GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

OUD EN NIEUW.

Het jaar dat we mochten doorleven is bijna ten eind. Dit nummer" is het laatste van Be Heraut, dat in 1902 verschijnt.

Er gebeurt alle jaren heel veel, doch in 1902 is zooveel geschied, dat men er een dik boek over schrijven kon. Denk maar eens aan den jarenlangen oorlog in ZuidAfrika, die dit jaar oj) zoo droeve wijs eindigde. Wie herinnert zich jiiet de ontzettende rampen in West Indië, op Martinique! Weer wat later kwam de ramp op Sicilië. Ja, zoo groot is dit jaar het aantal der rampen geweest, door beroeringen der aarde veroorzaakt, dat daardoor meer menschen zijn omgekomen, dan in menigen oorlog. Ook ziekten en andere onheilen vertoonden zich, en namen mede velen weg. En als we eens na gaan, hoe vele, ook bekende mannen en vrouwen, 't jaar met ons ingingen maar niet voleindden, dan gevoelen we eerst recht wat des Heeren Woord zegt; Gij doet den mensch wederkeeren tot verbrijzeling. (Psalm 90).

Nu zijn dit al geen vroolijke gedachten. Doch het zou dwaas zijn, daarom maar alles uit het geheugen te zetten. De Bijbel zegt niet: Knijpt er uw oogen stijf dicht voor, maar: Aanschouwt de daden des Heeren, die verwoestingen op aarde aanricht. Hij is het die het kwaad, d. i. het on heil schept. Hij, de Heere, doet al de? e dingen.

Wij leeren daaruit veel en wel ook dit, dal we hier zijn in een bewegelijke, dat is onvaste, veranderlijke wereld. Gelijk de grond trilt bij de aardbeving, de zee beroerd wordt en de bergen sidd'ren als het vuur losbreekt, zoo is het met alle ding in deze schepping. Wij willen dat liefst niet gelooven, en wij doen alsof wij hier altijd zouden blijven, en jagen naar geld en goed, huizen en akkers. Maar de Heere God toont ons reeds nu, hoe onzeker dat alles is, gelijk ons leven. En het voorspelt ons hoe eens heel de wereld met al haar werken zal verbranden, en het laatste menschengeslacht zal opgeroepen worden voor God.

Maar als ons dit beangst en droevig maakt, gelijk velen bedroefd zijn bij de ellende, die dit jaar bracht, laat-ons dan niet vergeten* (gelijk helaas ook weer velen doen), dat het alles zoo inoet. De Heere God zegt ons, dat de bewegelijke dingen zijn gemaakt, opdat, blijven zouden de dingen die niet bewegelijk zijn

Er is ook een onbewegelijk Koninkrijk en dat zullen Gods kinderen erven.

Ik zou dat onbewegelijk Koninkrijk kunnen vergelijken bij een groot gebouw, 't welk de Heere God, als Kunstenaar en Bouwmeester, optrekt. Al de dingen dezer wereld zijn als het steigerwerk, dat om het huis heen is, en ons belet het goed te zien. Doch dat steigerwerk is noodig volgens het plan van den grooten Werkmeester. Is echter eenmaal het gebouw voltooid, dan slaat hij den steiger in elkaar en komt het Godsgebouw heerlijk te voorschijn, een huis dat niet wankelt of vergaat, want de Heere Christus is daarvan de grondslag en hoeksteen.

Als we 't zoo beschouwen, verstaan we ook dat de Heere Jezus, sprekende van vele ont zettende dingen, die Zijn komst voorafgaan, zegt: al deze dingen moeten geschieden. En dat is een geruststellend, ja een verblijdend woord, want nu weet ik dat de Heere God leeft en regeert, dat de Boeren 't maar niet zoo bij ongeluk hebben verloren, en de duizenden op Martinique niet door een „noodlottig toeval" zijn omgekomen, maar dat de band des Heeren is in al deze dingen, en dat Hij toch Zijn vast gebouw naar Zijn gemaakt bestek zal doen rijzen tot in eeuwigheid.

Dit jaar spreekt ons van des Heeren macht en raad, maar het getuigt ook van Zijn liefde. Jeremia, de profeet, zegt: Het zijn de goedertierenheden des Heeren dat wij nog niet vernield zijn. En dit mogen ook wij wel zeggen. God heeft deze wereld met al haar boosheid, zonde en verachting van Hem nog gespaard. Hij heeft over de boozen en de goeden Zijn zon laten opgaan. Hij heeft ons die dit lezen Zijn Woord gegeven en ons telkens weer daardoor toegeroepen: Bekeert u en gelooft het Evangelie, d. 1. de goede boodschap der zaligheid. Ook schonk Hij ons voor dit leven wat noodig was. Goeddoende van den hemel gaf Hij ons tijdelijke en eeuwige zegeningen, en dit al te maal, hoewel er geen schepsel goed of iets goeds waardig is. Want ze hebben allen gezondigd en, gelijk de Schrift zegt, al onze gerechtigheid is als een wegwerpelijk kleed. Zie, zoo beschouwd — en zoo is het — geefi ons het oude jaar alle reden om aan zijn einde te zeggen:

„Barmhartig is de Heer en zeer genadig; Schoon zwaar getergd, lankmoedig en weldadig; De Heer is groot van goedertierenheid.”

En als wc dan 't nieuwe jaar weer in mogen gaan, laat ons dan vooral niet vergeten wat de Schrift ons zegt:

„Bij u is vergeving, op dat Gij gevreesd wordt." Er is vergeving bij God. Anders zou er geen heil zijn voor iemand, noch in deze eeuw noch in de toekomende. Maar juist dit moet ons leiden tot de vreeze Gods, tot het houden Zijner geboden.

We zullen op Nieuwjaarsdag wel weer vele goede wenschen uitspreken en ontvangen. Daarmee echter zijn we weinig gebaat; hoe goed het ook is elkander heil en zegen toe te wenschen. Ook is het niet genoeg eens een flink besluit te nemen, zooals ik eens den raad hoorde geven aan een jongen, die heel lui geweest was. Want, hoewel dat ook zeer goed is, noch de wenschen, noch de flinke besluiten baten iets, als de Heere God er niet bij erkend wordt, als de eerste, als de kracht van onze kracht. Wie het nieuwe jaar goed wil beginnen, moet met God beginnen, die ons heeft geschapen en die ons in den Heere Christus Zijn genade laat verkondigen; die onze God wil zijn, en het blijven, ook als er eens geen nieuw jaar en geen tijd meer zijn zal.

Een blijden Nieuwjaarsdag kan alleen diegene hebben, die weet dat deze God zijn God is, en dat hij geheel veilig is, wat er ook gebeurt, doordat die God voor hem zorgt. Zulk een weet, dat hij met lijf en ziel, in leven en sterven het eigendom is van Zijn getrouwen Zaligmaker, die in dit leven voor hem zorgt, en die hem het eeuwige leven gegeven heeft. Zulk een kan blij elk nieuwe jaar ingaan, al zou het ook zijn laatste wezen. Want al die gelooven in den Heerg Jezus, weten, dat niets hen kan scheiden van de liefde Gods, die daar is in Christus Jezus. Zij juichen :

„Deze God is onze God, Hij is ons deel, ons zaligst lot, Door tijd noch eeuwigheid te scheiden; Ten. dood toe zal Hij ons geleiden."

AAN VRAGERS.

In Jeremia 35 : 2 lezen wij van liet huis der Rechabieten. Wie worden daarmee be doeld ?

De tekst luidt: „Ga henen tot der Rechabieten huis en spreek met hen, en breng ze in des .Heeren huis, in eene der kameren en geef hun wijn te drinken.

De Rechabieten behoorden tot de Kenietcn, die meermalen in den Bijbel worden genoemd. Heber, de man van Jaël was een Keniet; ook zoo Mozes' schoonbroeder Hobab. 't VVaren geen Israëlieten, maar een met hen bevriende stam, die te midden van Israël woonde. Rechab was een Keniet, die leefde ten tijde van Achab; zijn zoon Jonadab was een vriend van Jehu. Zijn afstammelingen worden genoemd het huis Rechab. Zij hielden tiouw ook in Jeremia's tijd de voorschriften die Rechab hun had gegeven. (Zie Jer. 35 vs. 6, 7, 8, 9 en 10). Zij werden gespaard bij den ondergang van Juda, en volgens reizigers uit later tijd, beslaan zij nog.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 december 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 december 1902

De Heraut | 4 Pagina's