GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Even was er een beweging onder de Ethischen over de heiligheid van Gods Woord. Nu reeds weer schijnt de kracht dier beweging gebroken. Ds. Sikkel schrijft er van 'va. Hollands Kerkblad:

Zou de publieke bespreking der ethische richting op een wijze, die de zaak onder het oordeel der geloovige hervormden brengt, nu doorgaan?

Het is zeer te hopen.

Iets is er, dat voor die hoop eenigen grond geeft.

De heeren liielden tot heden toe hun gescharrel met den Bijbel, — is er een eerlijker woord voor?

— zooals de Transvalers zeggen, in kabinet. In de collegezalen, aan de-academie, op de studeerkamer, onder de theologen, onder de vertrouwste vrienden, op een aparte cursus. Zoo zal Dr. Cramer te 's-Gravenhage een middagcursus over den Bijbel geven voor dames, — de heeren heeft hij nadrukkelijk niet genoodigd. En de voorgangers weten dan, hoe ver ze op elk paadje in den ethischen hof kunnen loopen.

Elk weet, hoe wij over dat Bijbelgebnük der ethisch-kritiekc heeren denken. Wij willen daarmee geenerlei gemeenschap hebben; wij beschuldigen het van grove zonde en zoeken de eenvoudigsten er moe ia kennis te stellen en er voor te waarschuwen, omdat op dezen weg heel jons Protestantsche volk binnen een halve eeuw van God en zijn Woord zou losgescheurd zijn.

Hoezeer we de geloofseenheid en gemeenschap zoeken met alle hei-vormden, die met ons voor Gods Woord buigen, zoo wenschen wij te strijden tegen de ethischen en hen op publiek terrein in hun schenden der Heilige Schrift te weerstaan.

Maar de heeren bleven, als gezegd is, in de tent, . in den geleerden kring, in het salon.

Ds. Hulsman is dan ook in het oog van zijn kring beneden zijn fatsoen gevallen, vooral hierdoor, dat hij op de stoep, voor de deur, op straat, ten aanhooren van hot volk, de zaak van den Bijbel heeft durven bespreken. Hij is er schoorvoetend toe gekomen. Bijna bij ongeluk. Hij bedoelde zijn boekje alleen aan hervormde predikanten te laten verkoopen. Maar hjj versprak zich in de Kerkelijke Courant. In de Kerkelijke Courant, die immers niet één leek leest. Eén verklapte zijn geheim. En het ging het land in. Het gaf opspraak. Ds. Hulsman kwam in het publiek. Toen hebben we, — gelukkig! — Ds. Hulsman op straat gehoord over het ethische Bijbelgebruik. En er zijn vele ooren opengegaan.

Toch scheen het, dat het volk weer misleid zou worden. Ds. Zeydner antwoordt eenvoudig Ds. Hulsman niet. Dr. Cramer gaat naar zijn dameecursus; hij is voor de heeren niet te spreken. En met enkele stukken in de Vaderlavuler en de Kerkelijke Cmirnnt zou het afgeloopen zijn. Reeds goot Prof. Gunning zijn bekende olie op de even bruisende wateren. Natuurlijk had de hooglecraar den minsten lof en de meeste aanmerking voor Ds. Hulsman, omda, t deze het voor den Bijbel, zooals de gemeente van Christus dien liefheeft en tegen de valschelijk dusgenaamde wetenschap had opgenomen. Wonderlijk toch die gratie bij Prof. Gunning voor wie van den kant der Filistijnen komt; eerst in den strijd met het modemisme; toen in

den kerkelljken kamp; nu zelfs in het toumooi der ethischen!

Maar toch is er nog weer een teekentje van beweging; nog kunt gij weer geluid hoeren, arme voortgedrevenen! voor wie reeds de plaats was besteld door lieve voorgangers, om u voor goed onder de vanen dezer ethische heeren te doen dienen, ook in uw werkmanslsven.

Haast hadden de ethische heeren het stil; Ds. Hulsman zou spoedig vergeten zijn, en de Koningin ging immers bij de ethische heeren Cramer en Welter en Zeydner ter kerk.

Overmoed heeft nu echter het vuur weer opgerakeld. Ds. Otto Schriecke hoorde nog wat mompelen tegen de kritiek. Iemand durfde nog fluisteren: »hoe kunnen die heeren predikanten hun prediking overeenbrengen met hun Bybelcritiek? "

En dat fluisteren moest nu ook uit zijn! Zoo is dan nu waarlijk Ds. Otto Schriecke uit zijn tent gekomen in een brochure, waarin hij zich openlijk als kampioen voor de Bijbelcritiek der ethischen vertoont en voor Ds. Zeydner, Cramer en zoo voort, den handschoen opneemt.

Gelukkig! Het is goed, dat Ds. Schriecke, die zich nooit voor zijn opinie schaamde, ook thans zich niet voor wat anders laat houden en gebruiken, dan hij is.

GelukWg! Want dit zwijgen tegenover de hervormde geloovigen, die den Bijbel liefhebben, was een smadelijke beleediging, die de ethischen zeker niet tot eere strekt.

Gelukkig! Want nu mogen we toch eenige hoop hebben op voortzetting der bespreldng.

De heer Schriecke werpt als het ware onopgemerkt een doekje over de bloedende hoofdwonde, die Ds. Zeydner de geloovigen toebracht. Die hoofdstelling betrof niet de Mstorisclie-litterarisch kritiek, maar de zeddijk-geestelijke kritiek, de kritiek op de leer des Bijbels. Die leer des Bijbels bestaat voor Ds. Zeydner niet; hij erkent geen autoriteit buiten zich; hij keurt en kiest de waarheid zelf. Hij geeft zoo sanctie aan Jezus' geloof, zoo deze er ten minste ooit is geweest. Hier is de Achilleshiel der ethische richting. En die hiel vertoont zich ook bij Ds. Schriecke. Maar hij leidt uw aandacht af van die kritiek op de waarheid naar de kritiek op den vorm, op de historie, op de Schrift zelve.

Nu, — al ware het niet erger, — het ware al erg genoeg!

Een voorbeeld. Och, zegt Ds. Schriecke, gij moet u van Jezus' alwetendheid geen voorstelling maken, alsof Hij alles wist. Hij liad een diep inzicht in heiligJiad en liefde. Dat is zijn alwetendheid. Wel zeker! een ethische alwetendheid.

Nog een voorbeeld. Jezus nam volgens Ds. Schriecke de overleveringen van zijn tijdgenooten aan, geUjk hun kleed en huisraad. De Joden hebben den leugen verzonnen, dat David op zijn vlucht mannen bij zich had. En Jezus neemt argeloos dien leugen over.

Och, de heeren hebben geen vaststaande heilige historie noodig. De vastigheid ligt niet éiiilenhen, niet ia feilen buiten hen, niet in Jezus' vleesch en bloed ook, niet in de vaderen, uit welke Christus is, maar van binnen, in hen. Daar is Christus geboren; daar spreelct hij; daar zien zij Hem; daar is hun Bijbel.

O valsche mystiek! Zoolang hebt gij door hen, die zich in bijzonderen zin de vromen noemen, geageerd tegen de bediening des Woords, tegen het Woord.'

In de verwoestende ethische richting viert gij uw triumf.

Dit beamen we.

Niet alsof we de personen der Ethischen oordeelen wilden. Dat staat aan God alleen. En ook niet, alsof we miskenden menig goed en Waar element in hun streven. Maar omdat hun beginsel, hun uitgangspunt vermenging van het heüige en onheilige is, en dat valsche uitgangspunt zich aan het einde van hun weg wreekt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 april 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 april 1897

De Heraut | 4 Pagina's