GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe gaat het? g l

Een oud heer woonde op een fraaie buitenplaats. Hij leed veel pijn en vreesde te zullen sterven. Ik zeg vreesde, want al stond hij ook zoo na aan 't graf, toch kende hij den Heere Chnstus met, die den dood heeft overwonnen, die de opstanding is en het leven. v z a t z

De schoolmeester van het dorp, een man die God vreesde, hoorde dat de oude heer ziek lag en besloot hem eens te bezoeken en als het kon hem te wijzen op den gevaarlijken d toestand waarin hij verkeerde wat zijn ziel betrof, en zoo hem misschien tot zegen te zijn.

De schoolmeester trok zijn beste pak aan. zette zijn bril op, want hij was slecht van gezicht, en stapte naar den zieken heer. Hij werd binnengelaten en zijn eerste vraag was heel natuurlijk:

»Hoe gaat het mijnheer? "

Nu had de oude heer een kwaal, die 't voeteuvel heet en het sgaan" onmogelijk maakte. In zijn wrevel over de ziekte dacht hij, heel verkeerd en dwaas, dat de meester daarom juist uit spotternij vroeg hoe 't ging. En hij antwoordde toornig aan den meester, die 't zonder bril niet af kon:

»Och, zooals gij ziet.^'

De goede schoolmeester vermoedde in 't eerst niets kwaads, doch hij merkte wel, dat de oude man wrevelig was. Zelfs kreeg de bezoeker haast geen antwoord. En toen de meester lang gesproken had zei de oude heer juist niet vriendelijk:

»Gij hebt goed praten. Maar gij moest eens in mijn plaats zijn. Ik gaf u daar straks een scherp antwoord — de meester begreep toen eerst wat de zieke had bedoeld — maar 't is dan ook verschrikkelijk niet te kunnen gaan of staan. Wat hebt gij toch een voorrecht. Want u die nog zoo flink loopt en stapt, kan men wel vragen: hoe gaat het? ''

»Ja zeker, " zei de meester, »en 't antwoord is ook altijd eender: »goed."

»Altijd? " riep de oude heer, ongeloovig glimlachend, ook bijvoorbeeld als iemand vraagt hoe het gaat met uw oogen? "

»Zeker, " was 't antwoord, »want mij wedervaart niets dan wat God wil en dat is altijd goed."

De zieke sloeg verbaasd de handen ineen. Maar de meester haalde zijn Bijbel uit den zak en las daaruit een hoofdstuk voor, waarover hij nog kortelijk sprak. Toen ging hij heen, maar hij kwam nog eens en nog eens weer. De oude heer werd toen nog weer beter. En zoover de meester merken kon, was het ook inwendig met den ouden man wat anders geworden en begon hij te vragen naar den eenigen troost die blijft, als de wereld ons en wij de wereld verlaten.

Ik kan toch nog lang niet altijd zeggen; »Goed", als men vraagt: > Hoe gaat het? " zei hij tot den meester.

»Daar behoort ook iets bij, " sprak de meester. Er staat in Rom. 18geschreven: datjdengenen die God liefhebben alle dingen medewerken ten goede, namelijk die naar zijn voornemen geroepen zijn. Bid den Heere dat Hij u leere Hem lief te hebben, dan zal alles u ten goede werken en ook gij kunnen zeggen, dat het altijd goed gaat."

De Zonnewijzer.

Onze vriend P. K. zit in een lastig geval. De dorpsklok wijst niet goed en de buisklok wil ook wel eens in de war wezen. Om nu uit het verdriet te komen wil onze vriend een zonnewijzer hebben, want die loopt nooit voor of na. Maar vraagt hij, hpe maak ik er zoo een?

We willen beproeven hem dat te vertellen, en nog wat meer.

Op den zonnewijzer wordt de tijd aangewezen door den stand der schaduw. De eenvoudigste zijn die waarbij een stokje loodrecht staat op een plank of wijzerplaat, en wel binnen een cirkel of kring dien men daarop trekt.

Nu gaat de zon, gelijk ieder weet, schijnbaar eiken dag aan den hemel op, voort en onder. Zij doorloopt heel de cirkel; deze wordt nu in 24 deelen verdeeld, en men merkt op waar de schaduw valt, als de zon op 't hoogst staat d.i. om twaalf uur 's middags-Daar haalt men een streep en die wijst nu door middel der schaduw 12 uur aan. De twee naastliggende strepen wijzen dan de een 11, de ander i uur aan enz. J

Op deze wijs is het dus mogelijk ook zonder klok den tijd te weten, doch er dient bij opgemerkt:

1. dat men aan den zonnewijzer weinig heeft als er geen zon schijnt, o.a. bij nacht en bij een betrokken lucht, 't Laatste komt in ons land nog wel eens voor en de nacht geregeld;

2. dat het ook lastig is dat men altijd naar den wijzer toe moet gaan. Want onze lezer zal wel niet zoo dom zijn als de knecht, die, toen mijnheer vroeg hoe laat het was, gauw den zonnewijzer uit den tuin haalde en in de slaapkamer zette, waar de gordijnen nog neer waren;

3. dient er wel op gelet dat de wijzer den zonnetijd aangeeft. Wij rekenen echter gewoonlijk bij den zoogenaamden middelbaren tijd en die verschilt van den waren of zonnetijd-Vriend K. zou dus als 'tb.v. de vraag was of iemand op dit of dat uur was opgestaan, het grootste gelijk en toch 't grootste ongelijk kunnen hebben. Dat gebeurt evenwel meer.

De zonnewijzers zijn al heel oud. Dat weten we uit de geschiedenis van Hiskia, toen de schaduw terugging op de trappen van Achaz' zonnewijzer. Achaz nu, Hiskia's vader, leefde acht eeuwen vóór Christus. Ze waren echter niet gemakkelijk in 't gebruik, en zoodra men wat beters vond, nl. wateruurwerken en later slingeruurwerken, zijn de zonnewijzers net als de zandloopers afgeschaft en worden haast nog enkel voor aardigheid gebruikt.

Als onze vriend dit nu ook wil, moet hij eens zoo'n»wijzer maken. Maar door een horlogemaker die zijn vak verstaat, is hij nog beter geholpen.

De slimme hoad.

Om half 10 ure 's avonds hoorde de portier van zeker gasthuis eens een hond blaffen voor de deur. Hij maakte de deur open en nu kwam er een hond binnen, die jankte en zijn rechterpoot ophief, waarbij hij den portier aankeek, alsof hij hem wilde zeggen: ziet ge niet dat ik mijn poot bezeerd heb?

De portier lachte, begreep den hond en begaf zich naar een vertrek, waar een paar chirurgijns zaten, aan wie hij het gebeurde vertelde. De chirurgijns vonden dit zoo aardig en slim van den hond, dat zij besloten hem te helpen.

Zij wieschen den bezeerden poot, deden er wat verzachtende zalf om en wonden er een stijf doekje om. De hond voelde dat dit hem goed deed. Uit dankbaarheid begon hij zoo luide te blaffen, dat men maar gauw de deur voor hem open maakte, daar hij anders de zieken zou gehinderd hebben. Den volgenden avond kwam de hond terug, om zich opnieuw te laten verbinden. Doch toen hij beter was, zagen de chirurgijns hem niet meer.

CORRESPONDENTIE.

«Bestendig lezer te Z."

We zullen u heel graag antwoorden; maar dienen dan wel eerst uw naam te weten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 december 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 december 1891

De Heraut | 4 Pagina's