!

De waarheid is dat de legenden van Boeddha geheel geschreven zijn na het begin der Christelijke tijdrekening. Zelfs kan niet bewezen, dat een er van in den tegenwoordigen vorm geschreven is, vroeger dan twee of drie eeuwen na dierf tijd omtrent het boek Lalita Vistara, dat zeer vele dezer legenden bevat, getuigt Davids dat er geen werkelijk bewijs is dat het in zijn huldigen vorm bestond vóór het jaar 600 n, Chr. Oldenberg verklaart: Geen levensbeschrijving van Boeddha is uit oude tijden tot ons gekomen, uit den eeuw van den Pali-tekst, en wij kunnen gerust zeggen dat er toen geen dergelijke levensbeschrijving bestond. Beal getuigt dat de Boeddhistische legenden, zooals die voorkomen in de verschillende epische gedichten van Nepaul, Thibet en China niet gevormd zijn naar eenig Indisch voorbeeld (in wat tijd ook) maar om zoo te zeggen uitgewerkt gevonden is onder Noordsche volken, die onwetend of onverschillig zijn voor de opgeschroefde verhalen der Brahmanen.

In de zuiderlijke oorspronkelijke lezing ontbreken de gegevens der legenden. Volgens de oudste lezing is Boeddha niet uit een koninklijk geslacht; wordt hij voor zijn verlichting «/«/ verzocht, doet hij geen wonderen, en is evenmin een algemeene zaligmaker."

Is er dus letterdieverij gepleegd, heeft de een iets aan den ander ontleend, dan zijn de kansen niet tegen het christendom, maar zeer zeker tegen het Boeddhisme. De heer Hickey verzekert, en dat nog wel niet als legende maar als geschiedkundig feit, dat eens dertig duizend Boeddhistische monniken uit Alexandrië Ceylon bezocht hebben! Een bewering te'dwaas gelijk ieder weet, om er nog over te spreken. Daarentegen is het zeer zeker, dat al zeer vroeg een christelijke kolonie te Malebar in Indië bestond, wat o. a. blijkt uit de duizenden nakomelingen er van op den huldigen dag.

't Is dus duidelijk, dat uit niets de vroegere heerschappij van het Boeddhisme ten Westen van Indië blijkt. Wel dat het Christendom reeds vroeg in dat rijk doordrong. Van het laatste heeft daarom het ontleenen, zoo 't geschiedde, plaats gehad.

Nu komt daarbij dat, gelijk ieder weet, het christendom zich steeds ten sterkste verzette tegen vermenging met eenig godsdienstig stelsel. Het christendom verwierp het neo-Platonisme der »geloofmakers" van Alexandrië (die — in 't voorbijgaan — hun wijsheid ook niet uit Boeddha maar uit Plato haalden) en streed eeuwen lang tegen Gnosticisme, Manicheïsme en dergelijke ketterijen. Daartegenover nu nog te durven beweren dat de christelijke kerk het spoor verliet om 't Boeddhisme na te doen, is öf grove onwetendheid, of roekeloos valsche voorstelling.

Maar hoe staat het nu met het Boeddhisme? Heeft ook dit zich zoo zuiver weten te houden als het christendom van alle vreemde bestanddeelen alle vreemde goden?

Elk eerlijk zaakkundige zal antwoorden neen.

Veeleer ligt het in den geest van dit godsdienstelsel om aan anderen te ontleenen. Vandaar dat het dan ook alle mogelijk bijgeloof, 't welk het vond, opnam. Het tiad in verbinding met elk plaatselijk godsdienstelsel en was daarbij waarlijk niet kieskeurig, Het vond zoowel aanknoopingspunten met de Duivel ver eering van Burma en Ceylon als met den Tao-dienst van China of den Shinto dienst van Japan.

Zoodoende werd het Boeddhisme in den loop der tijden, en het gaat nog steeds zoo voort, weer iets anders dan het oorspronkelijk was. We zullen dit een volgende maal aantoonen. Alvast stelle men er tegenover hoe het waarachtig Christendom nog altijd het oude apostolische is. De waarheid verandert niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 april 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 april 1891

De Heraut | 4 Pagina's