GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Predikatie en Preeklezen is een niet onbelangrijk geschilpunt, waarover Ds. Fernhout in de Utrechtsche Kerkbode dit schrijft:

Bij gemis van een eigen dienaar des Woords moeten tal van kerken zich in haar samenkomsten behelpen met het lezen eener predikatie.

Behelpen — natuurlijk. Want ook in het beste geval: ook als men de uitnemendste leerredenen tot zijn beschikking heeft en ze op eene in alle opzichten stichtelijke wijze worden voorgedragen, is zulk preeklezen toch niet de bediening van het Woord gelijk de Heere ze voor zijne kerk ordineerde.

God wil zijne Christenen, gelijk onze Heidelberger in Zondag 35 zegt, onderwezen hebben door de levende verkondiging zijns Woords.

Bij de toebereiding van 't Woord door Profeten en Apostelen heeft Hij het daarom niet gelaten.Ook heeft Hij deze mannen, nadat ze zijn Woord hadden te boek gesteld, geen predikatiën tot opening en toepassing van het Woord laten schrijven, die eeuw in eeuw uit door zijne kerken op aarde zouden kunnen gelezen worden.

Hij heeft gewild dat zijn Woord door alle tijden heen met levende stemme zou worden verkondigd.Daarom gaf Hij door den Christus aan zijne kerk niet alleen de buitengewone ambten van Profeet en Apostel, maar ook het duurzame ambt van Herder en Leeraar (Ef. 4 : 11).

Een lieflijk blijk zijner teedere zorge. Een kostelijke gave van zijn vindingrijke liefde.

Oók — zeker — omdat de verkondiging van het Woord, zooveel meer boeit en zooveel inniger toespreekt dan een voorgelezene predikatie.

Méér nog omdat nu de bediening des Woords in overeenstemming kan zijn met de eigenaardige eischen die het leven van ieder volk en zelfs de behoefte van elke plaatselijke kerk haar stelt.

Maar allermeest omdat het Woord zóó de Kerk des Heeren het duidelijkst als het Woord haars Gods toespreekt.

Stellig, ook als ge hem leest is uw Bijbel u het Woord van uw God. Maar de vele lange eeuwen die er liggen tusschen het oogenblik, waarop dit Woord van uw God uitging, en dkt waarop het u bereikte, staan het levendig besef ervan bij u in den weg.

En leest ge een predikatie, of hoort ge er een lezen — dan komt het preêkenboek dien afstand tusschen het spreken des Heeren en uw hooren nog vegiooten.

Maar ontvangt ge de opening en toepassing van het Woord Gods uit den mond van een door Hem gezonden dienaar, die in den Naam des Heeren, in aansluiting aan uw eigen tijd en aan uw eigen behoeften, u toespreekt — zie, dan valt op ééns de afstand weg die het doode blad inschoof tusschen u en het spreken des Heeren. Dan klinkt het Woord u in 't oor als werd het nü voor het eerst gesproken en dan zoekt het u als was het tot u persoonlijk gericht.

Wie derhalve zegt, dat het u om het even moet zijn, of ge des Zondags de levende verkondiging des Woords hebt, of wel een preek hoort lezen, stelt zich boven de ordinantie Gods en staat, in overgeestelijkheid, schuldig aan miskenning van Gods wijsheid en liefde.

Misschien moet hiervoor bijna even ernstig gewaarschuwd worden, als voor minachting van het preeklezen.

Want er is alle reden om te gelooven, dat tal van vacante kerken de levende verkondiging van Gods Woord op niet zeer hoogen prijs stellen.

Er zijn er, die met een weinig meer inspanning reeds lang een Dienaar des Woords hadden kunnen beroepen, en die niettemin, jaar in jaar uit, precies alsof het zoo hoorde, onder het preeklezen zitten.

Er zijn andere, die wel zelve, ook bij de meest mogelijke inspanning, geen Dienaar met eere zouden kunnen onderhouden, doch die, zoo ze het ernstig zochten, zich voor den Dienst des Woords licht met een genabuurde kerk konden combineeren. Helaas, allerlei plaatselijke liefhebberijtjes en gevoeligheidjes schijnnen haar meer waard dan de bediening van het Woord.

Zelfs zijn er vacante kerken, die van de hulp der Dienaren in haar classe liefst verschoond blijven.Bepaalt de classe dat ze zoo-en zooveel diensten van de Predikanten zullen hebben - nu, dan laten ze het zich welgevallen. Maar zóó wordt het niet aan haar eigen keuze gelaten, of het blijkt dat men (om welke reden dan ook) aan het preeklezen hoven de prediking de voorkeur geeft.

Ééns in de vier maanden, als het H. Avondmaal bediend moet worden, natuurlijk, dan kan het niet anders; dan moet er een Dominé zijn. Maar anders — och, waarom zou men zich niet bij zijn preekje houden ?

Zie, deze dingen geven een droef getuigenis vaa de kennis, van de onderscheiding, van de waardeering van Gods gave, van de gehoorzaamheid aan Gods ordinantie.

Ja, ook van de laatste. Want de Dienst des Woords is geen gave van Gods liefde die de Kerk; al naar het haar gevalt, kan aannemen of verwerpen; maar een ordinantie, een instelling des Heeren, waaraan ze zich blijmoedig en dankbaar te onderwerpen heeft.

Een kerk die den Dienst des Woords niet ernstig zoekt, staat in verzet tegen haar Koning.

Het lezen van een predikatie worde dus nooit gelijk gesteld met den dienst des Woords. Het blijve wat het is: een noodhulp.

Maar waar men den dienst des Woords nu eenmaal niet hebben kan, worde deze noodhulp dan ook gewaardeerd.

Want onderschatting is hier evengoed mogelijk als (W^rschatting.

Waar men zelf geen Dienaar heeft, moet het als een gave Gods op prijs woiden gesteld, dat men, in den vorm van een voorgelezen leerrede, van den arbeid van anderer Dienaren meê genieten mag.

Om het even hoe het tot ons komt, hot Woord blijft het Woord.

En dé opening en toepassing van het Woord in een predikatie ontvangen we evengoed als een Ouderling ons die predikatie voorleest, als wanneer de Dienaar, die haar opstelde, zelf haar voordroeg.

En nu zeggen men niet, dat men een preek evengoed voor zich zelf in zijn huis kan lezen als/^öor^w lezen in de kerk.

Want dit gaat volstrekt niet op. Vooreerst zult ge in uw huis allicht den tijd niet vinden om rustig heel een preek uit te lezen. Gij zult dan door allerlei in uwe aandacht gestoord en afgetrokken worden. Vraag het maar eens aan onze eenvoudige huismoeders. Zelfs zal het te bezien staan of geer u, blijft het aan u overgelaten, ernstig toe zet. Menigmaal zal de lust u ontbreken. Ge zult er u, vermoeid van den arbeid gedurende een heele week, niet toe opgewekt vinden. En na weinig overweging legt ge uw preêkenboek weer op zij. Och elk weet hoe het in de meeste gezinnen des Zondags gaat.

Maar afgezien daarvan.

Een predikatie die u door een ander voorgelezen wordt, voorgelezen wordt door een ambtsdrager van Christus, voorgelezen wordt in een samenkomst der gemeente, nadert veel dichter tot den gewonen dienst des Woords en spreekt u daarom veel meer als het Woord uws Gods toe, dan een preek die ge voor u zelf leest in uw huis.

Gezwegen nu nog van de zonde en de schade die men over zich brengt, als men uit geringschatting van het preeklezen, heel de samenkomst der gemeente verwaarloost.

Niet genoeg kan daarom de arbeid gewaardeerd van Dienaren die door het uitgeven van deugdelijke predikatiën onze vacante kerken van leesstof voorzien. En - onschatbaar is de zegen dien God de Heere, vroeger en later, ook nog in de laatste tientallen jaren, door middel van het preeklezen heeft willen schenken.

Wat zou er van tal van kleine, zwakke kerkjes, die slechts zelden een Dienaar des Woords zien, geworden zijn, als ze niet door het lezen van predikatiën bijeengehouden, onderwezen en gesterkt waren geworden?

En de vrucht zou nóg overvloediger zijn geweoit, als de kerkeraden, met name de ouderlingen, aan dit lezen van predikaties meer zorg hadden besteed.

Daarover nader, D. V., in een volgend nummer.

Daargelaten nu dat „levende verkondiging" in den Catechismus tegenover de beelden als „boeken der leeken" staat, en dus niet bedoeld is als preeken in tegenstelling met lezen, komt deze - bespreking van het onderwerp waarlijk niet te onpas.

Er wordt in tal van kleinere kerken op toe gezondigd, om, op goedkoope wijze, zich bij den Dienst des Woords te behelpen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 november 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 november 1899

De Heraut | 4 Pagina's