Officieele Berichten.

Met verlcorting uit liet Kerkblad van 20 Sept. 1895.

-Classis Apeldoorn, gehouden op Woensdag 4 Sept. '95.

De Voorzitter Ds. J. C. van Schelven, die naar volgorde het praesidium waarneemt, opent de vergadering.

Door den deputaat voor Hulpbehoevende kerken wordt rapport uitgebracht, waarin de zaak van Kootwijks kerk, en de zorgen voor de financieele aangelegenheden van deze kerk, bij vernieuwing door hem der vergadering wordt medegedeeld; de Classis is harerzijds niet bij machte, om meer te kunnen doen.

De rondvraag volgens art. 41 der D. K., door den voorzitter gehouden, geeft gelukkig tot geene moeilijkheden aanleiding. Wel ontstond er nog eene belangrijke bespreking, naar aanleiding van de vraag, hoe men met doopleden der kerk moest handelen, die zich in him leven kwamen te misdragen. Sommige leden waren van oordeel, dat men bij volharding van deze doopleden, tot afsnijding hehooren over te gaan, anderen daarentegen wenschten slechts voortdurend en aanhoudend vermaan zonder meer, op doopleden te zien toegepast. De vergadering kon met het oog op de belangrijkheid van deze zaak geen besluit vooralsnog nemen.

Door de afgevaardigden van de kerk van Dieren B werd de wenschelijkheid tot het houden van eenen Classicalen Zendingsdag voorgesteld; door andere broeders werd' deze zaak sterk aanbevolen met het oog op de roeping der kerk. De vergadering oordeelde echter, om dit voorstel tot de e. k. Classis aan te houden.

Classis Zutfen, te Winterswijk 5 September 1895.

Ds. Tenkink opent als praeses op de gebruikelijke wijze de vergadering. Alle kerken zijn vertegenwoordigd.

De broeders afgevaardigden uit Lochera, voor de eerste maal aanwezig, worden door den praeses welkom geheeten.

De praeses brengt gedeeltelijk verslag uit van de Provinciale Synode.

Wegens misverstand hebben deputaten voor D. niet aan hun opdracht voldaan; de_ Classis besluit, dat deze broeders alsnog hun plicht zullen doen.

Wordt besloten de bezwaren der Classis tegen de Geldersche Vereeniging ter diaconale wederzijdsche hulpbetooning nogmaals bij het bestuur in te brengen, daar tot dusverre geen antwoord is ingekomen.

Bij de omvraag naar Art. 41 D. K. O. vraagt Aalten B, hoe te handelen met hen, die uit het Synodaal genootschap overkomen.

Na eenige discussies wordt deze zaak aan de wijsheid van den kerkeraad overgegeven.

Uitbreiding der Theol. School.

De Algemeene Thesaurier voor de Uitbreiding der Theologische School maakt door dezen bekend, dat tot Class. Collect. Correspondent in de Classis Rotterdam is benoemd de .heer J. Singels, Ouderling der gemeente Rotterdam A, (wiens adres is Goudsche Straat 81).

Daar deze betrekking in de Classis Rotterdam, wanneer zij althans met vrucht zal worden waargenomen, veel werk oplevert, verzoeken wij de kerkeraden en inzonderheid de predikanten, om onzen broeder zooveel mogelijk hunne medewerking en hulp te verkenen, opdat zijn arbeid rijke vruchten moge opleveren.

Van den arbeid onzer Class. Coll. Corresp. en van de hulp en medewerking hun verleend hangt onberekenbaar veel af.

Met vereende krachten kan zooveel gedaan worden.

De Algemeene Thesattrier voornoem l,

Middehtum^ 16 Sept. 1895.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen