GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder het opschrift: Geven en Sparen stelt de Boodschapper in het licht, hoe de vriendjes van den heer Kerdijk het sparen hebben geleerd, maar hoe onze Calvinisten zich in de nog hoogere kunst van geven hebben geoefend. Men leest daarin o. m. dit:

De anti-revolutionaire partij heeft door haar orgaan de Standaard, telkens en telkens er op gewezen dat het geven weer in eere moest komen, dat de wan verhoudingen, door het „kapitalisme" veroorzaakt, alleen konden worden voorkomen, zoo heel de natie de deugd der offervaardigheid weer ging beoefenen.

De liberalen daarentegen kwamen met een ander geneesmiddel. Van geven werd niet gerept Te erkennen, dat God eigenaar is van onze goederen en wij er slechts beheerder van zijn in zijn dienst, dat werd niet meer vernomen va"n de verlichten, de denkers van dezen tijd. Geven — men deed er nog wel wat aan; maar in het openbaar, bij inschrijvingslijsten, of door watersnood-en andere feesten van dien aard. Men wilde van het geld, dat gegeven werd, ook profiteeren; 't zij door den naam van mild te verkrijgen, 't zij door te gelijk zich te vermaken.

Geven, zooals dit in de Schrift wordt geleerd, — neen. Men spaarde liever. Geven — men had er niets tegen; maar toch, sparen alleen zou de sociale nooden in menig opzicht kunnen lenigen.

Beven — goed, maar sparen oneindig beter.

En de mannen, die zeiden en het ook wel meenden een hart te hebben voor den werkman, voor den minderen man, drongen op sparen aan. De Kerdijken schetsten in warme bewoordingen de weldaden van het bijeenzamelen van penningen, van het vergaren van een sommetje door wekelijks eenige stuivers af te zonderen. Het lot van den arbeider zou er beter door woiden; tevredenheid zou de plaats innemen van de onverschilligheid en den geest van verzet; er zou meer welvaart komen en bij dat alles zou de maatschappij iri stand kunnen blijven.

Er werd gespaard. Spaarkassen werden opgericht; in school leerde men de kinderen sparen; hier en daar werden busjes geplaatst om penningen er in te storten. Een ware spaarwoede werd waargenomen. En nog werd er niet genoeg gespaard. De Staat moest er voor gespannen worden Een Rijks post spaarban werd opgericht.

De len April 1881 trad de Rijks postspaarbank in werking. Hoor, hoe de heer Kerdijk, de eerste direc teur van de Bank, jubelde over het stichten van die instelling:

„I April, de dag waaraan voor het Nederlandsche volk een belangrijke geschiedkundige herinnering verbonden is, heeft nieuwe beteekenis gekregen, nu het den Koning behaagde, dien dag aan te wijzen voor het in werking treden van de Rijks-postspaarbank; en niet gewaagd is de voorspelling, dat hij nog jaren zal worden herdacht als de geboortedag van een instelling, zegenrijk voor velen."

Er moest gespaard worden. Dit werd in dagbladen ia volks-vergaderingen verkondigd, en het Nederl. volk, dat de kunst van geven had verleerd, toonde de deugd van sparen wel te bezitten. Wat verwacht werd geschiedde. Dat wil zeggen: er werd gespaard. Met ieder jaar werden de inleggers bij de Spaarbank tal rijker, de bespaarde sommen aanzienlijker.

Men behoeft slechts in te zien het belangrijke Statistisch historisch overzicht, betrekkelijk het eerste tienjarige tijdvak van het bestaan der Rijks-postspaarbank, door den directeur der bank, Armand P. Th. Sassen.

In het eerste volle jaar (1882) werden 26670 spaarboekjes uitgegeven; in 1890 beliep dit getal het cijfer van 58087. In het geheel werden van i April 1881 tot I April 1891 uitgegeven 390.051 spaarboekjes, af betaald 97642; zoodat op den laatsten datum nog 292409 bij de bank waren.

In 1882 werd aan de Rijks-postspaaibank in bewaring gegeven ruim i millioen gulden; in 1890 bijna 13 mUlioen. In het geheel werd bij de bank ingebracht ruim 66 millioen; terug betaald 46 millioen, zoodat op I April 1891 nog ongeveer 20 mUlioen bij de bank belegd was.

En dan komen daarbij nog de inleggers van postzegels; zoodat op I April 1891 het aantal inleggers bij u ' postspaarbank bedroeg ƒ 294 000; terwijl het saldo bedrag de som beliep van 22 millioen. Over de geheele bevolking verdeeld is dit 5 gulden per hoofd. Of er dus gespaard wordt t

. Zeer begrijpelijk, is de directeur met die cijfers zeer ingenomen. Met de resultaten tot dusverre door de Ki]ks postspaarbank verkregen acht de directeur de voorspelling van zijn voorganger Mr. A, Kerdijk reeds verwezenlijkt. En hij acht dit vooral, omdat hij

, »0P grond der dagelijksche ervaring, en inzonderheid aoor^de briefwisseling met den zoogenaamden «kleinen man , van nabij weet, welken heilrijken invloed onze instelling op het maatschappelijk leven van tal van personen, m den lande, heeft geoefend, in welke vele en velerlei sociale behoeften zij voorzien, hoeveel KS. ^-f'' ^°° °'^' eeheel weggenomen, dan toch in Delangnike mate gelenigd, hoeveel gebrek en smart 21) met zelden voorkomen heeft",

net overzicht, door den directeur Sassen gegeven, »kah", schrijft hij vervolgens, «voorts dienen om hen, die in deze pessimistisch gestemd waren, van hun onjuisten blik in de toekomst te overtuigen, en kan tevens bewijzen, welke uitnemende vruchten de staatstusschenkomst, mits oordeelkundig in toepassing gebracht, vermag te schenken".

Ongaarne zouden, wij de beteekenis van de Rijkspostspaarbank verkleinen. Maar — de directeur houde het ons toch ten goede, wanneer wij wellicht een wanklank in zijn hooggestemden toon van jubel mengen.

Wij hebben niet tot de pessimisten behoord, die meenden dat de Rijks-postspaarbank, geldeliik beschouwd, niet zou slagen.

Sparen is een karaktertrek van ons volk een karaktertrek die sterker uitkomt dan dat van geven. Er is dus veel geld bij de Bank gebracht; maar . . , heeft daarmede de Bank aan het doel, waarvoor zij is opgericht, beantwoord ? Is de ontevredenheid minder geworden; zijn de verhoudingen in de maatschappij er op verbeterd; roemt de arbeider in een dragelijker lot?

Op I April 1891 was er in de Bank bespaard bijna 22 millioen.

Kostelijk. Maar waarop is die som uitgespaard P Op den sterhen drank? Ware het zoo, de waarde van de cijfers van den directeur Sassen zou er zeker door klimmen. *

Op onnoodige uitgaven? 't Is onbekend.

De directeur gaf slechts cijfers; maar cijfers alleen zeggen nog zoo weinig. Dit echter staat vast, dat het gebruik en het misbruik van sterke dranken niet is ver minderd, sinds de oprichting van de Rijks postspaarbank; dat het zegenrijke van die inrichting, waarover de heer Kerdijk in. 1881 jubelde, nog niet is gebleken uit een lagere opbrengst aan de schatkist van den accijns op het gedistilleerd.

Bijna 32 millioen bijeengezameld; maar niet uitbespaard op sterke dranken. Waar is dan die som wèl op uitbespaard? Op noodige uitgaven?

Wij weten niet, of er onder de inleggers ook vele leden van Patrimonium zijn. Dat het voor hen moeielijker zal zijn spaarboekjes te nemen dan voor de geestverwanten van de Kerdijken en de Heldts kan ieder lichtelijk nagaan. Immers, de leden van Patrimonium hebben, naast de kunst van sparen, de veel hooger staande kunst van geven geleerd.

Hoewel behoorende tot den zoogenaamden kleinen man, zonderen zij toch iedere week iets af voor het onderhoud van armen, voor «de instandhouding van den openbaren eeredienst", voor de school waar de Bijbel het eerste leesboek is. Welk een bedrag zouden al die uitgaven aan armen, kerksnsckoolmetxxivcask& wanneer die over tien jaren werden bijeengeteld!

Sn wat doen de geestverwanten van Heldt? Voor de kerk geven zij niets; het school onderwijs ontvangen hun kinderen óf gratis óf tegen een luttel bedrag; met de verzorging der armen breken zij het hoofd niet, daar zorgt het armbestuur voor.

Zullen nu op de lijst der inleggers van de Rijkspostspaarbank de lieden van Heldt het sterkst vertegenwoordigd zijn? Het ware te verwachten. Die menschen toch sparen en steunen voorts op de Gemeente en op den Staat. Patrimonium'^ mannen steunen niet op den Staat, maar geven en zien daarna nog te sparen. Geven eerst, dan sparen.

Wie zullen het meest werkzaam zijn tot de verbete ring van de maatschappelijke toestanden, — zij, die sparen en voorts den Staat voor alles laten zorgen; of zij, die hun kerken, armen en scholen helpen onder houden en daarna eerst aan het sparen kunnen ?

Dit is juist gezien.

In de kunst van het gevèn heeft een goed deel der belijdende Christenheid het thans tamelijk ver gebracht, vooral onder de mannen van 1834 en 1886; en ook bij dezen meer nog onder den kleineren man, dan onder de gegoeden.

Toch is dit geven ook weer een sparen; maar een vergaderen van een schat bij onzen Vader die in de hemelen is, en waarvaö men bij zijn sterven in het bezit komt.

Meer nog, wie zich een schat vergadert, niet door te sparen, maar door te geven, komt wel eerst later pas in het bezit er van, maar trekt er toch nu reeds profijt van.

Want al loopt hij dan met geen spaarboekje in zijn zak, hij won iets beters, iets hoogers, een zedelijke veerkracht, die boven het egoïsme verheft, en een ideale bezieling, die het hart niet toesluit, maar verwijdt, verruimt en opent.

Wie de kunst van sparen leerde, is rijk bij zijn spaarbank; wie de kunst van geven zich eigen maakt, is rijk in zijn God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 februari 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 februari 1892

De Heraut | 4 Pagina's