GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Kerk. Cour. komt een brief voor van een oud-lid van het Indisch Kerkbestuur over het debat in zake de Indische kerken.

Het is te opmerkelijk om het niet over te nemen.

Zie het hier:

»Bij de Begrootings-discussie in de Tweede Kamer zijn door Dr. A. Kuyper klachten aangeheven over gemis van godsdienstvrijheid voor de Protestanten in Indie, die niet willen behooren tot de daar bestaande Protestantsche Kerk.

De Regeering, zegt hij, maakt uit, dat ieder, die op Indischen bodem gedoopt of aangenomen is, eo ipso behoort tot dat ProtestantscheKerkgenootschap. Men onderwerpt alle Protestanten aan deze sdwang bepaling." Gereformeerden, Lutherschen, Doopsgezinden kunnen geen eigen kerkeraad noch eigen sacramentsbediening krijgen, omdat zij zich niet als een eigen Protestantsche gemeente kunnen constitueeren of men valt onder het ééne Kerkbestuur, waaronder alle protestanten ressorteeren; zij kunnen zelf niet correspondeeren met de Regeering dan door intennediair van dat Bestuur. Ja, de Regeering noemt een Gereformeerde of Luthersche een «sectaris." Een en ander wordt toegelicht met aanhalingen uit de Verzameling der Verordeningen van de Protestantsche Kerken in Ned. Indie.

Wat hiervan aan is, blijke uit het volgende.

In Indië bemoeien de Regeering en hare ambtenaren zich in 't geheel niet met de godsdienstbelijdenis der Europeanen. Zelfs wordt op geen enkel Bestuursbureau gevraagd noch aangeteekend, tot welk kerkgenootschap men behoort. In de officieele statistiek van den Regeeringsalmanak vindt men dan ook wel vermeld, hoevéél Europeanen in Indis wonen, geboren en overleden zijn enz. maar' niet, hoeveel Protestanten en Roomschen onder hen zijn. Wat hiervan voorkomt in het Koloniaal Verslag is geheel ontleend aan opgaven van kerkelijke autoriteiten ; want deze vragen natuurlijk wèl hiernaar. Komt dan misschien van kerkelijke zijde bedoelde dwang ? Doch al zou eenig kerkelijk bestuur iemand tegen zijn zin bij het Protestantsche Kerkgenootschap willen inlijven, hoe zou men het kunnen ? Er wordt echter ook zelfs geen poging daartoe gedaan.

Of men zich bij eene kerk aansluit, en bij welke, is in Indië, evenals in Nederland, vrije keuze. |

Ten bewijze strekke o.a. het bestaan van Gereformeerd e gemeenten in Indië. Zendehngen van de^Christelijk Gereformeerde'iberk vestigden zich in 1874 te Batavia en in 1881 te Soerabaja. Daar verzamelden zij kleine gemeenten niet alleen van ïnlandsche Christenen maar ook van Europeanen, meerendeels in Indie geborenen, en aangenomen of gedoopt bij de Indische Protestantsche kerk. Uit het door Dr. Kuyper gesprokene vernam ik, dat die Gereformeerden weigeren hun vroegere deelgenootschap aan de Indische Protestantsche kerk te erkennen; maar een feit is het toch dat velen, zoo niet de meesten hunner, er oorspronkelijk toe behoorden.

Welnu, deze zendelingen hebben zich niet aangesloten bij de Indische Protestantsche kerk, willen met haar en haar Bestuur niets te maken hebben, zoo min voor zich zelven als voor hunne gemeenten. En ziet: zij kregen van de Regeering toelating als zendelingen, staan met name vermeld in den Regeeringsalmanak, niet als deel der Protestantsche kerk, maar als zendelingen der Gereformeerde kerk in Nederland. Zij^bouw­ Gereformeerde kerk in Nederland. Zij^bouwden kerken, stichtten gemeenten, meer uit Europeanen dan uit ïnlandsche Christenen bestaande: houden met die gemeenten godsdienstoefening ; bedienen Doop en Avondmaal, hebben kerkelijke zondagsscholen, bewaarscholen, katechisatiën, zooveel zij maar willen. Geen sterveling, die hen daarin belemmert.

Maar de aangehaalde Reglementsartikelen dan?

Wij zullen zien. Vooraf de opmerking dat men het woord Protestantseh, als ofBcieelen titel van de in Indië bestaande kerk en hare gemeenten, wel onderscheiden moet van het in het dagelijksch leven gebruikelijke »Protestantsch", als algemeene benaming van Hervormde, Luthersche en andere niet-Roomsche kerkgenootschappen; evenals b. V. in Nederland Gereformeerd de officieele titel is van eene speciaal zoo zich noemende kerk, terwijl in het dagelijksch leven het woord Bgereformeerden" in veel ruimeren zin wordt gebezigd, ook van leden der Ned. Hervormde kerk. Dit om begripsverwarring te voorkomen, daar men in Neaerland geen speciaal zoo zich noemende Protestantsche kerk heeft en dus aan dat woord als titel niet gewoon is.

Art. I van het Koninkl. Besluit van n Dec.

1835 n", 88. (Verzameling bl. i en 2) luidt: «De Protestanten in Ned. Indië zullen voortaan maar één kerkgenootschap vormen, "

«Zullende diensvolgens de Hervormde en Luthersche gemeente te Batavia worden vereenigd, ten ware tegen dezen maatregel, bij het Indisch bestuur, door de betrokken kerkgenootschappen of door een derzelven, zoodanige bezwaren mogten worden ingebracht, als dit bestuur raadzaam zoude oordeelen aan Ons te onderwerpen, vóór en aleer tot de bedoelde vereeniging mogt worden overgegaan."

Wat is in dit art. vastgesteld? Dat er in Indië slechts één Protestantsch Kerkgenootschap zou zijn, en dat de beide genoemde gemeenten zouden vereenigd worden, indien zij geen overwegende bezwaren daartegen inbrachten. Dat de Koning zoo iets bepaalde, was bij de destijds bestaande verhouding tusschen Koning en Kerk, vooral in Indie, volstrekt niet vreemd. Het geschiedde bovendien niet dan op voorwaarde, dat de betrokken kerkgenootschappen het er mede eens waren. Geen dwang dus. Kan er dan. ooit mede bedoeld zijn om iemand, die zich bij die Kerk niet wil aansluiten, daartoe te dwingen? Onmogelijk. Wie al of niet tot dat Kerkgenootschap behoort, wordt niet in dit Kon. Besluit bepaald, maar in art. 1 van het Reglement op het Bestuur der Prot, Kerk in N.-I. luidende aldus:

«Tot het Protestantsche Kerkgenootschap in Ned.

Indië behooren allen, die aldaar op belijdenis des geloofs tot ledematen zijn aangenomen, zij die in de Protestansche Kerken gedoopt zijn, en diegenen welke in andere landen als tot de Protestantsche Kerkgenootschappen behoorende erkend, zich hier nederzetten, mits door behoorlijke bewijzen of attestatiën van hunnen doop of hdmaatschap buiten 's lands hebbende doen blijken."

De redactie kon beter zijn, maar de bedoeling is duidelijk genoeg. Totdelnd. Protestantsche Kerk behooren:

I. die «aldaar" d.i. bij het Protestantsche Kerkgenootschap in N.I. tot lidmaat zijn aangenomen; 2. die gedoopt zijn in de Protestantsche Kerken, nl. de Indische — over die van elders wordt later gesproken — en dat zijn: de vroegere Hervormde en Luthersche in Indië tn het toen vereenigde Indische Protestantsche Kerkgenootschap. Het is dus niet: «iederdie op Indische bodem gedoopt of aangenomen is, " want dan moesten de Roomschen er ook in begrepen zijn, wat ongerijmd ware; 3. behooren er toe de van elders gekomen Protestanten (= van diverse andere Protestantsche kerkgenootschappen), doch op voorwaarde dat zij hunne doop-of lidmaatbewijzen indienen.

Ergo: Gereformeerden, Britsch-Protestanten te Batavia, en allen, die bij de Indische Protestantsche Kerk zich niet willen aansluiten, noch bij die Kerk zijn gedoopt of aangenomen, behooren niet tot die Kerk.

En wie er toe behooren, kunnen desverkiezende er zich van afscheiden, volgens art. 2: «Deze allen blijven tot het Protestantsche kerkgenootschap behooren, zoolang zij niet vrijwillig en duidelijk verklaard hebben, zich daarvan af te scheiden of om wettige redenen daarvan afgescheiden zijn."

Volkomen vrijheid dus om er al of niet toe te behooren.

Wanneer nu verder is gewezen op art. 5, 9, 11, 13 en op Verzatn., bl. 34, 137, 138, ten bewijze dat onder het ééne Protestantsche kerkbestuur alle Protestatitsche of Evangelische gemeenten in Indie ressorteeren, dat alle Kerkeraden door intermediair van dat Bestuur correspondeeren met de Regeering, en «dat alle speciale belijdenissen door de Rege«ring als sectenanten worden beschouwd, " — dan zij vooreerst opgemerkt, dat dit woord sectenaatn niet door de Regeering is gebezigd, maar door de Kerkeraden der Protestantsche en der Evangelisch-Luthersche gemeenten te Batavia, in de acte van vereeniging hunner gemeenten, art. i: Benaming en godsdienstleer der vereenigde gemeente."

«De godsdienstleer der tot EENE Evangelische of Protestantsche kerk vereenigde gemeente is die van het Evangelie, overeenkomstig met het grondbeginsel van het Protestantismus."

«Zullende mitsdien daarbij in acht genomen worden: BI. Dat de leden der respective gemeenten bij deze vereeniging hunne geloofsbelijdenis niet behoeven op te geven of te verlaten, maar aan deze getrouw kunnen blijven."

«2. dat door genoemde vereeniging de leden der verschillende genootschappen, hunnen sectenaam afleggende, zich vereenigen tot eene Evangelische gemeente."

Met sectenaam werden dus eenvoudig de vroegere benamingen der toen vereenigde gemeenten aangeduid. Tevens blijkt, dat men strikte eerbiediging van ieders geloofsovertuiging wenschte.

En wat die andere artikelen betreft, spreekt het toch van zelf, dat in deze, evenals in alle mogelijke kerkelijke reglementen, gesproken wordt over de Kerkeraden en gemeenten van dat kerkgenootschap, waarvoor deze reglementen bestemd zijn, en niet over andere daarbuiten. Evangelise he gemeente is dan ook de officieele naam der vereenigde gemeente te Batavia, Protestantsche de officieele naam van alle overige gemeenten derzelfde Indische Protestantsche Kerk. Deze en geene andere ressorteeren onder het Bestuur dier kerk. Deze en geene andere Kerkeraden correspondeeren door dat Bestuur met de Regeering. Ten bewijze strekke, dat bedoeld Bestuur nooit getracht heeft de Gereformeerde gemeenten te Batavia en Soerabaya als onder zijn ressort behoorend aan zich te verbinden, en dat de Kerkeraad der Gereformeerde gemeente met het Indische Gouvernement gecorrespondeerd heeft, b. v. over hare erkenning, buiten dat Kerkbestuur om.

Zeer terecht heeft derhalve Dr. Roessingh in de Tweede Kamer betoogd, dat de beweerde krenking der godsdienstvrijheid geen werkelijke, doch slechts eene denkbeeldige kan zijn. 1

Godsdienstvrijheid hebben de Gereformeerden in Indië dus. Doch wat daarover in het midden werd gebracht diende ook slechts öm meeléclat te geven, 'meer indruk te maken voor wat eigenlijk de grief is, dat namelijk de Gereformeerde gemeenten in Indië bij de tegenwoordige wetsbepalingen, vooral wegens het vermelde Koninklijke Besluit, geene erkenning kunnen krijgen als Kerk, Eéne van haar •— voor de andere schijnt het niet gevraagd — is in 1892 als rechtspersoon erkend bij wijze van vereeniging, genaamd : Christelijk Gereformeerde Kerk te Batavia. Op dezelfde wijze waren vroeger reeds de Armenische en de Britsch Protestantsche gemeente te Batavia doof de Regeering erkend; en deze zijn hiermede tevreden. Maar de Gereformeerden zijn niet tevreden: zij verlangen erkend te worden als kerk naast de Protestantsche en Roomsche kerken. Zij eischen dat als recht, en heel spoedig ook: want hunne Synode heeft bepaald, dat hunne gemeenten in Indië anders geen nieuwe leeraars kunnen beroepen in plaats van de thans repatrieerende. En «hieraan is niets te veranderen." Als de zaak niet gauw in orde komt, dan, zoo werd hun uit Indie bericht, zouden die gemeenten «moeten uiteenspatten."

Zitten zij dan zoo los in elkaar? zou men kunnen vragen. En waarom toch neemt die Synode besluiten, die niet passen bij de toestanden in Indie f Of moeten voor die Synode de Regeering, het Koninklijk Besluit, art. 123 van het Regeeringsreglement. de belangen der Indische Protestantsche kerk, met één woord alles maar zwichten ?

De Gereformeerde gemeenten telden, volgens opgaaf van 1895, te Batavia 244 Europeanen, 57 Inlanders, te Soerabaja 39 Europeanen, 15 Inlanders. Moet de Regeering niet vragen : komt hun eisch wel overeen met de rechten en wenschen der Protestantsche kerk en hare 50duizend Europeanen en 230 duizend ïnlandsche Christenen ?

De Regeering en de Indische Protestantsche kerk zijn het indertijd ééns geworden in de vaststelling van het groote beginsel: geene scheuring meer, maar éénlieid onder de Protestanten in Indie. Het is al erg genoeg, dat tegenover die groote wereld van Mohammedanen en Heidenen in Indie wij, Christenen, verdeeld staan in Roomsehen en Protestanten, wat op zendingsterrein nu en dan verwarring sticht. Moeten ook nog de Protestanten op nieuw van een gespleten? Moet, volgens Gutzlaf's woord de zonde van het Westen weder overgebracht naar het Oosten ? Dat verhoede God ! De eenheid der Pretestanten is een hoofdbeginsel der Indische Protestantsche kerk, een streven naar volbrenging van des Heilands woord: «Eén is uw Meester, gij zijt allen broeders." Dat beginsel te handhaven is haar eer, haar plicht, haar wettig verkregen recht.

Volkomen vrijheid zij gelaten aan ieder, om naar zijne overtuiging zijn godsdienst te belijden, ook zonder aansluiting aan deze kerk. Maar eene tweede Protestantsche kerk in Indië naast de bestaande te erkennen, dat zou wezen het Trojaansche paard der verdeeldheid weder binnen te halen, de scheuring onder de Protestanten te sanctionneeren en aan te moedigen, en het beginsel der éénheid, door de Indische Protestantsche kerk vertegenwoordigd, in het aangezicht te slaan.

Bovendien kan eene tweede Protestantsche kerk onder de Europeanen in Indië zich niet uitbreiden dan ten koste der thans bestaande kerk, en zou opheffing van art. 122 van het Regeeringsreglement als dwangmaatregel tegenover het kerkbestuur gevolgen hebben, die tot verwarring en schade strekken voor de Protestantsche kerk in liidië.

Zal daartoe de Regeering medewerken ?

Een oud lid van het Indisch Kerkbestuur."

Dit puik stukje oud-kerkelijk conservatisme, is metterdaad merkwaardig.

Ge kunt op Java optreden, zooals ge wilt, alleen niet als kerk.

Dat mag wel Rome, maar mogéh de Calvinisten niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 januari 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 januari 1898

De Heraut | 4 Pagina's