GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Friesche Kerkbode geeft Dr. Wagenaar een alleszins aanschouwelijke voorstelling van den gang van het historisch leven der kerk in Heeg.

Te Heeg (de Haghe der Hollandsche graven, 't Friesche 's Gravenhage dus!) werd in de overoude tijden de Christelijlfe kerk geplant Haar instituut was Roomsch Katholiek en werd hoe langer hoe ellendiger. Bediening des Woords, ja met allerlei noodlottige dwaling vermengd, der sacramenten, ja, doop en misse, der tucht.... biechtstoel en poenitentie — der barmhartigheid.... om den Hemel te verdienen.

Een bedorven instituut... En toch was er de kerk, de ware kerk. Hoewel Roomsch toch nog Katholiek. De Reformatie kwam. Wat werd toen gereformeerd ? De kerk of het instituut ? Het instituut, maar daardoor de kerk van Heeg. Men scheidde zicli niet af van het geheel der gedoopten. Neen, krachtens het ambt der geloovigen zocht men reeds in 1566 onder leidingvan Sjoerd Paulus, Hegius d. i. de Heegumer bijgenaamd, een gezuiverden dienst aan de Kerk te geven, en al roeide ook de vervolging schijnbaar weer alles uit, en vluchtte Peetkema zoon om zijns levens wil, de reformatorisch gezinden hielden moed en in 15^4 brachten zij hun nieuwen leeraar Simon Cornells in de kerk, van altaar en beelden, van priesters en misjongen ge zuiverd, doch waarin, nu onder de bediening des zuiveren evangelies dezelfde gemeente vergaderd werd. De organische kerk van Heeg was gereformeerd daar door, dat haar instituut, d. i. de dienst des Woords der sacramenten, der tucht en der barmhartigheid van dwalingen gezuiverd en met Gods getuigenis in overeenstemming was gebracht.

Behoorden toen alle Heegumers tot de Gerefor meerde kerk ? Ja, de reformatie geschiedde door enkele geloovigen als zoodanig, krachtens hun ambt als geloovigen (als mondige lidmaten, die gezag hadden inzake de institueering der kerk) namens en voor de kerk als

Krachtens Goddelijk recht moesten alle gedoopten ki den Haghe de gezuiverde diensten aanvaarden, zich stellen onder de prediking, den H. doop en — inits zuiverheid in leer en onberispelijkheid in leven bleek — het H. Avondmaal gebruiken, zich gaarne begeven onder de tucht der opzieners als ze zich kwamen te ontgaan en profiteeren van den dienst der barmhartigheid (door te geven of te ontvangen.)

Nu hebben blijkbaar alle gedoopten te Heeg — zij het meê uit vreeze voor de wereldlijke overheid enz — eerlang de facto zich den gezuiverden dienst laten wel gevallen. Hierdoor bleef de organische kerk ook instituair één en onverdeeld.

Doch eerlang kwamen er lioomschgezinden te Heeg, hetzij van elders, hetzij geveinsde inwilligers derrefor matie» maar die in hun hart papist gebleven waren en nu te voorschijn traden en deze verdoolde schapen scheidden zich af van de kudde; zij verwierpen het gezuiverd instituut en maakten met malkaar een ander; het oude Roomsche richtten zij weer op.

Nu beweerden zij de oude Katholieke kerk van Heeg te zijn, die w^ederrechtelijk van hare gebouwen en goederen was beroofd.

Feitelijk waren ze echter een groep malcontenten, die zich afscheidden van de gereformeerde Heilige Katholieke kerke Christi te Heeg, en een door en door valsch instituut formeerden.

Als gedoopten behoorden ze en bleven ze krachtens Goddelijk recht behooren tot de kudde, de Gerefor meerde kerk. Dat zij en hun kroost de diensten dier kerk verwierpen, was reiellie tegen Christus. Ofschoon burgers wilden zij niet, dat Hij koning over hen zou zijn, maar kozen ze den Paus tot hun Heer. Echt anti-Christelijk!

De kerk opende bij den dienst des Woords altijd de deuren ook voor deze van de kudde afgedwaalde schapen, en waar ze verzuimde hen' te vermanen en te waarschuwen, hen in ellenden te bezoeken en te helpen in barmhartigheden, daar misdreef ze. Ze heeft somtijds iets van deze schuld gevoeld en beleden. Och, werke dit schuldbesef alom door en wake meer op de zoekende liefde des ambtsdragers die doet uitgaan, om het afgezworven lam te zoeken in de woestijn. Sedert dit optreden der Roomschgezinden en de inrichting van hun instituut, waren er in Heeg twee kerkelijke instituten (d-i. tweeërlei kerkelijke diensten) een waar en een valsch Vroeg men echter, waar vergadert de zone Gods zijne heilige Katholieke kerk dan behoeft het antwoord niet twijfelachtig te zijn De ware. d. i. de echte katholieke kerk was bij de Gere formeerden. De Roomschgezinden noemden hunne vereeniging valschelijk de katholieke kerk. Men begon echter gemakshalve voortaan van twee kerken te Heeg te spreken, de Roomsche en de Gereformeerde. Men gevoelt, dat dit een onjuist spraakgebruik was. Wél waren er te Heeg twee instituten, tweeërlei diensten; doch slechts ééne katholieke kerk, die, naar den doof beschouwd, alle 'Heegumers omvatte, en naar de belijdenis alleen, die zich niet openlijk van de Gereformeerde kerk hadden afgescheiden noch zich tegenover haar plaatsten onder de Pauselijke banier.

En dan heet het verder :

Hierbij moeten we onderscheiden het rechtenstn\\iX feitelijke.

Rechtens, n.l. naar Goddelijk recht, behoorden alle gedoopten bij het ware instituut. Zij moet dit erkennen, steunen, en er zich door laten dienen. Dit te weigeren was rebellie tegen den Christus Gods. Aan de andere zijde hadden de ambtsdragers hen te erkennen voor en te behandelen als gedoopten d. i. «lidmaten der gemeente", der organische kerk, die door den doop van alle andere religiën afgezonderd en als verbonds kring Christi toegeëigend was. Hierin lag ]mst& & klem van alle vermaan.

Feitelijk echter dienden zich als lidmaten der Gere formeerde Katholieke kerk slechts diegenen aan, die door den dienst van het gezuiverd instituut'den H. doop ontvingen, en mondige lidmaten der Hervormd kerk van Heeg waren slechts zij, die na de behoorlijke stipulation den toegang tot het H. Avondmaal en — voor zoover zij .rnannen zijn — ook medezeggenschap in de regeering der kerk bekwamen.

Nu is in later dagen deze toestand nog ingewikkelder geworden.

Sommigen hebbeA zich afgescheiden van de Gere­ formeerde Katholieke kerk van Heeg om een secte te vormen van «gedoopte Christenen".

Een enkele ook nam oorzaak uit het onwettig juk des Genootschaps, waaronder het instituut beldemd raakte sinds 1816 om zich van de kerk van Heeg af te scheiden en voegde zich •: -mirabile dictu — bij do Chr Geref. gemeente al heel te Scharnegoutum, waar ze familie hadden....

Nog later kwam de nieuwe reformatie De aloude Katholieke, in de i6de eeinv gereformeerde sinds 1816 onder 't Haagsche juk beknelde kerk van Christus te Heeg, wierp dat smadelijk juk af, erkende hare gebondenheid aan de aloude Gereformeerde Kerkenorde, laatst herzien te Dordt in 1619 en — waar de overheid en de rechterlijke macht weigerden, om haar na deze reformatorische daad langer voor de Gerefor meerde ketk van Heeg te erkennen, doleerde ze tegen dit onrecht.

Nu volgde echter ten tweede male een afscheiding van sommigen, die aan de Synodale Hiërarchie bleven hangen even als vroeger sommigen aan de Pauselijke, en door venverping der wettige ambtsdragers en der door den Kerkeraad geleide diensten — van de ge meente verwijderd raakten.

r^eze afgescheiden genootschappers formeerden een nieuw instituut. Ook zij behooren als gedoopten echte rechtens onder den wettigen Kerkeraad der aloude gereformeerde katholieke kerk van Christus te Heeg, en doen groote zonde van rebellie, dit Goddelijk recht te loochenen. Wat zij opgericht hebben is een schijnkerk ; een evangeliesatievereeniging met kerkelijke al meer en voorloopig althans, anders niet.

Volgde hier nu niet, een paar regels later op:

Zeker had nu ieder lidmaat formeel het recht, zich van het gereformeerde instituut af te scheiden.

zoo zou ons deze voorstelling hoogst bedenkelijk voorkomen. K^; ^; •, .,

Nu niet. .

Nu formeel het recht tot "Éfitlredtng uit elk instituut erkend wordt, is de zaak gezond.

Toch zij ons drieërlei opmerking vergund. 1°. Van rechtens te spreken, is hier nietgen: eg. De vraag is, krachtens7w/.é recht ? Naar het instttutaire recht waarover de kerk uitspraak doet, mag men dus een instituut ver laten; maar niet het zuiverder instituut naar goddelijk recht. Edoch over dit recht spreekt God zelf alleen het oordeel. Niet de kerk.

. In wat de Friesche Kerkbode over het later weer opkomen van de Roomsch-Catholieke kerk te Heeg zegt, als rebellie tegen den Christus en als openbaring der valsche kerk, is de tegenstelling zóó absoluut genomen, dat er strijd ontstaat met het eerste zeggen, dat het bedorven en eveneens Roomsch-CathoHek instituut dat oorspronkelijk gesticht was, toch de ware kerk was.

En 3". had dunkt ons Dr. W. om deze zaak principieel toe te lichten, niet bij Heeg en Leeuwarden moeten blijven staan, maar b. v. ook de historie van een kerk als Parijs of Troppau moeten nemen, waar de reformatie van het instituut zoo gansch anders liep. Doch gelijk gezegd, nu maar eenmaal duidelgk, ook door Dr. W. is uitgesproken, dat het recht tot uittreden uit een instituut formeel vaststaat, is elk principieel verschil weggevallen en moet aan het historisch tafereel zijn eigen tint gegund blijven.

KUYPB:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 april 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 april 1891

De Heraut | 4 Pagina's