Generale Synode der Gereformeerde Kerken in Nederland te Dordrecht.

Erger drukfout dan ditmaal insloop werd wel nimmer in onze kolommen gezien. Wij bedoelen wat staat te lezen in het verslag der vorige week aangaande het rapport van de correspondentie met de Hooge Regeering uitgebracht in de zitting van Dinsdag 5 September. Onze lezers zullen dit waarschijnlijk zelf reeds hebben bespeurd, doch ten overvloede geven wij hier nog de rectificatie, dat in bedoeld verslag moest staan: Verder spreken deputaten het uit, dat zich aan hen geen verschijnselen hebben voorgedaan, die de overtuiging zouden geven, dat de rechtspositie van de kerken niet zou verzekerd zijn ?

Achtste Sessie, — Donderdag 7 September,

De behandeling van het rapport van deputaten tot de Zending onder de Heidenen en Mohammedanen wordt voortgezet bij het tweede gedeelte: Overname van den Zendingarbeid der Nederlandsche Gereformeerde Zendingsvereeniging.

Nadat een voorstel dat inhield, alle onderhandelingen met de Zendingsvereeniging aftebreken, wijl de kerken in de zaak der Zending geen bedingen kunnen aangaan, groote kans had aangenomen te worden, werd op advies van Dr. Kuyper door den praeses van Andel het volgende bemiddelend voorstel gedaan;

De Synode

kennis genomen hebbende van wat tot dusver tusschen de deputaten voor de zending en de Nederlandsche Gereformeerde Zendingsvereeniging over de overneming van het zendingsgebied op Midden-Tava is onderhandeld ;

van oordeel dat de Kerken bij deze overneming geen bedingen of voorwaarden mogen aangaan, anders dan voor zoover dit stoffelijke aangelegenheden betreft;

uit dien hoofde buiten machte, om de door de Nederlandsche Gereformeerde Zendingsvereeniging voorgestelde bedingen aan te nemen;

besluit: de Deputaten voor de Zending te gelasten aan de Nederlandsche Gereformeerde Zendingsvereeniging te berichten, dat geen Kerken, en dus ook wij niet, voor wat de geestelijke leiding van het Zendingswerk aangaat, zich contractueel mogen of kunnen verbinden; 1. dat diensvolgens het aangeboden verdrag door de Kerken niet wordt aangenomen, en de onderhandelingen, dusver op dien voet gevoerd, hiermee als afgebroken en beëindigd worden beschouwd;

2. dat de Kerken alsnog bereid zijn het Zendingswerk op Midden-Java over te nemen, en zulks onder de verklaring aan de Nederlandsche Gereformeerde Zendingsvereeniging, dat zij voornemens zijn: r. den arbeid in dit Zendingsveld, met name door vervulling der opengevallen plaatsen, zoo krachtig mogelijk ter hand te nemen en dat het schema van Ds. Lion Cachet haar Deputaten althans in hoofdzaak te volgen scheen; 2. bij de correspondentie met Midden Java al die discretie in acht te nemen, die bij overname van zaken betamelijk is, en zooveel noodig gebruik te maken van de informaliën en ervaringen van Ds. Lion Cachet; 3. de uitgave van De Heidenbode vooralsnog voort te zetten, en 4. de voorlichting van het bestuur der Nederlandsche Gereformeerde Zendingsvereeniging in te roepen, voor zooveel dit noodig rnocht zijn, en omgekeerd alle opmerkingen van genoemd bestuur in ernstige overweging te nemen, die vóór de definitieve overneming van het Zendingsgebied, rakende deze missie, haar mochten toekomen, en dat persoonlijke conferentie met dit bestuur ten alle tijde welkom is.

3. dat, overmits aan de onzekerheid ten deze een einde behoort te komen, de Kerken aan Deputaten volmacht geven, om op dezen voet het Zendingsgebied over te nemen, mits die overneming plaats hebbe vóór i Juni 1894, als ook om tot dien dag toe aan de Nederlandsche Gereformeerde Zendingsvereeniging het aandeel uit de collecte uit te betalen; ^,

4. dat de Deputaten voor de Zending, "bijaldien op I Juni 1894 deze zaak onverhoopt" haar beslag niet verkregen had, geen verdere onderhandelingen zullen voeren, maar onverwijld maatregelen zullen nemen, om op het eiland Java zulk een gebied voor de Zending uit te kiezen, als hun wenschelijk zal voorkomen, en met kracht in dit gebied een Kerkelijke Zending dezerzijds te organiseeren. Dit voorstel werd met, op twee na, algemeene stemmen aangenomen.

Derde gedeelte. Uitzending van den heer J. G. Scheurer, als zendeling-arts.

Hieromtrent besloot de Synode: oordeelende, dat het uit de besluiten van '92 vaststaat, dat deputaten wel terdeeg recht hadden om een zendeling uit te zenden ;

dat de Synode zich over »zendeling-arts" eerst als zoodanig zal kunnen uitspreken zoodra de zaak der Zending zal behandeld worden; de uitzending van den heer J. G. Scheurer goed te keuren, met dankzegging aan de deputaten voor hun betoonden ijver.

Vierde gedeelte. Inrichting van den zendingarbeid.

Wat de regeling van den Zendingarbeid betreft, besluit de Synode:

A. Overwegende, dat het vaststellen van een definitieve regeling en instructie nog niet genoegzaam is voorbereid om nu reeds daartoe over te gaan, aan de na te noemen deputaten voor de zending op te dragen: de Kerken voor hare eerstvolgende Generale Synode hieromtrent van advies te dienen, met bepaling, dat hunne voorstellen inzonderheid zullen moeten strekken om de Kerken zelf zooveel mogelijk aan de Zending te doen medewerken en dat hun rapport minstens drie maanden vóór de bedoelde G. S. ter kennisse van de Kerken moet gebracht worden.

B. Tot aan de eerstvolgende G. S. de leiding van den zendingsarbeid op te dragen aan dezelfde broederen die tot dusver als deputaten tot de zending hebben gearbeid, welke leiding inhoudt:

1. de verkiezing, afvaardiging^ uitzending en plaatsing der zendelingen, met dien verstande, dat de kerkelijke onderzoeking steeds zal geschieden door de classis Leiden geheel op dezelfde wijze als bij een peremptoir examen voor alle aanstaande Dienaren des Woords is vastgesteld; dat daarna door deputaten tot de zending een suppletoir examen zal worden afgenomen ter beoordeeling van de geschiktheid en bekwaamheid voor de zending; en dat, bij gunstigen uitslag van dit onderzoek, de indienststelling en bevestiging door de bovenbedoelde classis zal plaats hebben.

2. de regeling van den zendingarbeid in Jndië; in samenwerking met de zendelingen.

3. de correspondentie met de arbeiders op het Zendingsveld èn met de Regeering.

4. correspondentie, de Zending betreffende, met de kerkelijke vergaderingen in Nederland, en met Zending-corporatiën zoo in Nederland als andere landen.

5. hti financieel beheer der yoor de Zending inkomende bijdragen.

6. te arbeiden tot het verkrijgen van iekwame zendelingen naar de behoefte der Zending, die Deputaten in de eerste plaats zullen oeken uit de predikanten, of uit candidaten, of uit studenten der Theologische Kweekchool of der Vrije Universiteit, die dan, des ereischt, nader onderwijs zullen ontvangen nder toezicht van Deputaten, in de vakken peciaal voor de Zending. Met dien verstande, at ook andere personen, leden eener Gereormeerde kerk, van wie verwacht mag worden, dat zij riiet vrucht den Heere in den zendingsrbeid kunnen dienen; van gronds af tot zeneling zullen kunnen worden opgeleid.

egende Sessie. — Vrijdag 8 September.

In zake de ineemmelting der plaatselijke kerken, rapporteert] Prof. Rutgers omtrent de adviezen door hem en zijn medegedeputeerden in deze materie gegeven en deelt mede, dat men op 31 plaatsen tot ineensmelting gekomen is; tevens legt hij aan de Synode een ontwerp tot regeling met 3 bijlagen voor in zake ineensmelting van Gereformeerde kerken, die terzelfder plaatse gevestigd zijn. Onder goedkeuring en dankzegging voor den arbeid dezer deputaten, wordt het genoemde ontwerp voor kennisgeving aangenomen. De Synode zal er de aandacht der kerken op vestigen als op een advies: hetgeen bij plaatselijke ineensmelting te doen is.

Eindelijk besluit de Synode : overwegende, dat de kerkenprdening als regel stelt: dat er in een en dezelfde plaats slechts één Gereformeerde kerkeraad zij, tenzij verschil in taal een gedeeld kerkelijk leven noodzakelijk maakt, — aan de kerken met ernst en aandrang voor te houden, dat zij toch nooit berusten in een zondigen toestand van plaatselijke gedeeldheid.

In verband met dit rapport neemt de Synode tevens kennis van nog tot stand gekomen ineensmelting van plaatselijke kerken in de provincies Gelderland en Zuid-Holland.

Hierna wordt gelezen een bij de Synode ingekomen schrijven van den heer A. G. v. Deth c. s. te Brussel met verzoek: om advies en hulp der Gereformeerde kerken ter institueering hunner kerk, op welk schrijven echter wegens een informaliteit iij de wijze van toezending, als zijnde niet geschied door een kerkelijke vergadering, geen besluit kan worden genomen, hetgeen echter geen beletsel zal opleveren voor de kerken en de classis van Dordrecht oin voort te gaan adressanten te helpen bij de institueering van hun kerkelijk leven.

Eindelijk wordt besloten, nadat de Synode n comité generaal was vergaderd, de zittingen e verdagen tot Dinsdagmorgen. Tiende Sessie. — Dinsdag 12 September.

Een zeer talrijk publiek uit alle oorden van het land woont deze zitting bij waarin, zooals verluidde, een besluit zou genomen worden in zake de opleiding van Dienaren des Woords.

Nadat de vergadering op de gewone wijze is geopend, geeft de praeses het woord aan Ds. Littooy, die mededeelt hoe de vier voorstellen in de zitting van Maandag 4 September ingekomen: van de deputaten voor de concept regeling; van de deputaten der provinciën Groningen en Zeeland; van Ds. De Haas ; en van Dr. H. Franssen — door onderlinge bespreking der voorstellers in één' voorstel zijn geünificeerd, hetwelk hij in overleg met hen der Synode thans de eer heeft aan te bieden.

De praeses leest hierop dit voorstel. De Synode der Gereformeerde kerken in Nederland,

gehoord en rijpelijk overwogen hebbende de door Deputaten aan de Kerken aangebodene concept-regeling voor, de opleiding van Dienaren des Woords, het'oordeel der Provinciale Synoden met de desbetreffende voorstellen, alsmede de toelichting der afgevaardigden, het rapport van Curatoren der Theologische School en de verschillende gevoelens der adviseerende en stemhebbende leden ; evenals ten vorige jare bij het tot standkomen der vereeniging van de Gereformeerde Kerken, ook thans nog als haar oordeel uitsprekende, dat de Kerken geroepen zijn het beginsel te handhaven, om eene eigene inrichting ter. opleiding van Dienaren dts VV óords te hebben, ten minste wat de godgeleerde vorming betreft;

daarbij echter tevens erkennende, dat bovengenoemde verklaring niet bedoelt: i. om het aloude Gereformeerde beginsel van vrije studie te vernietigen, noch ook 2. om verandering te brengen in de Gereformeerde wijze van Kerkelijke examinatie der aanstaande Dienaren des Woords, evenmin 3. om iets te laten vallen van den eisch van wetenschappelijke ontwikkeling, die steeds door de Gereformeerde Kerken gesteld is, en ook 4. niet om tegen te spreken, dat de Vereenigde Kerken over de regeling dezer zaak later, indien noodig, hebben te oordeelen;

overwegende, dat de eenheid in de opleiding van de aanstaande Dienaren des Woords zooveel doenlijk moet bevorderd worden;

verklarende: r. dat zij onder »eigene inrichting" verstaat: eene kweekschool van Dienaren des Woords, geheel en alleen van de Kerken uitgaande en door haar verzorgd en bestuurd, die de geheele opleiding kan geven, of, indien te eeniger tijd scheiding van de voorbereidende en de Theologische studiën geheel of ten deele noodig of nuttig mocht worden geoordeeld, ten minste voor de geheele Theologische vorming, dat is, de vorming door de wetenschappelijke studie der Theologie en de practische toebereiding voor de heilige bediening heeft te zorgen; en 2. dat de Theologische School, thans gevestigd te Kampen, die als de eigene inrichting der Christelijk Gereformeerde Kerk met hare fondsen aan de Vereenigde Kerken is overgedragen en door deze is overgenomen, de eigene inrichting der Gereformeerde Kerken is, en dat het in geenen deele de bedoeling is, deze op te heffen;

eindelijk daarnevens het verband handhavende, dat ten vorigen jare op de Generale Synode tusschen de Gereformeerde Kerken en de Theologische Faculteit der Vrije Universiteit is gelegd ; besluit:

1. Den Deputaten, die de Kerken in deze zaak van advies gediend hebben, dank te zeggen voor de genomen moeite, maar met het oog op de in een breeden kring van Kerken heerschende opvatting, dat dit advies in strijd is met den inhoud van een der bedingen, die ten vorigen jare door beide Kerkengroepen zijn aanvaard, en met het oog op de spanning en onrust, die in veler gemoed heerscht, de Concept-regeling ter zijde te leggen ;

2. Een Commissie te benoemen, die tijdens deze Synode voorstellen indient tot regeling van spoedeischende zaken;

3. Deputaten aan te wijzen, die in overeenstemming met het bovenstaande, en rekening houdende met het te dezer zake te Amsterdam vastgestelde, aan de eerstvolgende Synode zullen hebben voor te stellen : )

a. welke regelingen er te maken zijn tot eerdere gelijkmaking van studie en examina.

b. welke voorziening in behoeften en welke wijzigingen van bestaande regelingen der Theologische School noodig zijn.

c. op welken voet nauwer verband tusschen de Kerken en de Vrije Universiteit, inzonderheid hare Theologische Faculteit, tot stand an komen.

A. LiTTOOIJ. A. KUYPER. T. Bos. H. BAVINCK. B. VAN SCHELVEN. H. FRANSSEN. W. J. KiERS. - D. RIJPSTRA.

J. A. TAZELAAR. A. THOLENS. L. BouMA. W. J. DE HAAS. J. H. FERINGA. G. VAN GOOR. K. FERNHOUT. M. DE JONGE JZN.

Alsnu in discussie gebracht neemt Prof. Lindeboom het vi^oord om zijne blijdschap uitte spreken over dit voorstel in welks redactie hij eenige wijzigingen van formeele aard zou wenschen gebracht te zien, waarvan hij echter later terugkomt.

Ds. Diemer, die zich evenzeer over het voorstel verheugt, wil een drietal amendementen die hij zou kunnen indienen liever terughouden en den loop der zaken aan Gods voorzienig bestel overlaten.

Ds. v. Proosdy had liever samenwerking gewenscht tuschcn de Theologische School en de Theologische faculteit der Vrije Universiteit.

Prof. Wielenga kan zich slechts gedeeltelijk verblijden. Het tweede gedeelte stelt hem te eur. Hij had gehoopt, datj deze Synode de zaak der opleiding definitief zou hebben gereeld. Uit de omstandigheid dat deze taak haar e machtig bleek, spreekt haar geestelijke zwakeid, terwijl hij in derde gedeelte een ver-chuiven van de quaestie ziet.

Prof. Geesink kan hierin niet meegaan. Hij is vol hope voor de toekomst en verblijdt zich vooral hierover, dat dit voorstel in zijn considerars zoo duidelijk uitspreekt, dat eenheid in de opleiding Jmoet gezocht. Die eenheid bedoelt niet anders dan de volle wetenschappelijke vorming, die de Kerk van Christus, zal zij haar eere niet prijs geven, van hare dienaren moet eischen en juist dit acht hij de groote winste die hier moet worden geboekt.

Ds. Feringa noemt het voorstel een comrornis met al de voor-en nadeelen aan elke ompromis verbonden.

Ds, V. Schelven spreekt de bede uit; dat, anneer een volgende Synode deze materie zal hebben te behandelen, diepen geestelijken zin haar onder de leiding des Heiligen Geestes nog meer dan deze zal doen afzien van wat om haar geschiedt, zoodat zij niet gelijk thans, het oog zal slaan op »de in een breeden kring van kerken heerschende opvatting" of »op de spanning en onrust, die in veler gemoed heerscht" — maar slechts naar omhoog, naar wat de Koning der kerk voor de opleiding van zijn dienaren eischt.

Dr. V. Goor is dankbaar, dat de eenheid door dit voorstel zal worden behouden en de juichtoon, die in de straten van Askalon over onze scheuring reeds werd aangeheven, zoo ganschelijk zal worden beschaamd.

Ds. Ploos V. Amstel is dankbaar en blij door dit voorstel, waarvan hij de aanneming zeker verwacht, zal het geschokt vertrouwen hersteld worden. Wel zou hij in deze zaak nog meer licht wenschen, doch ook dat zal wel komen.

Ds. Neijens deelt meê, dat zijn naam zonder opzet onder de 16 onderteekenaars ontbreekt, terwijl Ds. Nederhoed, die eerst* meende er zijn naam niet onder te moeten plaatsen, verklaart, thans met het voorstel derwijs te zijn ingenomen, dat hij niet slechts drie amendementen zal terughouden, — maar verzoekt ook zijn naam, als deputaat van Groningen, er nog bij te plaatsen.

Ds. Klaarhamer gevoelt zich eveti als de Assessor en Prof. Wielenga nog getemperd in zijne blijdschap. — Hij had in deze zaakeen groote élan bij de vergadering verwacht. Prof. De Cock dringt op unanieme aanneming aan.

Ds. V. Minnen zegt: men heeft de hereeniging der Kerken wel eens vergeleken bij de saamvloeiing van Maas en Waal. Hij noemt dit echter een min gelukkig beeld Maas en Waal toch vloeien te Loevestein sa& m, i naar men zegt als troebel en helder water om dan de Merwede te doen onstaan. En die Merwede.... houdt op te Dordrecht en gaat juist daar uiteen.

Zoo zij het echter niet met onze eenheid. Op een anderen grondslag dan waaraan Loevenstein herinnert rust onze eenheid en niet als troebel en helder — maar als de frisschc wateren uit één zelfde bron des geloofs stroomden wij sadm, daarom worde in Dordrecht onze éénheid dan ook niet verbroken maar bestendigd.

Ds. Bos dringt op stemming aan en ontraadt alle amendeeren.

Ten laatste ontvangt Prof. Kuyper als voorzitter van deputaten voor de Concept-regeling het woord.

Hij verlangt namens zijn mededeputaten, dat hiin 5 namen van onder dit voorstel zullen worden weggenomen, niet omdat zij het niet langer als het hunne erkennen, — maar omdat zij toch zelf bezwaarlijk kunnen aandringen op ^dankzegging voor de genomen moeite, " waar het hun eigen arbeid betreft.

Vervolgens geeft hij rekenschap van de omstandigheid, dat de opstellers van de conceptregeling zelf thans tot terzijdelegging van dit concept adviseeren. »Wij, zegt Dr. Kuyper, staan nog juist zoo als in den aanvang, doch bij heel ons werk zat de gedachte voor, dat wij arbeidden ten dienste van de Kerken. n ook nu hebben wij ons slechts afgevraagd, at winste en wat schade voor de Kerken ou zijn. Niemand beschuldige ons daarom in eze van inconsequentie.

Ik wil open kaart spelen. Indien het mijn mcde-deputaten en mij te doen ware geweest om een tactiek van berekening, dan zouden wij niet, gelijk wij in ons Concept hebben gedaan, heel ons plan hebben blootgelegd, maar met kleine voorstellen voor den dag zijn gekomen. Juist dit echter hebben wij niet gewild, wij hebben heel ons ideaal ontsluierd en aan dat ideaal houden wij ons vast. En thans, is juist daarom mijn hart met blijdschap vervuld, omdat ik gezien heb, hoe in deze Synode niet menschelijk overleg, maar de leiding des Geestes voorzat en de liefde, die ik voor vele broederen als geloovigen in abstracto koesterde door persoonlijke aanraken, ook in het concrete is versterkt. Er is winste, wijl de spanning uit de gemoederen week en hierdoor de mogelijkheid is geboren, om het zondige A en B. ook voor ons besef te doen verdwijnen en alzoo die atmospheer te doen ontslaan, waarin de strijd over het beginsel, die thans geen stap verder is gekomen op van God gewilde wijze tot oplossing kan worden gebracht. Winste niet het minst hierin, dat wij ons A en B begravende en om Hem die onzer aller Alfa en Omega is vereenigd den Gereformeerden naam onder ons volk weer tot eere brengen en van uit ons land ook onder andere natiën weer tot de oude glorie doen opwaken.

Het voorstel-Littooy alsnu in stemming gebracht, wordt unaniem aangenomen.

De voorzitter verzoekt daarop aan Dr. Kuyper een psalmvers op te geven en met gebed te eindigen. Deze legt daarop aan de vergadeing het: i> Gods verborgen omgang vinden'' op de lippen en sluit met dankzegging.

In den namiddagzitting wordt overeenkomstig ub 2 van het bovengenoemd besluit door de Synode benoemd de professoren Wielenga en utgers en Ds. T. Bos als commissie tot regeing van spoedeischende zaken.

Een concept-instructie voor Deputaten tot correspondentie met de Hooge overheid wordt goedgekeurd. Zij luidt aldus:

Deputaten wordt opgedragen:1. Alle stukken die van de Regeering bij en inkomen, bestemd voor de gezamenlijke erken door mededeeling in het Kerkblad of nderszins ter kennisse van die kerken te rengen.

2. Wanneer door het besluit van eenige kerk verandering zou komen in de bij de Regeering berustende ofKcieele lijst van de Gereformeerde kerken in Nederland en wanneer aan Deputaten gebleken is, dat dit besluit door de Classis, waartoe de bedoelde Kerk behoort, is goedgekeurd, het bericht van zulk een besluit reeds door de bedoelde Kerk zelve aan de Regeering gezonden, vanwege de gezamenlijke Kerken bij haar te bevestigen, met verzoek aan den heer Minister van Binnenlandsche Zaken om mededeeling aan de gewestelijke en gemeentelijke autoriteiten.

3. In buitengewone gevallen van rouw of vreugde het koninklijk huis betreffende, betuiging van deelneming in naam der kerken aan de Hooge regeering te doen geworden.

4. Van alle veranderingen, die in sub'2 genoemde lijst worden aangebracht, mededeeling te doen in het Kerkblad.

Overgaande tot de Diaconalia, besluit de ynode eenige harer leden uit te noodigen: en volgende Synode te dienen met een tracaat, waarin de dienst des Diakenschaps prinipieel wordt uiteengezet. Op een verzoek van e provinciale Synoden van Utrecht en Noord-

Brabant: om de krankenverzorging door de Kerken ter hand te nemen — wordt besloten, wijl de mindere vergaderingen in deze zaak niet zijn gehoord en het bovengenoemd tractaat ook dit onderwerp zal hebben te bespreken — ditmaal niet in te gaan.

Het overige van deze zitting is gewijd aan de behandeling van eenige zaken van tucht en

a. Hooger beroep inzake de toediening' te Heerenveen van de. Heilige Doop aan het kind van iemand te Knijpe woonachtig, waarbij de beslissing der Synode van Friesland wordt gehandhaafd.

b. Idem van de kerk te Ouderkerk inzake een candidaat naar artikel VIII, waarbij de beslissing der Synode van Noord-Holland wordt vernietigd.

c. Idem van twee kerken in Gelderland waarbij de beslissing der Synode van Gelderland wordt gehandhaafd.

Elfde Sessie—Woensdag 13 September.

In behandelüig komt het rapport van deputaten voor de Generale kas ten behoeve van Emeriti-predikanten, predikants-weduicen en weezen. In het vorige jaar zijn bij een inkomen van ƒ19, 870.41 — aan emeriti enz. 66 uitkeeringen gedaan ten bedrage van ƒ 18, 270.59. ''^» De uitgaven worden dit jaar bij 72 uitkeeringen op ƒ22.000 geraamd, daarentegen be droeg bij den aanvang van het vorige jaar het saldo ƒ 1961.85 en thans slechts ƒ362.03. Met het oog op' deze min gunstige verhoudingen zullen in een der volgende zittingen voorstellen worden ingediend.

, Op advies van de gisteren benoemde commissie tol regeling van spoedeischende zaken in betrekking tot het onderwijs aan de theologische school te Kampen, wordt besloten : de regeling, die op de vorige Generale Synode voorloopig is vastgesteld voor een tijdperk van 3 jaren te bestendigen; en de leerkrachten bij het onderwijs in de moderne talen te versterken door benoeming van nog een docent in die leervakken.

Bij de behandeling der voorstellen van het curatorium der theologische school besluit de Synode: -

den heer Candidaat J. v. d. Valk, adsistentleeraar in de klassieke letteren wederom voor een jaar te benoemen; het curatorium te machtigen een opvolger van Dr. Reinink, die naar Pretoria vertrok, te benoemen tot docent in de klassieke letteren en evenzoo om te benoemen een docent in de moderne talen"; tien broeders te benoemen uit elke provincie één om, indien binnen twee jaren na deze synode een vacature ontstaat in het college van docenten in de theologie, samen met Curatoren en docenten door benoeming van een opvolger daarin te voorzien; eindelijk nog tot afschaffing van den eed tegen de Simonie, sedert 1872 van de propenenten gevorderd; tot het aanbevelen jvan de collecte voor de school te Katnpen op haar stichtingsdag den 6en December, en inzake redactie en uitgave van de Bazuin en het Kerkblad: de benoeming van den redacteur van het eerste blad optedragen aan het Curatorium en wat het tweede betreft: bij de Keifjeraden er op aan te dringen zich hierop — het Kerkblad — te abonneeren.

Een concept-instructie der deputaten voor correspondentie met Buitenlandsche Kerken wordt goedgekeurd.

Zij luidt aldus:

Instructie der Deputaten voor Correspondentie met Buitenlandsche Kerken.

Art. I. De Synode benoemt 3 deputaten voor orrespondentie met Buitenlandsche Kerken, ie van Gereformeerde Belijdenis en Kerkegeering zijn.

Art. 2. Aan deze deputaten is opgedragen: a. Uitnoodiging van Buitenlandsche Kerken en verdere uitvoering van al wat met betreking tot de Buitenlandsche Kerken door de Synode is besloten.

b. |, Ontvangst en beantwoording indien noodig, van alle missives van Buitenlandsche Kerken, die de gezamenlijke Gereformeerde Kerken in Nederland betreffen.

c. Informatie omtrent Belijdenis en Kerkregeering van alle Kerken die onder den naam van Gereformeerde Kerken optreden.

d. Mededeeling in het Kerkblad van al hetgeen ter kennis van de Kerken moet worden gebracht.

Art. 3. De Synode wijst de Buitenlandsche Kerken aan met welke correspondentie zal gehouden worden; insgelijks de Buitenlandsche erken naar wie afgevaardigden zullen worden ezonden.

Art. 4. Deputaten zullen, indien mogelijk, een jaar te voren de Buitenlandsche Kerken met wie correspondentie wordt gehouden, uitnoodigen tot bijwoning van de eerstvolgende Synode.

Art. 5. De aanwijzing der afgevaardigden naar bovenbedoelde Kerken geschiedt door de Synode of door de Deputaten. De Synode bepaalt het maximum van reiskosten enz., waarover Deputaten mogen beschikken.

Art. 6. Deputaten zijn verplicht, om Kerkeraden, Classis en Provinciale Synoden de door deze gevraagde inlichtingen te verschaffen, indien zij daartoe in staat zijn.

Art. 7. Deputaten worden benoemd van Generale Synode tot Generale Synode. Zij brengen op de eerstvolgende Synode rapport uit van hun arbeid.

Ds. Feringa brengt rapport uit namens deputaten door de Generale Synode te Amsterdam belast met: het verzamelen en ordenen van de gelijkluidende bepalingen, door de beide groepen van Kerken tot dusver gemaakt, en tot gelijkmaking van de beiderzijds uiteenloO' pende bepahngeïi, voor zoover daarvan spoedige regeling hooaig is, welk rapport aanleiding geeft tot het vaststellen van eenige huisoudelijke bepalingen, waarbij op voorstel van e commissie besloten is alleen die voo^-stellen e behandelen welke urgent waren, waarna chtereenvolgens de verschillende voorstellen an deze commissie met enkele redactiewijziingen zijn aangenomen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen