GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit De Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit De Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De toeleg van enkele Synodale scribenten, om weer twist te zaaien tusschen de pas in beginsel vereenigde Gereformeerde broederen, lukt niet te best.

Hoor slechts hoe Ds. Lindeboom hun liefelijkheden beantwoordt in de Roeper. Hij schrijft:

De Christ. Geref. Kerk mag zich de laatste weken en maanden in de bijzondere belangstelling van velen buiten haar verheugen.

Nu de Vereeniging met de Doleerenden in beginsel gesloten is, maken velen in het Synodaal genootschap zich erg bezorgd over haar verderen weistand.

Zelfs mannen, die vroeger met groote minachtmg op ons neerzagen, en die, wanneer ze ons ter sprake brachten dit deden om de Chr. Ger. Kerk bespottelijk te maken en afkeer jegens haar in te boezemen, doen nu alsof haar welstand hun zeer ter harte gaat, en dat het hun zeer leed zou doen. wanneer de Christ. Geref. Kerk de positie, die zij heeft veroverd en die niet zoo kwaad is, prijs gaf, door vereeniging met de Ned. Geref.

Als wij geloof mogen hechten aan hetgeen van Her vormd Synodale zijde zooal over ons geschreven wordt, in verband met de aanvankelijk gesloten Vereeniging, dan zijn de Doleerenden onze ergste vijanden, dat het op onzen ondergang gemunt hebben, de Öynodalen daarentegen orue lieve vrienden.

Wij laten hier een staaltje volgen van wat er alzoo in de harten van de Synodale woordvoerders omgaat, met betrekking tot het groote feit »de Kerkelijke Ver eeniging der Gereformeerden" in ons Vaderland. Dr. Bronsveld schrijft in de Stemmen voor Waar heid m Vrede het volgende:

»Wij brengen hulde aan het diplomatiek beleid van hen, die deze twee harten gloeiend aaneen wisten te smeden

Hoe 't kwam, weten we zelven niet recht, maar wij verkeerden in de meening, dat de Christelijk Gereformeerden er niet licht toe zouden overgaan, om de positie, die zij hadden veroverd, en die niet zoo kwaad was, prijs te geven. De Reraut had hen steeds üit de hoogte behandeld en menig onvriendelijk woord tot hen gericht.

Mannen als de hh. Lindeboom en Beuker (om van meer bejaarden niet te spreken) hadden steeds van de vereeniging met de Ned. Geref. zich af keerig betoond, en aan hun oordeel werd steeds gewicht gehecht. Maar de jongeren, met Dr. Bavinck aan 't hoofd, schijnen heil te verwachten van een nauwer aansluiting aan de hh. Kuyper, Rutgers en Fabius.

Het staat bij ons vast, dat in het nieuwe kerkgenootschap, dat men nu gaat stichten, de toon zal worden aangegeven door de Doleerenden. Botsingen zullen wel niet achterwege blijven. De werken van Van Oosterzee, Beets, Vinet, Doedes e. a., niet specifiek Gereformeerde godgeleerden, hebben veel bijgedragen tot de vorming van menig Christelijk-Geretormeerd predikant. En 't is juist tegen de mannen, die wij daar noemden, dat de Heraut zijn heftigste aanvallen heeft gericht. Vele Christelijk-Gereformeerden zullen nu nog een tweeden Gereformeerden doop moeten ondergaan, en wee hunner, als zij zich niet gewillig en volkomen daaraan onderwerpen. Wij verblijden ons er over, dat de Doleerenden nu ook officieel onder dak zullen komen, en dat voortaan niemand hunner zich meer zal kunnen rekenen tot de lidmaten onzer Kerk. Onze wegen gaan nu voor goed voor ieders oog uiteen; JHet spijt ons van enkelen, dat de vaderlandsche Kerk hen heeft verioren, en wij

Vele Christelijk-Gereformeerden zullen nu nog een tweeden Gereformeerden doop moeten ondergaan, en wee hunner, als zij zich niet gewillig en volkomen daaraan onderwerpen.

Wij verblijden ons er over, dat de Doleerenden nu ook officieel onder dak zullen komen, en dat voortaan niemand hunner zich meer zal kunnen rekenen tot de lidmaten onzer Kerk. Onze wegen gaan nu voor goed voor ieders oog uiteen; JHet spijt ons van enkelen, dat de vaderlandsche Kerk hen heeft verioren, en wij willen dat niet verbergen; maar wij benijden aan Dr. Bavinck en Ds. Van Andel de meesten van hun nieuwe broeders niet. Zij hebben misschien wel eens gehoord van een paard, dat ingehaald werd. 't Is lang geleden, maar de hh. houden van hetgeen oud is. Soms schijnt het mij toe, dat dit paard nu staat voor de poorten van Kampen...." . ,

Wij kunnen niet ontkennen, dat «deze ontboezemmg van fijn overleg blijkt geeft. Veel liefs wordt hiervan de Chr. Ger gezegd, terwijl op de Doleerenden enkel schaduw valt.

Wie echter meer dan oppervlakkig leest, zal bemerken, dat deze belangstelling geen ander doel heeft dan Doleerenden en Christ. Geref. alsnog tegen elkander in het harnas te jagen. De Christ. Geref. worden gewaarschuwd voor het Trojaansche paard dat voor de poorten van Kampen zich bevindt.

Den Doleerenden daarentegen wordt door den ethischea Dr. Bronsveld, ter hunner waarschuwing, medegedeeld dat de Christ. Geref. niet specifiek G*reformtard zijn.

Als het straks niet goed gaat tusschen de vereenig' ^ den, zullen zij zich zeker beklagen Dr. Bronsveld geen I ^ gehoor gegeven te hebben.

Wanneer Christ. Geref, of Ned Geref. zich geroe pen achten den treurigen toestand van het Herv genootschap in het licht te stellen, dan weten mannen als de schrijver van de «kroniek" geen woorden te vinden, om zulke bemoeiers met een andermans doen als kwaadstokers en lasteraars aan de kaak te stellen. b

Men zou mogen verwachten dat de heeren hetgeen zij in anderen afkeuren, zelf niet zouden doen. Toch is dit zoo.

Wij zullen hun niet verbieden over ons te schrijven, wat zij meenen te moeten doen.

Alleen willen wij Chr. Geref. en Ned. Geref. waar schuwen niet te veel waarde te hechten aan hetgeen van Synodale zijde alzoo ten beste gegeven wordt.

Mannen, die met ongeloovigen en verwerpers van God en Zijn Woord kunnen samenleven, terwijl zij voor belijders des Heeren niets dan smaadredenen over hebben, hebben alle recht verloren om mee te spreken in zaken als tusschen ons en de Ned. Ger. in behandeling^zijn.

Zal de vijand niet stilzitten, maar trachten allerlei hindernissen op den weg, die tot vereeniging leidt, te werpen, de Heere, Die tot hiertoe boven bidden en denken wel deed, zal ook verder hulpe bieden.

Zien wij slechts toe, dat wij het werk niet verhinderen op de een of andere wijze. Sluiten wij ons daartoe van nu aan nauw aan elkander, met de bede dat de Heere sfoedig alle beletselen uit den weg ruime, die de volkomen vereeniging als nog in den weg staan.

We danken Ds. Lindeboom voor dit kloeke en goede woord.

Laat ons zeggen zooals het is.

Dat ophemelen van de Christelijke-Gereformeerden in sommige Synodale persorganen sinds 1886 droeg in ons oog altoos een verdacht karakter.

Vroeger azijn, nu alles honig.

Het maakte zoo den indruk alsof de heeren vliegen wilden vangen.

Komt het vroeg of laat tot een derden exodus van onder de Synodale Organisatie, dan zult ge zien, hoe ook wij aan de azijn gespeend worden, en ook als Doleerenden enkele druppels honig krijgen.

Dan zijn wij de gevaarlijken niet meer, maar de mannen van den derden exodus. Doch ook dit zal dan slechts zoolang duren tot ook die derde exodus van Gereformeerden zich weer bij de overige Gereformeerden voegt. En dan "is het uit.

Dan gaat de honig weer achter slot, en begint het sprenkelen met azijn weer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 november 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Uit De Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 november 1891

De Heraut | 4 Pagina's