GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

UIT HET VUUR GERUKT.

III.

IN DEN DRUK.

Tegen den avond kwamen de drie thuis, de twee-jongsten nog vervuld van al het moois 'twelk zij gezien hadden. De vader echter sprak weinig. Allerlei gedachten gingen hem door het hoofd. Blijkbaar was hij droevig gestemd. Men zette zich aan het avondeten, doch vader scheen geen trek te hebben. Ten slotte kon Frederik niet nalaten te vragen of hem ook wat scheelde.

ïNeen mijn jongen, " was 't antwoord, »ik ben misschien wat moe van de verre wandelang. Als ik geslapen heb zal 't wel beter zijn."

Doch den volgenden morgen was het nog niet beter en den daarop volgenden weer niet. Vader bleef even gedrukt en stil. En de zoons bespeurden dit te beter, daar zij, weinig te doen hebbende, al den tijd hadden er op te letten. Daarbij was het zomer, mooi weer, en zouden zij gaarne, even als vroeger, Van de gelegenheid eens gebruik gemaakt hebben om de schoone omstreken te bezoeken. Doch vader had geen lust, en alleen gaan konden ze wel, maar hun ontbrak één ding, zonder hetwelk men geen reisjes doen kan, namelijk geld.

Op 't laatst kon de oudste zoon niet nalaten, toen Jan eens afwezig was, op een avond vader aan te spreken en hem te vragen of 't niet mogelijk zou zijn naar het vaderland terug te keeren. sHier", zei Frederik, »geeft het toch niets. We hebben allebei niets te doen. Op een kantoor kunnen of willen ze ons niet gebruiken en gij zelf, vader, wordt er ook bedroefd onder. Dat zie ik wel."

ïOch jongelief", antwoordde mijnheer Leen< derts, terwijl hem de tranen in de oogen kwamen, naar Holland terug te keeren gaat niet. Gij weet van de politiek niet af, maar menschen als ik, die daarvan al jaren op de hoogte zijn, en die gehaat worden omdat zij. voor het recht van den prins opkomen, kunnen nu in ons land geen goed doen. 't Zou mij .slecht bekomen als ik in den Haag verscheen. Ze weten wel wie ik ben en hoe lastig ik het hun kan maken, ilaar — hierna beter."

Dit scheen Frederik echter niet te voldoen en hij meende dan ook vader te moeten vragen of zij althans niet eens voor een paar dagen een uitstapje konden maken. »We hebben hier zoo weinig afleiding", voegde hij er bij, en zeker niets te verzuimen."

Een pijnlijke trek vertoonde zich op het gelaat van mijnheer Leenderts, terwijl hij antwoordde: sHoor eens, Frederik, gij zijt nu haast achttien jaar en moogt wel weten wat ik totnogtoe altijd voor mij heb gehouden. Met uw moeder kon ik er over spreken, raaar nu zij dood is heb ik niemand meer die naar mij luistert, en mij begrijpen kan dan u.

ïGij moet weten, jongen, dat we er in den laatsten tijd slecht aan toe zijn. Ik heb veel moeten verkoopen, toen we uit Nederland vertrokken en het leven is hier zeer duur. Ook heeft moeders ziekte ons veel geld gekost en wat het ergste is, het schijnt dat onze inkomsten al minder worden. De huizen die ik in Den Haag en te Leiden heb, brengen veel minder op dan vroeger en de pacht van het land bij Delft komt slecht in. Ja ver van huis is dicht bij de schade, jongen, en daarbij 't is een ellendige tijd. De Franschen zijn er in en de armoede ook. Ja, ja, de keezen hebben wat teweeg gebracht."

Mijnheer I^èenderts, die, al was hij ook in Engeland, toch nog altijd de vaderlandsche lange pijp bleef rooken, (van hier meegebracht) blies een paar dikke rookwolken uit, toen zuchtte hij, lei de pijp neder en vervolgde:

sZie, Frederik, nu weet ge wat mij hindert, en waarom ik niet met u uitga. We moeten er iets op vinden. Ook moeten uw broer en gij bezigheid hebben. Ik moet er eens mijn zinnen op zetten. We spreken nader."

Frederik zweeg. Wat moest hij ook zeggen? Ook door zijn hoofd gingen allerlei gedachten en wat die uitwerkten zullen we zien,

AAN VRAGERS.

Onze vriend J. H. te N. doet de vraag: Hoe het zijn moet: Mohammed of Mahomed, hij vond de beide spellingen in eenzelfde blad.

Dit laatste nu is best mogelijk. Men schrijft Mohanmud^ maar ook wel 't^elfde woord met één m en met een t aan 't eind. Ook ruilen de a en de o wel met elkaar om en eindelijk wordt dezelfde naam ook Mahmoed oi Alahmud geschreven, vooral wanneer niet juist de profeet van Mekka wordt bedoeld, maar personen b.v. sultans, die heeten als hij. Want de naam is in het Oosten zeer algemeen en beteekent de geprezene.

Nu moet men hierbij opmerken, dat verschillende schrijfwijzen van éénzelfden naam niets ongewoons zijn, reeds in het land zelf waar zulk een naam thms behoort. Alle lezers van den Bijbel bijvoorbeeld weten, hoe tal van namen daarin verschillend worden geschreven, b.v. Hiskia en Jehiskia, Haran en Charran, Isai en Jesse. Bij ons zij a Gerrit, Geurt, Gerard de vormen van denzelfden naam, net als Petrus, Peter en Piet. Van Stephanus maakten onze vaderen Steven, en met dien naam duidden zij soms ook den diaken aan in de Handelingen vermeld.

Worden nu namen uit vreemde talen in de onze overgenomen, en dat komt bij vele namen voor, dan geschiedt dit, vooral bij vroeger overgenomen woorden met veel of weinig verandering. Vele Bijbeische namen b. v. spreken wij zeker gansch anders uit dan men deed in den tijd, toen de menschen leefden welke die namen droegen. Zoo ook is het met namen uit de oude geschiedenis b. v. Xerxes, Oedipus e. a. Wij zeggen: Berlijn, Parijs, Florence, Kopenhagen, maar op de plaatsen zelf noemt men die steden anders.

't Is dus ook geen wonder, dat namen uit het verre Oosten afkomstig en ons bekend geworden in een tijd, toen men zich om de spelling minder bekreunde, verschillende vormen hebben Nu die eenmaal in gebruik zijn, doet hel er minder toe welken men neemt. Om meer dan één reden zouden we echter aanraden Mohamed of Mohammed te schrijven, al is de schrijfwijs Mahomedanisme onder ons de meest algemeene.

Een tweede vraag is, welk instrument met een lier wordt bedoeld.

Een lier is een zeer oud muziek-instrument, dat echter . nog wel gebruikt wordt, . schoon, naar ik meen, haast enkel voor straatmuziek. De lier heeft snaren, waarop men met de rechterhand tokkelt, de linkerhand draait intusschen een houten schijf rond, die mede tot voortbrenging van een goed geluid noodig is. Vroeger gebruikten de zangers zulk een lier hij het zingen hunner liederen. Daarom zegt men van dichters nog wel dat zij de lier bespelen.

't Kan echter wel wezen, dat de vrager een geheel ander werktuig heeft bedoeld, dat dient om te hijschen, en ook een lier wordt genoemd.

CORRESPONDENTIE.

A, O. te R. 't Is nu in orde. Het verdere volgt.

HOOQENHIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 februari 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 februari 1895

De Heraut | 4 Pagina's