GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

XI.

DE TROUWE GETUIGE.

Zoo bleek dan in alle opzichten, hoever meester Bernard het met des Heeren hulp had gebracht. Onvermoeid onderzocht hij de natuur, veel meer dan de boeken. Zoo leerde hij ontzaglijk veel, o. a. de 'rechte wijze om bronwater te vinden, en tot gebruik van den mensch dienstbaar te maken. Zoo wordt dan ook van hem getuigd: „Dat hij in deze kennis, zijn tijdgenooten ver, heel ver vooruit was." Hij zelf echter, kon naar waarheid verklaren:

„Ik heb geen ander boek gelezen dan hemel en aarde, die voor allen open staan."

Zoo vlogen ettelijke jaren voorbij. De vervolging had naar 't schijnt, wellicht ten gevolge van de tijdsomstandigheden, een poos gerust, maar de vijanden der waarheid sUepen niet.

Reeds waren geruchten daarvan Palissy ter oore gekomen, 't Verontrustte hem daarom niet weinig, toen hij bespeurde, dat zijn trouwe vriend Hamelin, dien hij anders geregeld zag verschijnen, nu veel langer uitbleef dan vroeger, en er ook, bij alle navraag omtrent hem, niets viel te vernemen. Ten slotte echter kwam er tijding, en wel een zeer treurige. Hamelin, de wakkere drukker en verspreider van den Bijbel, was gevangen genomen, en wachtte als ketter zijn vonnis.

Aanstonds was Palissy's besluit genomen. Hij liet zijn kunstwerken en plannen rusten en begaf zich op reis, om eer het rechtsgeding aanving, een woord voor den gevangene te spreken. Dit gelukte althans in zoover, dat meester Bernard er in slaagde, gehoor te erlangen bij de zes invloedrijkste rechters.

Met grooten ernst en nadruk wees hij deze heeren er op, hoe HameUn geen misdadiger was. Het kan geen zonde zijn, zoo sprak meester Bernard, het heilig Woord van God te verspreiden. Veeleer is dat een deugd. Hamelin heeft niets gedaan, dat des doods of der banden waardig is. Wilt gij Christenen zijn, dan moet ge hem vrijlaten.

Maar zoomin als indertijd jde heidensche stadhouder Felix den apostel Paulus losliet, schoon hij geen schuld in hem vond, evenmin deden het deze rechters. Zij waren verblind door de menschelijke leeringen van het pausdom, en geloof^ den alzoo de leugen. Daarbij wilden zij, gelijk Felix de Joden, de Kerk te vriend houden. En die was op Hamelin gebeten, als op een harer ergste vijanden.

Met weinig hoop op goeden uitslag vertrok Palissy, en hij had zich niet misrekend.

Op zekeren avond zat hij nog vrij laat in de werkplaats, en las bij het flikkerend kaarslicht de Heilige Schrift, om daar troost en raad in te vinden in deze droeve tijden. Zijn vrouw was weder ongesteld en lag te bed; ook de kinderen sliepen. Hij had nu een rustig oogenbUk; veel bezoekers kwamen er zeker niet meer.

In dit laatste had vergiste hij zich.

't Liep tegen elf uur, en alles in de stad was reeds in diepe rust, toen er zacht werd geklopt. Palissy trad naar de deur, en een welbekenden stem sprak:

„Ik ben het; waart gij nog op? " 't Was Victor, de herbergier, die de vraag

deed. Een oogenblik later stond hij in de werkplaats; die aanstonds weer werd gesloten.

Begreep Palissy ook niet, wat de herbergier er toe dreef, nog zoo laat bij hem te komen, een blik op Victor's bedrukt gelaat, zei hem reeds zeer veel.

„Ik ben een Jobsbode, " sprak Victor, op een bankje plaats nemend. „Onze broeder Hamelin is te Bordeaux om de goede belijdenis ter dood gebracht."

Ik vreesde het wel, " sprak Palissy, „onze vijanden rusten niet, vóór zij ons lichaam gedood hebben. Maar het is, gelijk de Heere Christus zegt, ze kunnen de ziel niet dooden. Al spannen de paus en de koning samen tegen de gemeente des Heeren, zij zal toch staande i'i "'en, ja, overwinnen."

„Ik wou dat ik zulk een geloof had als gij ea Hamelin, " zei Victor; „ook hij heeft geen oogenblik gewankeld."

„Weet ge er dan meer van ? "

„Dat kom ik u juist vertellen. Ge weet hoe onze broeder is gevangen genomen en naar Bordeaux gebracht. Dit verwekte natuurlijk groote droefheid bij de kleine gemeente, die hij een poos geleden heeft gesticht, zooals we toen gehoord hebben. Zij wilden nu aan den gevangenbewaarder 300 lires geven (voor dien tijd een groote som) als hij den leeraar los liet. Maar Hamelin zelf wilde daar niets van weten, en zoo bleef hij gevangen, en werd veroordeeld."

De tranen kwamen Palissy bij die tijding in de oogen, en de ander ging voort:

„Ge moet weten dat onze broeder niet alleen gevangen zat. Er waren nog meer Gereformeerden, die allen ter dood werden veroordeeld. Ze waren op 't laatst allen bij elkaar opgesloten.

Op den morgen van den dag, dat zij terecht geaaid zouden worden, riep hij zijn vrienden aan het kleine venster van het vertrek, 't Was nog vroeg en de zon ging prachtig op.

„Broeders, " zei Hamelin toen, „laat ons vroolijk z, ijn! Als hier op aarde reeds de aanblik der natuur en het wederkeeren van het daglicht zoo heerlijk is, v, at zal het dan wel zijn, als we morgen de lusthoven des hemels aanschouwen."

„Dat doen ze nu reeds, " zei meester Bernard, diep bewogen. „Moge ons einde vrede zijn, gelijk het hunne."

AAN VRAGERS.

Wij lezen ia den Bijbel meermalen van ven--sters. Maar de Israëlieten hadden toch geen glasruiten. Hoe waren dan die vensters ingericht?

Wanneer wij in den Bijbel van vensters lezen, hebben we te denken aan openingen in den muur gelijk by ons, doch niet met glas voorzien. Vooreerst was dat in zeer oude tijden onbekend, ten tweede ontzaglijk duur, ten derde wegens het warme klimaat, minder noodig. Ook nu nog gebruikt de oosterling zelden glasvensters.

De vensters in den Bijbel bedoeld, waren gesloten met traliën, of wellicht doorboord houtj ook wel werden zij 'snachts als bij ons met luiken gesloten.

CORRESPONDENTIE.

A. B. Jr. te V. We gelooven dat het beter is, de Schriftuurplaats door u aangegeven, hier niet toe te lichten. U kunt haar behandeld vinden in het uitnemend boek: De Spreuken van Salomo, door Ds. Kok, pas in tweeden druk verschenen bij den heer Kok te Kampen. J. C. de M. te A. in dank ontvangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 oktober 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 oktober 1901

De Heraut | 4 Pagina's