Vrije Universiteit.

AHiSTERDAM.

Den agsten Januari 1.1. heeft de vlag uitgehangen van ons gebouw op de Keizersgracht 162. Waarom ? Om in dankbare herinnering te brengen, dat het juist tien jaren geleden was, sinds het in gebruik genomen werd.

Velen zullen zich met mij den 2 gsten Januari 1885 nog levendig voor den geest kunnen roepen, toen op eenigszins plechtige wij^e, genoemd perceel, nè, voltooide verbouwing, werd in gebruik genomen. Bij die gelegenheid sprak de regent van het Hospitium, Dr. A. H. de Hartog, eene schoone rede uit, ten titel hebbende: »Het doel en de inrichting van Hospiriën." — Want niet alleen een academiegebouw en een •bureel zou ons gebouw bevatten; maar het zou ook tevens een s gemeenschappelijke herberg", of jplaats der samenleving" zijn, zooals oudtijds de studentenhuizen genoemd werden.

Dr. de Hartog's rede (welke in het licht is verschenen bij den uitgever J. H. Dunk te Rotterdam en nog zeer der lezing waardig is), strekte voornamelijk om aan te toonen, »hoe de gastvrijheid haar eeretaak, als voedster der studiën en verzorgster der studeerenden, in raad en daad, door gaven en gebeden, individueel en gemeenschappelijk heeft vervuld." »Het doel dat men zich bij het oprichten der studentenhuizen of !)Hospitiën", zooals de meest algemeene naam daarvan is, voor oogen stelde, was: sonze jongelingen in hunne studiën te vrijwaren tegen den nood des levens, te beschermen tegen de verleiding, te onderhouden naar ziel en lichaam."

In een historisch overzicht gaat Dr. de Hartog in zijn rede na, wat hier te lande vooral in het belang der studeerende jongelingschap in vroegere dagen is gedaan; terwijl hij onder opzien tot den Heere dit huis dankbaar aanvaardde in naam der studenten aan de Vrije Universiteit, welke onder zijn dak herbergzaamheid zouden komen zoeken.

Gedurende zijn tienjarig bestaan heeft ons Hospitium reeds vele studenten mogen herbergen. Aanvankelijk ingericht voor 18, is het later uitgebreid en kunnen er 26 studenten geherbergd worden. Tot roem van Gods genade mogen wij zeggen, dat reeds veel goeds door het Hospitium is gesticht. Velen, die thans reeds het werkelijke leven zijn ingegaan en den Heere mogen dienen, hetzij als Bedienaar des Woords of in anderen werkkring, kunnen getuigen, dat het Hospirium hun een liefelijk »tehuis" is geweest; en zij, die thans nog bij ons inwonen, genieten dankbaar het voorrecht, dat hun in deze te beurt viel.

Twee dingen zijn er, die op dit oogenblik oorzaak van droefheid en zorg geven.

Het eerste is de ongesteldheid van den Regent, Dr. de Hartog, welke hem verhindert zijn gewone werk te verrichten. Op nadrukkelijk advies van den medischen Hoogleeraar, met wien hij raadpleegde, moet hij eenigen tijd zijne bezigheden laten varen, ten einde, wat de Heere geve, weer krachten op te doen, die hem in staat zullen stellen die later weer op te vatten. Laat ons zijner in den gebede gedenken, opdat de Heere hem weer oprichte en m.et versche olie overgiete. Zijne vernieuv, rde inzinking, na aanvankelijk herstel, is voor hem en de zijnen en voor ons allen een groote teleurstelling.

Het tweede is. de ongenoegzame geldelijke steun, -welke het studiefonds ontvangt. Daardoor sluit het ieder jaar met een yrij aanzienlijk tekort.

Nu de Regent niet pleiten kan voor die belangen, doe ik het met te meer aandrang. Moge menig dankoffer voor dit goede doel worden gebracht.

Met oprechten dank aan God, mogen we herinneren, dat de Directrice van het Hospitium, Mevr. de Wed. Mond, geb. Kuyper, gedurende deze 10 jaren met de meeste toewijding is werkzaam geweest aan de besturing der huishouding. De Heere heeft haar, soms door ernatige kranlcheid heen, kennelijk ondersteund, en zij mag roemen in de goedertierenheden Gods, die haar krachten schonk. Spare de Heere haar ons zoo dierbaar leven nog menig jaar, zegene Hij het Hospitium en de studenten en stelle Hij ook dezen arbeid der herbergzaamheid velen ten zegen I W. HOVY,

In dank ontvangen : Voor de Vereeniging: Aan Contributiën: Door den heer T. Kokmeijer te Oudega (W.) ƒ 126.50; door den heer K, Dingemanse Az. te Grijpskerke f ZTt door den heer T. van Dijken te Lutjewolcle/55; door Ds. H. C. v. d. Brink te Rinsumageest ƒ 59.50; door den heer J. A. Ie Comte te Sloierdijk /6; door den heer Joh. de Jongh te Haarlem ƒ60; door den heer G. Hoppe te Vreeland ƒ49; door den heer W. J. Caspers te Heinenoord /47.

Aan Csllocten: (Voor de Theol. Faculteit): Van de Geref. kerk te 's-Hertogenbosch 21.11I/2; van idem te Genderen ƒ 12.65; van idem te Vrij hoeve Kapelle ƒ 7.16; van idem te Heusden ƒ 2.37; van idem te Sprang/4.27; van idem te Veen ƒ 2.25I/2; van idem te Baambrugge (halve coll.) 10.55I/2, idem te Breukelen

4.36I/2, idem te Kamerik ƒ 2.62V2 idem te Loenen ƒ 3.87, idem te Maarsen ƒ 0.961/3, idem te Mijdrecht ƒ 6.681/2, idem te Nichtevecht

5.68I/2, idem te Tienhoven / 6.50, idem te Vinkeveen ƒ3, idem te Vreeland/4.14I-/2, idem te Wilnis / 4.60, idem te Kockengen / 6.98I/2, samen ƒ 59.98.

Aan Schenkingen:

Van H. S. Z. met dank aan den Heere voor het herstel van Dr. A. Kuyper / 10; door den heer T. Kokmeijer te Oudega, van H. Z./0.50; door den heer K. Dingemanse Az., te Grijpskerke, van N. N. / i; door D. j. Hania te Oosterbierum van de halve stuiversvereeniging

7; door den heer W. Hovy gevonden in de collecte Ger. kerk te Amsterdam B / i.

Voor hei HcspUlum:

Door Ds. J. Hania, van de halve stuiversver. te Oosterbierum /? .

Voor het Studiefonds:

Bij Prof. Dr. A. H. de Hartog ingekomen: oor Ds. J. H. te O. van de halve stuiversver.

7.

Hilversum,

S. J. SEEFAT, Penningmeester.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen