GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KRUIK.

In , vroeger tijden waren er evenals nu menschen die klaagden, dat zij »kort van memorie" waren, wat veelal zeggen wil, dat men geen lust heeft 't een of ander te onthouden.

Zoo'n man van slecht geheugen kwam eens tot een leeraar, om een boodschap te doen. Nu vroeg de leeraar hem, waarom hij zoo zelden in de kerk kwam.

»Och", was 't antwoord, »ik kan er toch zoo weinig van onthouden, van wat ik hoor. Pas ben ik de kerk uit, of alles is ook uit mijn geheugen.

»Dat is heel naar", sprak de dominee, smaar wilt ge mij niet even 't genoegen doen die kruik met water te vullen." De man deed dat.

»Wilt ge haar nu ook weer leeg gieten? " Ook dat deed de ander, schoon hij niet begreep waarom.

!> Zie", sprak nu de leeraar, »deze kruik had lang ledig gestaan. Zij was niet onrein. Toch is zij nu schooner dan zij vroeger was, al is er ook geen druppel water in gebleven."

»En zoo", ging de predikant voort, »is het ook met u. Gij zijt als deze kruik. Al behoudt uw geheugen ook niets van het water des levens, het Woord Gods, toch zal het er in komende het beter maken en reinigen. Beproef het en let er wel op, dat er toch altijd in de kruik iets blijft hangen."

De man volgde dezen raad op en — het bekwam hem goed. Er bleef iets hangen en later zelfs veel. Wel kon hij nooit heel de preek achtereen over vertellen, maar hetgeen hem bijbleef was genoeg: 'twas wat hij noodig had.

OVERDAAD.

Schoon des Heeren Woord ons waarschuwt: ïWordt niet dronken in wijn" en de blinde heidenen ja zelfs de redelooze dieren ons al leeren kunnen, dat het schadelijk en dwaas is in overdaad te drinken, toch zijn er ook onder hen die Christenen heeten nog zooveel die dat doen. We zien het eiken dag.

Koning Cyrus, die in de Bijbel Kores heet, woonde als knaap aan 't hof van zijn grootvader. Deze bood hem eens een beker vol wijn aan. Doch de knaap weigerde.

»Waarom? " vroeg de oude koning.

»Omdat", zei Cyrus, »ik gisteren gezien heb hoe uw hovehngen die van dat vocht beker na beker dronken, ten slotte werden als zotten. Zij schreeuwden, tierden, loeiden en rolden eindelijk over den grond. Zij geleken wel wilde dieren."

Cyrus was uit Perzie afkomstig. Zijn grootvader leefde in Medië. Daarom vroeg de laatste:

Hoe gaat het dan in uw land toe? Drinkt uw vader dan niet?

sZeker", was 't antwoord, »maar alleen zoo hij dorst heeft en slechts dan weer als hij op nieuw dorst krijgt."

»De wijn is een spotter", zegt de Schrift. »A1 wie daarin dwaalt, zal niet wijs zijn."

Nederig: maar g-evat.

In het midden der vorige eeuw leefde in Engeland Dr. Watts, een vroom man, die gelijk Van Alphen bij ons, schoone liederen voorde jeugd maakte, die nog veel gebruikt worden.

Deze beroemde man trad eens met eenige vrienden een logement binnen om daar te vernachten. Onder de aanwezigen was er een die den dichter kende, en nu een vriend toefluisterde :

»Daar is Dr. Watts!" »Hoe? '' sprak de ander verbaasd, maar wat te luid, „is dat nu de grooU Dr. Watts". Deze laatste hoorde dat, keerde zich om en met een glimlach sprak hij deze woorden, uit een vers dat hij vroeger had gemaakt:

»A1 reikte ik ook tot aan de pool En mat de zeëen met een span, Wat baatte 't mij ? De ziel is meer;

De geest — die rekent bij den man."

Verbaasd zagen allen op. Want ge moet er bij weten, dat Watts klein van persoon was en nu net gedaan had, alsof de ander daarop zinspeelde, wat denkelijk ook zoo was. In elk geval had hij nu geleerd, waar de ware grootheid is te zoeken. Dat zegt ook des Heeren Woord in de geschiedenis van. . . . Ja — wie weet dat?

AAX VIIAGERS.

Hoe is, zoo luidt de eerste van een tweetal vragen, 2 Koningen 7 vs. 3 en 4 te verslaan. Men leest daar:

„Er waren nu vier melaatsche mannen voor de deur der poort; die zeiden, de een tot den ander: Wat blijven wg hier, totdat wij sterven? " enz.

De melaatschen mochten niet binnen de stad wonen. Dat blijkt uit Lev. 13 : 46 en Num. 5 : 3-Daar deze vier melaatschen zicii bij de stadsmuren ophielden, werden zij zeker van voedsel voorzien door hun vrienden of bloedverwanten in de stad Samaria. Doch toen de hongersnood sterk werd, hield dit op en een gewisse dood stond hun voor oogen Zij had den geen vnyAeid om in de stad te gaan naar willekeur, doch dachten weUicht op een of andere wijs binnen de muren te komen Doch waartoe? Daar binnen heerschte de hongersnood zoowel als daar buiten.

De melaatschen hadden doorgaans hun tenten, waarin zij woonden, in de nabijheid der stadspoorten. (De melaatschen van Jeruzalem hebben nog heden ten dage hun tenten bij de Zionspoort.) Wanneer zij nu tot de Syiiërs overgingen, zagen zij nog een kans om hun leven te behouden.

De tweede vraag betreft vs. 6 waar staat: »Want de Heere had het leger der Syriërs doen hooren een geluid van wagenen .. . zoodat zij zeiden de een tot den ander: zie de koning van Israël heeft tegen ons gehuurd de koningen der Hethieten en de koningen der Egyptenaren om tegen ons te komen."

Hadden, zoo is de vraag, de Egyptenaars dan verscheiden koningen ? Was er dan meer dan één koning van Egypte ?

Dit wordt aldus verklaard: Omtrent den tijd waarvan hier wordt gesproken begon Egypte te verbrokkelen en het gebeurde dat er twee of meer koningshuizen tegelijkertijd regeerden ; een te Bubastis, een ander te Thebe, een derde te Tanis, en somtijds nog een vierde te Memphis. De schrijver van het boek der koningen toont dus een zeer juiste kennis van den toestand van Egypte, al blijkt het ons, die in dit opzicht nog niet zooveel weten, eerst vreemd.

CORRESPONDENTIE.

A. de B. te S. Gaarne zullen we uw vragen beantwoorden. Doch deze week gaat het nog niet, wijl we reeds een paar vragen hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 april 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 april 1891

De Heraut | 4 Pagina's