GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

WOELIGE TIJDEN.

XIX.

We treffen den thans 70-jarigen Palissy aan in in zijn woning. Een afgeleefde grijsaard, die rustig zijn laatste dagen wil slijten, is hij nog geenszins.

Wij vinden den man, die naar te oordeelen valt, nog krachtig is van lichaam en geest in zijn kamer gezeten. Een eenvoudige gestalte vertoont die pottenbakker, met zijn lange, zilverwitte lokken en zijn edel, vriendelijk gelaat. Voor hem ligt een opengeslagen boek van groot formaat, geheel geschreven, 't Is het laatste dat van hem zal verschijnen, zoover hij weet, en zoo als ook werkelijk het geval geweest is. Hij heeft er menig ganzepen op stomp geschreven, maar nu is het voltooid. Alleen vooraan is nog een geheel blad ledig.

Wat moet daarop komen? Wel, de „Dedicace" d. i. de opdracht. Palissy is een Christen, en dat brengt mee — hoe vaak 't ook vergeten wordt — dat men dankbaar is-voor genoten weldaden, dankbaar aan God, dankbaar ook aan de menschen.

Zoo draagt hij dus zijn laatste boek, gelijk al de andere daarbij op aan, en stelt ze onder bescherming van den edelen graaf Antoine De Pons, zijn vriend en schutsheer zoo vele jaren lang. De ridder reeds ouder dan Palissy, is thans reeds bij de tachtig jaar; in langen, heel langen tijd heeft hij den pottenbakker niet gezien. Deze heeft ook den burgtheer niet meer noodig. Maar toch heeft de kunstenaar den edelman niet vergeten. Wat nog beter is, al de jaren die hij te Parijs doorbracht, te midden van bijgeloof, werelddienst, zonde en boosheid heeft de Hugenoot, heeft Palissy, trouw het geloof bewaard, eenmaal den heiligen overgeleverd. Hij heeft de goede belijdenis vastgehouden, te midden der dwalingen van het pausdom. Nagenoeg alleen, m.aar vertrouwend op God, was hij staande gebleven te midden eener booze wereld, vol woeling en strijd. „Al onze bekwaamheid is uit God", zoo beleed hij met den Apostel, en dat bleef zijn getuigenis ook toen hij oud was geworden. Hij was een man van groote kennis en wetenschap, maar hij erkende nederig dat het de Heere God was, die hem wijsheid gaf.

Dat zien we uit zijn pas vermeld boek, 't welk in het jaar 1580 in 't licht verscheen. Hij spreekt daarin over hetgeen hem bewoog tot zooveel onderzoekingen, en zegt dan onder meer:

„Het is een goede en behoorlijke zaak, dat de mensch tracht te woekeren met de gaven, die hem de Heere gegeven heeft, naar Gods gebod. Om deze oorzaak heb ik die dingen aan he t licht gebracht, voor welke God mij verstand heeft gegeven. Toen ik zag, hoeveel zeer schadelijke dwalingen er bestonden, heb ik er mij veertig jaar lang meê bezig gehouden de aarde te doorwoelen en haar binnenste te doorzoeken, om de dingen te leeren kennen, die zij in zichzelf voortbrengt. Ik vond op dezen weg genade bij God, die mijn verstand opende voor geheimenissen, die zelfs voor geleerden tot nu toe verborgen waren".

Zoo had dan onze pottenbakker door Gods genade een naam verworven, bij allen meteere genoemd.

Doch hij stond ook bekend als een Hugenoot, als een die niet ter mis ging, die de Bijbel las. Zijn geloof verloochende Palissy nooit en nergens. Alle pogingen hem daartoe te brengen zouden niet gebaat hebben. Dat wisten de priesters en dat zou oorzaak worden van velerlei, 't welk bewees, dat we door vele ver­ ­drukkingen moeten ingaan in het Koninkrijk Gods.

Catharina de Medicis, de sluwe en heerschzuchtige vorstin, had haar zonen Frans II en Karel , IX overleefd, en zag thans haar derden zoon Hendrik III op den troon. De troon van Polen, waar zijn moeder hem door list op ge holpen had, gaf hij, schoon pas gekroond, voor den Franschen prijs. Hendrik was een zedeloos man, onbekwaam voor zijn taak en daarbij verkwistend. Zijn moeder had altijd getracht zich staande te houden, tusschen de twee groote partijen, die der Guises en die der Bourbons uit welke laatste de regeerende vorsten waren. Ook onder koning Hendrik voerde eigenlijk zijn moeder 't bewind, zij was trouwens reeds een poos regentes geweest, 't Schrikkelijkste was wel, dat de burgeroorlog onder Hendrik's regeering al voortwoedde, en de partijen elkaar heftig en bitter bleven bestrijden. Zoo was en bleef het, tot in t 't jaar 1589 Catharina de Medicis stierf, en haar zoon Hendrik te St. Cloud werd vermoord door Jaques Clement, een Dominikaner monnik. 't Was dus een booze tijd, en PaUssy zou in zijn grijsheid nog ervaren, hoe de wereld allen haat die God vreezen, gelijk zij den Christus heeft gehaat en gedood.

AAN VRAGERS.

Van onzen lezer L. te M. ontvingen we namens een jongelingsvereeniging deze vragen :

Hoe moeten wij Jozua 10 vers 12 en 13 verstaan? Bleef hier de zon staan of de aarde? Wanneer wij aannemen dat de zon stil stond strijdt zulks niet met onze natuurkundigen ? Is er ook een tekst te vinden in de H. S. die ons duidelijk leert dat de aarde draait?

Wat de ie vraag betreft, zoo is zeker dat de ten ondergang neigende zon, op het woord van Jozua niet onderging vóór de strijd beslecht was. De duur van den dag werd dus op wonderbare wijs verlengd. De zon die voor onze oogen aan het hemelruim een zekeren weg aflegt, deed dat toen een tijdlang niet, maar stond stil. Op wat wijze de Heere God dat groote wonder bewerkte staat er niet.

Bij de 2e vraag zij opgemerkt dat, wijl de beweging die wij de zon zien maken slechts schijnbaar is, die ook niet werkelijk kon ophouden; er was geen voortgang (werkelijk) dus ook geen stilstand. Jozua deed veelmeer als wij doen wanneer we zeggen : de zon gaat op of onder. We drukken uit wat we zien. Hij be doelde eenvoudig dat de zon zou blijven schijnen.

De 3e vraag doet mij er op wijzen, dat men toch des Heeren woord niet beschouwe als een boek gegeven om op allerlei vragen der wetenschap enz. het antwoord te schenken. De Bijbel zegt ons niet dat de aarde draait, en ook niet dat ze stilstaat. Zij spreekt van zon, maan en sterren gelijk wij die zien, ook zoo van andere dingen. Zoo staat in Hand. 27, dat „eenig land naderde." Nu zal toch wel geen mensch dat letterlijk opvatten.

Dat de aarde om de zon draait, leert ons de wetenschap, die ook Gods gave is. Maar zelfs wij, die dit weten, zouden niet anders hebben gesproken dan Jozua deed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 januari 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 januari 1902

De Heraut | 4 Pagina's