GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door helpen geholpen.

IX.

EEN SLECHTE RUIL.

Het dorp waar juffrouw Warder woonde, telde meer bewoners dan menig kleine stad in ons vaderland. Dat kwam doordat het er zeer gezond was, dat het dicht bij een groote stad lag en ook bij de zee. Vele aanzienlijken hadden er daarom hun zomerverblijven, anderen weer woonden er zomer en winter, zooals b.v. mevrouw Denham. Zomers was het er ook vol met bezoekers, welke eenige weken of een paar

maanden bleven, doch die gingen dan niet in logementen, maar huurden kamers bij de inwoners van het dorp. De weduwe zou ook wel graag kamers verhuurd hebben, maar.haar huisje was te klein en een grooter huren dorst zij niet, daar het verhuren wel eens kon tegenloopen en zij dan voor de kosten zat.

Nu woonden de lieden in het dorp echter zeer verspreid, wijl velen vooral van de vreemdelingen 't zoo verkozen om vrijheid te hebben en de natuur te genieten, die daar zeer schoon^ was, .alsmeê de frissche lucht die in nauwe straten en stegen niet is in te ademen. Zoo kon men dan ook op het dorp wel van alles en allerlei krijgen — vooral sinds er veel aanzienlijken kwamen — maar moest er soms een geducht eind om loopen.

Dat ondervond de wedmve ook, juist niet voor haar genoegen in dit weer, toen zij den weg insloeg naar den eenigen goudsinid en juwelier van het dorp, die er echter nog andere vakken bij beoefende. Want, kon hij 't ook des zomers soms druk hebben, in den winter zooals nu, vond hij in 't goud-en juweelenvak weinig te doen, en moest toch ook leven.

Met een kloppend hart trad de weduwe den winkel van den goudsmid binnen, want zij behoorde niet tot zijn vaste klanten; — ge begrijpt wel waardoor! — hij was een voorzichtig zuinig man en bovendien, dit wist moeder al bij ondervinding, werd voor oud goud en zilver niet veel betaald; en dan voor het weinigje dat zij had!

De deur van de winkel was gesloten, men verwachtte naar 't scheen geen koopers, vooral niet in den morgen. Eindelijk, na herhaald kloppen, hoorde de vrouw een slot omdraaien en de deur opengaan. De vrouw van den goudsmid stond voor haar, in dit vroege uur al netjes aangekleed, en vroeg wat zij verlangde,

sik zou uw man graag even spreken." »Kan ik 't ook afdoen ? " vroeg de vrouw, smijn man is boven op zolder, hij moet daar nog wat opruimen, om straks klaar te zijn."

»Dat 'gaat moeilijk, " antwoordde de weduwe, »ik moet het bepaald hem zelf vragen."

Het duurde lang, heel lang eer de goudsmid kwam, en de weduwe vond dat om vele redenen niet aangenaam. Eindelijk verscheen hij, juist niet goudsmid-en juwelierachtig gekleed. Doch de weduwe lette daar niet op, maar bespeurde des te beter hoe zijn gezicht lang niet vriendelijk stond, als van iemand die knorrig wordt wijl men hem in zijn werk komt storen.

»Wat wenscht gij.'" vroeg hij, de weduwe bespeurende, terwijl zijn stem zeker minder vriendelijk klonk dan wanneer hij een groot heer of rijk gekleede dame in zijn winkel had aangetroffen.

Juffrouw Warder liet hem de zilveren speld en de twee ringetjes zien en sprak:

»Zoudt u die ook willen koopen.^"

De goudsmid wierp er even een blik op en zei eenvoudig »neen, niet noodig."

«Maar, gij kunt het misschien later toch wel gebruiken, " was 't antwoord; »ik heb het geld nu noodig."

uDat kan best wezen, " hernam de baas, »maar 't is vandaag al een heel ongelegen dag, eigenlijk is mijn winkel gesloten; daarbij 't is winter, zooals gij weet, en voor mij een stille tijd in den winkel. En bovendien, wat is hetheelemaal waard. Twee dollars — op zijn hoogst" (5 gulden).

»'t Heeft wel vijfmaal zooveel gekost, " zei de weduwe.

»Dat kan best wezen, " sprak de ander weer, smaar die dingen zijn nu iiit de mode; ik moet ze versmelten en 't is de vraag of ik er, al nam ik ze voor twee dollars, nog wel iets aan verdien."

De weduwe wist wel beter, maar toen zij dit den man te kennen gaf, verklaarde hij voor de derde maal — want het was een toegeefelijke man — sdathet best wezen kon, " — »maar, " zoo, 'ging hij voort, »ik heb u niet geroepen; 't kan wel zes dollars waard wezen, maar ik geef er niet meer voor."

Wat moest de weduwe doen.? Zij hield zich als wilde zij heengaan, om daardoor te zien of de man soms nog tot andere gedachten kwam. Maar de goudsmid was slimmer dan zij. Hij wist heel goed-dat de vrouw 't geld hoog noodig had, en ook dat hij zelf om die dingen niet verlegen was en er geen andere goudsmid op het dorp was. Dat hij haar veel te weinig bood hinderde hem niet. Zij kon 't immers doen of laten, naar zij wilde!

Aan de deur gekomen, keerde de weduwe zich om. Zij moest toch geld hebben; met een traan in 't oog sprak zij tot de goudsmid:

»Neem het dan maar voor twee dollars." In een paar minuten was het nu afgedaan. De weduwe ging met een treurig hart den winkel uit; de goudsmid borg de kostbaarheden weg, terwijl hij dacht: sdat is weer een zoet winstje." Maar of zijn ziel ook voor de eeuwigheid bij den koop verloren of gewonnen had, daaraan dacht de man niet. »Ziet toe en wacht u voor de gierigheid", zegt het woord des Heeren.

Met haastige schreden, want zij had zich in den winkel lang opgehouden, stapte nu de weduwe naar den apotheker en gaf hem 't recept. Gelukkig kon dat dadelijk klaar gemaakt wordeu, en zij het drankje meenemen; maar het kostte bijna anderhalven gulden. Toen ging zij wat kolen bestellen voor brandstof, en haalde vleesch en een half fleschje wijn, om Karel wat versterkende soep te kunnen klaarmaken en hem te verkwikken. Doch toen zij thuis kwam en eens narekende hoeveel zij had uitgegeven, bevond zij dat er nog maar twaalf stuivers over waren. En daar moest zij met de kinderen, minstens nog een dag of vier van leven.

Uit haar overpeinzingen die juist niet vrolijk waren werd zij gewekt, doordat er stemmen kwamen uit het kamertje, waar Karel lag.

»Maar meisjes", riep moeder, zijt gij niet naar school ?

»Wel moe", zei de oudste, te voorschijn komende, 't Is immers nieuwjaar. Er is van daag geen school."

Nu ging de weduwe een licht op. Nu begreep zij wat de goudsmid bedoeld had met een ongelegen dag en waarom de juffrouw zoo vroeg al gereed en gekleed was geweest. Ja, gisteravond had zij zich nog wel herinnerd, dat het oudejaar was. Maar in dit vreemde land waar alles zoo anders was als in haar geboorteland, hier waar zij zoo alleen stond, was zoo weinig dat haar aan oud-of nieuwjaar herinnerde. Maar bovenal had de zorg voor den zieken jongen en het reppen om haar werk af te krijgen en het denken over al haar nood en over wat zij toch zou beginnen haar hoofd en hart geheel vervuld en zoo was èn oude-èn nieuwejaar vergeten.

CORRESPONDENTIE.

Enkele vragen beantwoorden we in een volgend nr. — Van L. wachten we nog antwoord.

HOOGENBIRK,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 maart 1894

De Heraut | 6 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 maart 1894

De Heraut | 6 Pagina's