Uirum

Dit kleine dorpje in Groningen heeft in de geschiedenis onzer kerken een bijzondere beteekenis.

Daar was het, dat Ds. de Cock, de „vader der scheiding", leefde en werkte. Daar had de kerkeraad hel eerst den moed den band met de synodale hiërarchie te breken. Ulrum is de moederkerk der scheiding van 1834 geworden. En als zoodanig bekleedt het nog altoos onder de kerken der separatie een eeteplaats.

Te meer waarde mag daarom gehecht aan het oordeel, dat deze kerkeraad over het Concept-contract uitbracht. Al kunnen wij niet alle stukken over de Concept-acte ons toegezonden in ons blad opnemen, gaarne maken wij een uitzondering voor hetgeen Uirum's predikant ons schrijft:

Aan de Redacteur van de Heraut.

Met aandacht heb ik in de laatste weken gevolgd uw argumentatie in betrekking tot het concept-advies inzake de eenheid van opleiding. Ik mag niet anders dan zeggen, dat ik mij in deze niet anders dan aan uwe zijde kan scharen en ook volkomen in verband met uw schrijven in De Heraut, met de voorstellers van het concept kan medegaan. Eenheid van opleiding is m. i. een zeer gewenschte zaak voor de Kerk des Heere in ons vaderland niet alleen, maar naar mijn overtuiging zou de beëindiging van deze twistzaak doorwerken op alle terrein des levens in ons vaderland. Ik geloof dan ook, dat zij die het concept bestrijden, de hoofdzaak waarom het in deze gaat, uit het oog verliezen en allerlei bijzaken in het oog houden.

Het gaat hier toch dunkt mij niet in de allereerste plaats om de vraag, wie zal het winnen, degenen die voor '92 tot de Chr. Geref. behoorden of zij die voor dien tijd tot de Ned. Geref. werden gerekend ?

Daar gaat het niet om. Het zwaartepunt moet gezocht worden in deze vraag: wat zou het beste zijn voor de doorwerking der Gereformeerde beginselen; de aanname of het verwerpen van het concept-advies. En dan geloof ik dat aanneming daarvan verreweg het profijtelijkst zal zijn. Onze Vrije Universiteit toch zal zich des te beter kunnen ontplooien en haar kracht kunnen openbaren, als de theologische faculteit die haar nu de meeste zorgen baart, voor het grootste deel zal rusten op de schouders der Kerken. Daarom geloof ik, dat onze a. s. Generale Synode niet te zeer moet zien op wat is, maar op wat worden zal. Bij de Kerkeraad van Ulrum kon het concept instemming verkrijgen en werd het met algemeene stemmen aangenomen. Na dien tijd heb ik gecorrespondeerd met een der onderteekenaars van het voorstel Nóordtzij c. s. Verscheidene brieven werden gewisseld, waarin ik telkens verwees naar het verdedigen van het Concept advies in de Heraut. En niets anders werd mij daarop geantwoord dan dit: Ja, de Heraut schrijft dit wel, maar wat hij schrijft is het persoonlijk gevoelen van zijn redacteur. Op diens woord kunnen wij dus niet staat maken. Hij vertolkt niet het gevoelen van de Vrije Universiteit, maar spreekt alleen uit, wat hij zelf denkt. Het is dus zeer de vraag, of de hoogleeraren aan de Vrije Universiteit het met de Heraut eens zijn. En niet met den redactetir van de Heraut, maar met de Vrije Universiteit hebben wij te doen!

Nu is het mijn doel niet, , om door mijn schrijven mijn eigen overtuiging vaster te doen worden; die is in dezen vast genoeg en geen ander dan deze : De aanneming van het Concept is volgens mij niet anders dan voordeelig voor de Gereformeerde kerken en voor alle terreinen waarop v/e geroepen worden op te treden. Maar er zouden er in den lande ook kunnen wezen, die onder dezelfde gedachte voortliepen, dat nl. het advies in de Heraut en alle argumentatie in dat blad niet te vertrouwen is omdat het is van den redacteur en daarom volstrekt niet van de Hoogleeraren der Vrije Universiteit. Daarom acht ik het geenszins overbodig, M. de Red., dat ook in dezen meer licht ontstoken werd en het den twijfelenden in den lande waarlijk duidelijk moge worden, dat voor wantrouwen in dezen in de Prof. der V. U. nog geen oorzaak behoeft te bestaan.

Vertrouwende dat u in het eerstvolgende nummer van de Heraut deze vraag zoo kunt beantwoorden, dat dit nog mede kan werken om veler geschokt vertrouwen weder te herstellen, en alzoo lot aanname van Concept, verblijf ik

Hoogachtend, M. de Red.,

Uw Vr. en Br. in Chr.

Ulrum, 2 Juni 1902.

Dat Uirum's kerkeraad met algemeene stemmen het Concept-advies aannam en zijn predikant een warme aanbeveling voor het Concept schrijft, is zeker een feit van beteekenis.

En wat nu de vraag betreft van Ds. Sybesma, zoo kunnen wij dit antwoorden:

1°. dat onze redactie in te nauw verband staat met de hoogleeraren der Vrije Universiteit, dan dat de Heraut publiek zoo geschreven zou hebben als hij deed, zonder zich te hebben vergewist, dat hij op de hoofdpunten de" instemming had van de hoogleeraren der Vrije Universiteit.

2°. dat uit het thans publiek gemaakte rapport van de heeren Rutgers, Van Schelven en Seefat, dat in den kring der Directeuren, Curatoren en Professoren besproken en voorloopig goedgekeurd is, wel het duidelijkst blijken kan, dat de Vrije Universiteit volkomen bereid is aan elk gewettigd bezwaar tegemoet te komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen