GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

BE KERKKLOE.

(Slot)

»En hoe kwaamt ge uit dien naren toestand? " vroeg de dame met belangstelling.

»Wel, " zei de vrouw, „door de klok van dominee Guthrie."

»De klok van dominee Guthrie? Wat meent gij? "

»Och, gij weet wel, " sprak de oude vrouw, !> dat hier schuin over de oude kerk van dominee Guthrie staat. Nu, ik kon eiken Zondag de klok van die kerk hooren luiden. En dat maakte mij boos, omdat ik telkens dacht: Hield het maar op. Het hinderde mij zoo erg. Maar op zekeren Zondagmorgen kon ik het niet meer houden, 't was net of dat klokkespel mij riep. Ik stond op, deed mijn doek om, en ging zoo als ik was naar de kerk, eigenlijk alleen maar om van dat akelig gelui af te wezen."

»En beviel het u goed wat gij hoordet? "

»Neen, '' volstrekt niet. Ik werd er weer toornig onder. Want had het mij eerst toegeschenen als riep de klok wy, nu was het weer alsof al wat de leeraar sprak ook op mij zag. En toch was het er zoo vol, dat er nog menschen genoeg waren om over te praten. Kortom, ik besloot er nooit weer heen te gaan.''

»Dat was niet goed van u".

»'t Gebeurde ook niet. Den volgenden Zon« dagmorgen hoorde ik weer de klokken, doch ik bleef onverschillig. Des avonds evenwel kon ik 't niet langer weerstaan. Ik werd onrustig en ten laatste sloop ik stil weder naar kerk. Toen hoorde ik dingen die mijn hart

raakten, maar niet tot verbittering maar tot verbreking. Toen ik weer thuis in dit kamertje kwam, wist en gevoelde ik welk een groote zondares ik in Gods oogen was, al kon ook geen mensch wat op mij aanmerken.

> Zoo leefde ik eenige weken voort, bitter bedroefd en zonder hoop of troost."

»En hoordet gij niets in de kerk dat u helpen kon? "

»Neen."

»En hadt gij Gods Woord niet? "

»En hadt gij Gods Woord niet? " »Zeker, maar ik vond er niet? in dat mij kon troosten. Dat lag aan mijn blindheid."

kon troosten. Dat lag aan mijn blindheid." „En hoe zijt ge dan ziende geworden? "

„Allereerst door dat het nog erger werd."

»Hoe dat? " vroeg de bezoekster.

»Ik had" sprak de arme vrouw, »een wonderlijken droom. Verbeeld u, ik liep in een grooten tuin waar een menigte potten met bloemen stonden. Te midden daarvan Uep dominee Guthrie; hij was bezig hun water te geven.

»Nu kwam hij ook bij een pot en wilde dien begieten. Doch hij deed het toch niet want hij keek er naar en spraK: Het zou immers niet helpen: die plant heeft geen wortels." En ik had in mijn droom een sterk gevoel, dat ik met die plant werd bedoeld.

»Ik gevoelde mij diep ongelukkig toen ik ontwaakte, al was het ook maar een droom. Maar de Heere liet mij niet alleen. Ik ging weder naar de kerk en hoorde den dominee spreken over de woorden: »Christus Jezus heeft eenmaal geleden. Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen." Ik wist dat ik tot die laatsten behoorde en daarom waren mij die woorden een troost. Ja, al had ik ze vroeger honderd maal gelezen, nu schenen zij juist weer voor mij gesproken. En het einde van al deze dingen was, dat ik vrede vond in Christus' bloed. Ik weet nu dat mijn zonden vergeven zijn. De goede dominee heeft het nooit geweten wat zijn klok en meer nog hij zelf voor mij gedaan hebben."

Zoo sprak de oude vrouw. De bezoekster was diep bewogen en allebei gevoelden, dat zij maar niet zoo bij toeval elkaar ontmoet hadden. De dame ging heen, en zorgde dat de oude vrouw zooveel werk kreeg, dat zij althans geen gebrek meer leed. Ook had zij nu een vriendin die haar niet vergat. Maar de bezoekster schreef in haar dagboek:

> Geen wortels!" Hoe velen zijn ook als die plant. * Zeer goed van buiten en voor een tijd, maar ten slotte verdorren zij, want zij hebben geen wortel van aarde." Hoe anders was het bij den dichter die in den psalm zegt: «Bezwijkt dan mijn vleesch en mijn hart, zoo is God de rotssteen mijns harten en mijn deel in eeuwigheid."

OOSTERSCH BROOD.

Hoewel zoo ongeveer alle menschen brood eten, is toch alle brood lang niet hetzelfde. Dat zien we reeds in ons land. We hebben roggebrood, tarwebrood, bruin brood, krentebrood en nog meer. Ook heeft het allerlei fatsoenen, rond, lang, bol, plat. En nu eens is het hard dan weer zacht.

Het eerste wat iemand die in een vreemd land komt treft, is dat het brood er anders is dan bij hem thuis. In Frankrijk vindt men lange, smalle brooden, zoo groot als een jongen van een jaar of vijf. In Engelandj weer groote klompen met een kleine er boven op.

En zoo konden we voortgaan. Ook is de toebereiding verschillend. Maar nergens is het onderscheid met ons brood zoo groot als in 't Oosten, de landen in den Bijbel genoemd. Ja, er zijn teksten in den Bijbel, die men moeilijk of niet begrijpt, als men niet weet, hoe het Oostcrsche brood is en wordt toebereid.

We lezen b. v. van brood dat gebroken wordt, van vrouwen die malen in den molen, van geroost koren en zooveel meer, dat we niet dadelijk vatten. Dat komt omdat de Israëlieten gelijk alle Oosterlingen het brood geheel anders bereiden dan wij. Het geschiedt op het oogenblik nog net als vroeger. En als ik u vertel hoe het nu gaat, weet gij meteen hoe het vóór duizenden jaren reeds geschiedde.

De toebereiding van dat brood dan gaat gansch anders dan bij ons. De gist, of het zuurdeeg is altijd een stuk deeg van een vorig baksel. Men houdt dat afzonderlijk, mengt het met wat warm water en verspreidt het dan door het meel, dat zich in een grooten, houten pot j bevindt, waarna alles tot een stijf deeg door elkaar wordt gewerkt. Dan wordt de klomp deeg op een rond houten blok gelegd, en er boven op plaatst men een zwaar stuk hout, dat aan den eenen kant een voetstuk heeft. Nu neemt een vrouw het andere einde in beide handen en drukt het hout met alle macht in het deeg. Onderwijl draait een andere vrouw het blik met het deeg voortdurend rond en dit warme werkje wordt voortgezet tot alles wel dooreen gekneed is en gereed voor den oven.

(Wordt vervolgd^

AAN VRAGERS.

^Leerling" — Het woord thema komt uit het Grieksch, maar bij de Grieken beduidde het nu juist niet een aantal zinnen, bestemd om in een andere taal te worden overgezet, gelijk in uw schoolboekdoor»thema" wordt verstaan. Het beduidt eigenlijk het denkbeeld, dat de grondslag is van een redeneering of een muziekstuk.

Door sUncialen" verstaat men groote letters (niet bepaald hoofdletters, want oudtijds kende men geen onderscheid tusschen die en andere) die in oude handschriften gebruikt werden. Unica is het Latijnsche woord voor een duim, een maat, en de letters hadden zeker eertijds

die grootte. HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 februari 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 februari 1892

De Heraut | 4 Pagina's