GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de hoog-wetenschappelijke wereld doet el materialisme weinig opgeld meer. Daar speelt thans Jan Rap en zijn maat eè; terwijl de fine fleur der wetenschap eer vroom is geworden.

Vroom, men weet in wat zin en geest. Ook Renan, hoewel zelf atheïst, bracht deer dagen een hulde aan de religie, waarmee e Hervorming bijster in haar schik is. Ze schreef er toch van:

Ergens in zijne «Oudere Tijdgenooten" sclireef Dr. . Pierson eens deze opmerldng ter neer: »De Duit clie critici zijn geweldige jagers voor het aangeziclit es Heercn, maar die telken avond wederlteeren inde iiit hunner kinderlijke vroomheid. Baur, de geduclite übinger is begraven in naam van de Heilige Drie enheid; Scrausz heb ik bij de geopende groeve zien idden voor »den geliefden Broeder, dien God uit de ardsche droefenis tot zich genomen had."

En deze opmerkingen schoten mij onwillekeurig eder te binnen, toen ik een verslag las van een der aatste werken van een Fransch ongeloovige, en daarit overgenomen vond o. a. dit gedeelte:

»Een onmetelijke moreele achteruitgang en misschien ok een intellectueele, zou volgen op het verdwijnen an den godsdienst. Wij kunnen het zonder godsdienst tellen, omdat anderen nog wat over hebben voor ns mee. Zij die niet gelooven worden meegesleept oor de min of meer geloovige massa; maar op den ag, dat de massa geen veerkracht meer had, zouden e dapperen zelfs maar slapjes meer storm Ioopen. Men zal veel minder uit een menschdom kunnen halen, dat niet meer gelooft aan de onsterfelijkheid der ziel, dan uit een geloovig menschdom. De mensch heeft meer \vaarde_^ in evenredigheid van het godsdienstig gevoel, dat hij uit zijn jeugd meebrengt; dit doorgeurt zijn geheele leven. Godsdienstige menschen leven van een schaduw, wij leven van de schaduv, ' van een schaduw; waarvan zal men leven na ons?

«Twisten wij niet over de dosis, en evenmin over de formule van den godsdienst, maar ontkennen wij hem niet. Hechten wij aan de categorie van het onbekende; aan de mogeiijidieid iets te druomen. De val, de onvermijdelijke val van de bewuste, geopenbaarde godsdiensten moet niet het verdwijnen van het godsdienstig gevoel meebrengen."

Kunnen de vrienden van de ijveraars voor den godsdienst hiermee niet meer dan voldaan wezen?

Zonder godsdienst moreele, misschien ook intellectueele achteruitgang!

Zonder godsdienst 't leven alleen mogelijk, omdat anderen dien nog hebben!

Zonder godsdienst geen geestdrift of dapp.erheid meer!

Uit een ongeloovig menschdom kan weinig gehaald worden!

Zonder uit de jeugd meegebracht godsdienstig gevoel heeft een mensch geringe waarde!

De ongeloovige leeft uu nog van de schaduw van het verdwenen geloof, maar na dit geslacht, als ook dat niets hun is ontvallen, wat dan?

Wij gelooven niet, maar het onmisbaar godsdienstig gevoel raag toch niet verdwijnen!

Wat dunkt u, is het niet de moeite waard op deze opmerkingen eens nadrukkelijk de aandacht te vesti gen, nu zij uit de pen zijn gevloeid van iemand, die zegt zonder godsdienst te leven, namelijk van Ernest Renan? Als zoo een toch zulke dingen zegt, hebben zij dan niet driedubbele waarde en vormen zij dan geen hulde aan den godsdienst zoo groot, dat zijn vrienden, niettegenstaande de lauwheid, flauwheid, onverschilligheid, welke hen omgeeft, toch gerust de toekomst kunnen tegengaan?

Hoe armzalig is echter zulk een geestelijk bestaan! Er is iets in, dat mededoogen wekt.

Maar is er ook niet iets in, dat doet denken aan zekeren onwil om te gelooven, en daarom ongeduldig maakt ?

Men zegt toch alleen buiten godsdienst te kunnen leven, omdat anderen dien nog hebben! 't Is alsof men des avonds zegt: ik behoef geen licht te ont steken, , omdat dat van mijn iiaaste mijn pad verlicht. Maar als men zoo het liclit onmisbaar noemt, misleidt men zich zelf en een ander, want men erkent, dat men het niet zelf ontsteekt, omdat zijn buurman het deed en daardoor de duisternis werd verdreven, die het leven onmogelijk maakt.

Maar • wat is op geestelijk gebied ellendiger, dan het te willen doen met het flauwe schijnsel van het licht door een ander ontstoken! Wie het daar met het licht van zijn naaste wil doen, blijft in schemer liclit leven, en misleidt ook andereu omtrent de onmisbaarheid van een eigene helder brandende lump, en werkt inderdaad mee aan den intellectueelen en moreelen achteruitgang van zijn volk en doet de schaduwen, die reeds vele geesten omhullen, steeds donkerder worden! Hoe ellendig dat mannen, als Renan, wien zoovele talenten werden toevertrouwd, zulke dingen zeggen en er toch niet naar handelen ? Laten wij door de lauwheid en onverschilligheid van zoovelen ons toch niet laten misleiden omtrent de waarde van den godsdienst, aan wien zelfs ongeloovigen gedurig onwillekeurig een zoo sterke hulde brengen! Meenen wij zonder hem te kunnen leven, 't is inderdaad alleen omdat de geur der vroomheid van de kringen, waarin wij opgroeiden, ons leven nog doortrekt ! Zonder haar kunnen wij niet! Zij is de ziel van alles', de bron der kracht om alles, waartoe het leven roept, vol heilige geestdrift en verhevene geestkracht, te volbrengen, te dragen! Zonder haar geen kracht, geen vreugde, geen levenslust! Met haar verdwijnen verdonkert de eene schaduw na de andere het leven der menschheid, totdat een stikdonkere nacht haar omhult!

Dit schrijven waardeeren we; maar er moet ons een vraag van het hart.

Als Renan, en velen met hem, nog zulk een waarde toekennen aan de religie, de religie onmisbaar keuren voor de maatschappij, en spreken van de nawerking der religie in de kringen hunner opvoeding, wat religie hebben ze dan op het oog ?

Wij meenden, dat zulke mannen dan doelden op de religie der kerk, gelijk die ons in vasteren vorm, als erfenis ait het verleden, toekwam. Waant heusch de redactie van de Hervorming, dat Renan bij wat'hij schreef, dacht aan de zwevende vroomheden van het mystiek of speculatief of critisch Modernisme !

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 september 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 september 1892

De Heraut | 4 Pagina's