GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Een zelfmoord. Uit Brunswijk.

Eenige maanden geleden schreef een hoogleeraar in de Theologie aan de Universiteit te Gieszen: „De taak van den academischen leeraar bestaat in de eerste plaats in het beroep om zielen in gevaar te brengen. Zij doen met opzet bij hunne toehoorders het naive geloof wankelen, zij drijven de zielen in de armen van den twijfel en zij zijn zich daarvan klaar bewust, dat op den gevaarlijken weg, die tot kennis leidt, menigeen moet verloren gaan." Deze uiting deelden wij ook in dit blad mede, om Ie doen zien met welk een driestheid de mannen der wetenschap, die niet met God rekening houden, durven optreden, al was in den persoon van den Gieszenschen hoogleeraar ook een enfant terrible aan het woord. Immers kinderen en dronken lieden schrijft men wel het zeggen van de waarheid toe.

Datgene wat de Gieszensche hoogleeraar beweerde, wordt op verschrikkelijke, voor hem wellicht onwelkome, wijze bevestigd door den zelfmoord die dezer dagen een student in Marburg pleegde. Een 19 jarig jongeling is tot zelfmoord gedreven door de moderne wetenschap, die hem zijn geloof roofde. Op 16 jarigen leeftijd had hij op de meest eervolle wijze het gymnasium verlaten, om zich op de Universitaire studiën toe te leggen. Hij was een jong mensch dat veel van zich deed verwachten. Zijn vader is predikant in genoemde Universiteitsstad, en hij zelf was besloten zich aan de theologie te wijden. Toen kwam de twijfel in zijne ziel. Hij gaf de studie in de theologie op en ging in de rechtsgeleerdheid studeeren. Doch de strijd in zijn binnenste, tusschen het geloof van het ouderlijke huis en van zijne kindsche jaren en de beschouwingen van de moderne theologie, die op hem aan kwamen, werd daardoor niet weggenomen. Hij sprak evenwel daajrover met niemand; noch zijne ouders, noch zijne vrienden konden vermoeden, wat er bij hem omging. Weinige dagen vóór zijn dood woonde hij eene groote vergadering van Christelijke studentenvereenigingen bij. Bij de discussiën, die ook over het terrein van den godsdienst gingen, sprak hij met kalmte en helder­ ­heid. Men kon wel bemerken, dat hij te doen had met de moderne beschouwingen omtrent het Christendom, maar niemand kon daaruit afleiden, welk een betreurenswaardig einde zijn strijd hebben zou. Hij schoot zich in het huis van de Christelijke studentenvereenigingen dood. Dat hij deze daad verricht heeft met vol bewustzijn, bewijst een brief, dien hij kort voor het plegen van de daad schreef. Daarin komen de volgende woorden voor: „Ik heb God gezocht en drie jaren lang geworsteld om een openbaring, en heb die niet gevonden. Ik kan zoo niet leven, het goede aannemen, gelijk het komt en het booze aannemen, gelijk het komt; dit beteekent voor mij den dood. Eenzaam gelijk ik geleefd heb, wil ik eenzaam in den onzekeren dood gaan. Gij kunt mij niet oordeelen, wan gij kent mijne worstelingen niet."

Men kan ook van de" moderne theologie zeggen, dat er vernieling en ellende is op hare wegen. Zou de Gieszensche hoogleeraar door het gebeurde te Marburg tot bezinning komen ? In Brunswijk zou op de 8ste gewone Synode van de landskerk, toen men het agendum bijna geheel had afgehandeld, de discussie aanvangen over een nieuw in te voeren gezangboek, doch onverwachts trok de minister van eeredienst het daartoe strekkende voorsiel, op aandrang van liberalen, in. Andere landskerken hebben sedert jaren een nieuwen gezangbundel gekregen, omdat de oude al te zeer een rationalistischen geest ademde, maar in Brunswijk kan daarvan voorloopig niets komen, omdat de minister het oor leent aan liberalen, die liever het oude gezangboek houden. De Synode nam daarvóór een besluit omtrent een verzoek van de vereeniging tot lijkverbranding, en bepaalde dat predikanten hunne ambtelijke aanwezigheid bij lijkverbrandingen, „in zoover dit de werkzaamheid in huis betreft, van geen andere voorwaarden moesten laten afhangen, als gesteld worden bij de teraardebestellingen. Men heeft daarbij in Duitschland opgemerkt, dat nu ook wel liturgische formulieren voor de „Feuerbestattung" mogen opengesteld worden. Dezelfde schrijver noemt het gelukkig, dat er nog geen nieuw gezangboek voor Brunswijk is aangenomen. De dichters, onder de 400 voorstanders van de lijkverbranding, in genoemd land kunnen nu aan het werk gaan, om toepasselijke liederen te dichten, als de familie voor den lijkoven vergaderd is. Dan kan de commissie voor het nieuwe gezangboek daaruit een keuze doen en kan er een toepasselijk lied gezongen worden, als de vlammen in den oven hun werk doen! Doch alle scherts ter zijde. Het moet betreurd worden, dat eene Synode haar zegel gezet heeft op het streven, om een heidensch gebruik in een Christenland in te voeren.

N.-Amerika. Correspondentie tusschen de Gereformeerde en Christelijk Gereformeerde kerk.

Het is bekend dat er in N.-Amerika twee Gereformeerde kerken van Nederlandschen oorsprong bestaan, nl. de Gereformeerde en de Christelijk-Gereformeerde. Deze kerken ziji^ een tijdlang met elkander vereenigd geweest, doch gingen door de vrijmetselaars-quaestie weder uiteen. De oorspronkelijke leden der Christelijk Gereformeerde kerk wilden niet hebben, dat mannen die behoorden tot geheime genoot-

schappen, leden der kerk konden zijn; de leden der Gereformeerde kerk wilden denzulken niet het lidmaatschap ontzeggen.

Men ging daarom maar weder uiteen.

Doch het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Kennelijk kan men in dit gedeeld leven der kerken van een en denzelfden oorsprong en van dezelfde belijdenis niet berusten. Dit blijkt uit het feit, dat verleden jaar een afgevaardigde der Gereformeerde kerk op de Synode der Christelijk Gereformeerde kerk hartelijk werd ontvangen, terwijl dit jaar door de Synode der Gereformeerde kerk een afgevaardigde der Christelijk Gereformeerde kerk met blijdschap werd begroet. Hieruit ziet men dat men elkaar zoekt. En daarin hebben wij ons zeer te verblijden.

Ditmaal was het Dr. Beets van Grand Rapids die de Chr. Geref. op de Synode der Geref. kerk vertegenwoordigde. Deze afgevaardigde maakte in zijne rede tot de Synode o. a. gewag van den last, hem door zijne kerk opgedragen, nl. om inlichting in te winnen ten aanzien van de houding der Geref. kerk tegenover geheime genootschappen. Ook wilde Ds. Beets namens zijne kerk, dat de Synode zich verklaarde omtrent het feit, dat de Gereformeerde kerk in hare belijdenis de dwalingen der Remonstranten niet verworpen heeft.

Deze vragen, als ook de opmerking van Ds. Beets om naast elkaar als broeders samen te wonen, werden ter beantwoording verwezen naar het Comité, wij zouden zeggen naar de deputaten inzake de correspondentie met andere kerken.

Des anderen daags kwam genoemd comité met het volgende advies, dat naar wij meenen door de Synode van de Gereformeerde kerk is aangenomen, al wordt dit in het verslag van genoemde vergadering dat wij voojr ons hebben, niet opzettelijk vermeld.

„Wij verblijden ons in de daarstelling van broederlijke correspondentie met de Christelijke Gereformeerde kerk, en wij zijn bereid alles te doen wat in ons vermogen ligt om gemeenschap en samenwerking in des Heeren werk te bevorderen.

„Echter, we zijn van gevoelen, dat we goed doen, te vergeten wat achter is, en ons benaarstigen de essentieele waarheden des Evangelies heerlijk te maken; en, het ons een behoefte en roeping te rekenen die te verbreiden. Hierin zijn wij het hartelijk eens; dit feit toch blijkt duidelijk uit de standaards van ons gemeen geloof.

„De broederlijke betrekking bestaande tusschen kerkelijke lichamen met elkander in correspondentie dient te leiden tot een onderling vertrouwen in eikaars loyaliteit aan de H. Schriften, en wederzijds de erkenning van een ieders voornemen om de leiding en de wijsheid van den Heiligen Geest te willen volgen.

„We opperen de gedachte, dat, hoewel deze vragen door Broeder Beets ons zeer vriendelijk werden voorgesteld, zij toch door sommigen konden worden beschouwd als nauwelijks bestaanbaar met waar vertrouwen in elkanders gehechtheid aan die standaards, onze beide kerken even dierbaar.

„Men zij overtuigd, dat de Ger. Kerk iu Amerika, in de toekomst, zooals het thans is, en in het verleden was, zich houdt aan loyaliteit aan den Woorde Gods, trouw aan de standaars der kerk, en gemeenschap met alle geloovigen in den Heere Jezus Christus.

„Echter, dewijl wij deze belangen op de meest minzame wijze begeeren te behartigen, bevelen we aan, dat de Synode een comité benoeme, bestaande uit de Eerw. Drs, N. M. Steffens, J. H. Karsten, E. A. Collier, E. T. Corwin, v en W. H. Vroom, om de houding onzer kerk in dezen te formuleeren, onze broeders op d hunne vragen te antwoorden, en daaromtrent op de eerstvolgende Synode te rapporteeren.

„Verder, dat er een comité, bestaande uit de leeraars J. F. Zwemer, P. Lepeltak en G. J. Hekhuis worde benoemd, om in naam onzer kerk te handelen met een comité ad hoc, door de Chr. Geref. Kerk te benoemen; ten einde, in het vestigen van zendingsvelden en het stichten van gemeenten, schadelijken wedijver te voorkomen tusschen deze zusterkerken."

Veel is dus nog niet verkregen; alleen bestaat de hoop, dat de correspondentie der beide e kerken zal leiden tot samenwerking. Mocht het t van samenwerking tot vereeniging en ineènsmel-h ting komen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 augustus 1901

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 augustus 1901

De Heraut | 2 Pagina's