GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kracht van het Woordl.

Wij kunnen den Heere God alleen kennen als Hij zich aan ons bekend maakt, en dat doet Hij door zijn Woord. Zoo zegt dan ook de Catechismus, dat de Heilige Geest het geloof door het üvangelie in ons lart werkt. Dat hebt gij misschien reeds uit het hoofd geleerd, maar het is goed, dat gij het uw geheele leven goed onthoudt.

In Indie ligt de groote stad Calcutta.^ In een dorp daar dicht bij kwam jaren geleden een zendeling. Hij nam zijn intrek bij een inbooriing, die hem vriendelijk ontving. De zendeling echter was op reis en kon daar niet blijven. Hij liet evenwel bij het heengaan een Nieuw Testament achter, dat in de Bengaalsche taal, de taal van het land, was gedrukt.

»Ik kan niet blijven, " zoo sprak hij, »maaf lees dit boek en laat het anderen lezen."

Dat beloofde de gastheer te zullen doen en de zendeling vertrok.

Een jaar daarna ontving dezelfde zendelinsr bezoek. Vier mannen, inlanders, stonden voor hem. Toen hij vroeg wat zij wenschten, vertelden zij hem dat zij het boek, 'twelk hij had achtergelaten, hadden gelezen en onderzocht. Het had hen zoo getroffen, dat zij nu begeerig waren er meer van te weten, en tot den zendelW kwamen om onderwijs te ontvangen. -

Gij kunt wel begrijpen, dat de zendeling dit met blijdschap gaf, en den Heere dankte voor den onverwachten zegen. Er kwamen er hog meer die luisteren wilden, enten slotte waren er oneeyeer acht, die den Heere Christus beleden en in den naam des Heeren gedoopt werden

De Heden die tot den zendeling waren 'gekomen, waren verstandige mannen. Onder hen die bekeerd werden was een oud man, die ijverig den afgod Jaggernaut, d. i. Heer der schepping, had aangebeden. (Het beeld van dezen god IS een ruwe houten pop, met edelgesteenten aJs oogen en bevindt zich in de stad Poree in Onssa: elke Hinde moet minstens eens in zijn leven die heilige plaats bezoeken). De oude man eerde den afgod zoo hoog, dat hij diens naam had aangenomen Telkens ging hij een bedevaart doen naar Onssa. Daarom vereerde hem het volk als een heihge. Ja een rijk man in het land had zooveel ^let dien heilige op, dat hij, als deze man bij hem wilde blijvenf hem een vast jaargeld wilde geven.

Doch nu de oude man Gods Woord had leeren kennen, was het met de zoogenaamde tóhgheid mt en wilde hij ook vin geen afgod meer weten. Hij had in huis een beeld van Jaggernaut, voor 'twelk hij dagelijks Stn^r L^r^T 'T? -'' ^'^^'^' .°°'^> ' ^'^ Weid nu geheel op. Hij nam het beeld en hing het aan Tys^^^'Z^V^'' '''"'' ^^"^^^'J'^ «< =hter begon t hem ook daar nog te hinderen. Hij nam een Si W °''? 1'" "[? ? ^ ^^^™^« ^^ stukken Het hout gebruikte hij om er zijn rijst, het gewone voedsel m Indië, op te koken. Lettkj'k werd hier gezien wat .vij lez^n in Jes. 44: li-.Dan IS het voor den menscfi om te verbrlnden, dan neemt hij daarvan, en warmt er zich bij'

ook ontsteekt hij het e , bakt en brood bij; " al was gelukkig de tweedejielft hier niet van toepassing.

De oude man leefde niet vele jaren meer na zijn bekecring, doch tot zijn dood toe bleef hij den Heere getrouw. Gij begrijpt wat grooten indruk dit maakte op de vele] heidenen rondom, die hem gekend hadden als zulk een vurig vereerder en trouw aanbidder van Jaggeriiaut.

Twee anderen van de acht waren jonger en, gelijk de zendeling opmerkte, bijzonder verstandig. Daar het nu altijd gemakkelijker is en dikwijls ook beter, als, de heidenen het Evangelie hooren van hun eigen landgenooten, besloot de zendeling te beproeven wat hij met deze twee kon doen. Hij gaf hun onderwijs en zie, met 's Heeren hulp kwam het zoover, dat zij, toen zij behoorlijk waren opgeleid, konden uitgaan, om het Evangelie dat hun zelf tot een zegen was geworden, ook te verkondigen aan zoovelen rondom hen, die nog zaten in de duisternis. Wij lezen daarbij van hen, dat hun handel en wandel zoo was, dat iedereen, al luisterde hij niet naar hen, toch ajle achting voor hen had.

Wat was nu het middel waarvan zich de Heere God bediend had om zoo heerlijke dingen tot stand te brengen? Zijn Woord, dat Woord alleen. Deze mannen hadden het gelezen en onderzocht, en dat was de aanleiding, het begin van de groote en heerlijke verandering in hen, de vernieuwing van hun gemoed. T.ater kwam daar het onderwijs bij, maar door het Woord zelf had de Heere in hen gewerkt. Voorzeker, de zon is hel en schitterend, maar toch moeten we met den psalmist uitroepen:

Des Heeren wet nochtans Verspreidt volmaakter glans. Dewijl zij 't hart bekeert, 't Is Gods getuigenis Dat eeuwig zeker is FAI slechten i) wijsheid leert.

Ps XIX.

AAN VRAGERS.

Waar lag toch wel het land Goscn^ want in Genesis 47 : i schijnt het een deel van Egypte te zijn, maar in Jozua 10:41 wordt er van gesproken als een land, dat in Kanaan lag. Antw. Wij lezen in Gen. 47 : i: oen kwam Jozef en boodschapte Farao, en zeide: ijn vader en mijne broeders, en hunne schapen, en hunne runderen, met alles wat zij hebben, zijn gekomen uit het land Kanaan; en zie, zij zijn in het land Gosen; en in Jozua 10 : 41: En Jozua sloeg ze van Kades Barnea en tot Gaza toe; ook het gansche land Gosen en tot Gibeon toe."

Het land Gosen, in Genesis bedoeld, lag zeer zeker in Egypte en wel in 't Noord-Oosten aan de grens; zoodat Jakob en zijn zonen, uit Kanaan trekkende, daar het eerst moesten aankomen. Farao schonk hun dat land, zijn gebied, tot een woonplaats. (Zie vers 6). Het was niet groot, maar zeer vruchtbaar, had vele kanalen en was dus goed bevochtigd. Dat het c< ; n goed land is, nu nog, bleek ook later. Een honcerd jaar nu geleden, toen de Franschen in het Oosten waren, woonde in Gosen een herdersstam uit Arabic. De Franschen verdreven dien stam, doch zoodra waren de vreemdelingen niet weg, of de herders keerden terug, wijl Gosen zoo'n goed land was.

Het Gosen in Jozua 10 : 41 vermeld, is echter een geheel andere streek. Gij kunt die vinden op de kaart van het Joodsche land en wel ten Oosten van Jeruzalem. Er was zelfs een stad Gosen, zooals blijkt uit Jozua 15 : 51.

HOOGEXBIRK.

1) Eenvoudigcn, onwetenden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 mei 1894

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 mei 1894

De Heraut | 4 Pagina's