Uit de Pers.
Fr. A. van Kerkhoff heeft in Be 'lijd een niet onbelangrijk artikel geschreven over de dieper l'ggende oorzaken van het ongeloof en den revolutiegeest, die zich al meer van onze werklieden meester maakt.
Aanleiding daartoe gaf hem een adres, dat door den kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te Amsterdam was uitgevaardigd.
Hij schrijft er dit over:
Wie de oorzaken, vooral de dieper liggende oorzaken van ))den toestand" in Nederland uitvorschen wil, houde er vooreerst rekening meê, dat het Ar beidersvraagstuk, over 't algemeen genomen, nog altijd niet is opgelost. Waarom, waardoor niet, dat kan voor 't oogenblik daargelaten worden. Reken alleen met het feit.
Bedenk dan, dat er aan de oplossing van dat vraagstuk ^gewerkt" wordt door belanghebbenden van zeer verschillend inzicht. Ge kunt hen verdeelen in twee hoofdgroepen: te eener zij degenen, die een materialistische levensbeschouwing zijn toegedaan, aan den anderen kant zij, die gelooven, dat »de mensch niet leeft bij brood alleen maar bij alle woord, dat uit den mond van God voortkomt." Met deze, de tweede groep, willen we ons niet bezig houden. Al moeten ook velen zich be schuldigen van tekoitkomingen, zij zijn het toch niet, die »den toestand' gemaakt hebben.
Maar let nu op de andere, de groep, waarvan een deel beslist en de meêgaanden vager zich houden aan de leer van Marx, voor wie de sociale vraag niets meer dan een maagvraag is. Zij zijn het, die, wanneer zij hun kans schoon zien, als niets ofnie mand hun belet hun gang te gaan, aan de oplossing van het arbeidersvraagstuk «werken' mee de brute macht van den sterkste tegen het recht, zoowel van werkman als patroon, op vrijheid van ar beid. Zij zijn het, die politieke munt weten te slaan uit den overmoed der neutrale vakvereenigingen en de woelige werkzaamheid der sociaal-democratische arbeiderspartij, der vrije socialisten en der anarchisten.
Zij hebben »den toestand" gemaakt.
Maar de oorzaken, vooral de dieper liggende oor
zaken .... Volledige informatiën in te winnen aan hetzelfde adres!
Neem er een ter zijde van hen die sin de beweging thuis" zijn, een medestander in »den klassenstrijd." Vraag hem te vertellen — en dat doet ie graag — van der werklieden niet menschwaardig bestaan, van ; de uitbuiting, het donderen en de kleineering, " waaraan zij blootstaan van de zijde der patroons of directies. Laat hem sredeneeren, " u «bewijzen", dat de inriohting onzer samenleving niet deugt, dat de heele wereld seen rotte boel" is, en u uitleggen, hoe 't eigenlijk zijn moest.
Als ge zoo, niets tegensprekend, uwe belangstelling getoond hebt, wees dan niet zoo onbescheiden, zelfs niet tegenover een proletariër, den «zelf bewusten" werkman naar zijn komaf te vragen; maar wees zoo leergierig hem te vragen, hoe, waar door hij zich toch op jjzijn standpunt' geplaatst heeft, en laat hem dan heelemaal uitpraten.
Hoe hij werd grootgebracht ? Ant.: Wat zal ik n zeggen meneer, mijn ouders hadden.... wel wat anders te doen dan, wat u eigenlijk bedoelt: mij opvoeden, daargelaten, of zij ervoor in staat waren? Op welke school hij gegaan heeft? Antw.: Van de stad.
Wat hij van zijn geloof is ? In de meeste geval len. Ant.: Och, ik behoor eigenlijk tot »de groote Kerk"; maar laten we daar maar over zwijgen.
Wat zijn lectuur, zijn uitspanning, zijn liefheb berij is ? Antw.: Socialistische bladen en brochures, de comedie en vergaderingen.
Zoo uitgepraat, zal hij u alvast een lesje in de historie van den dag gegeven hebben. En de oor zaken, de dieper liggende oorzaken van den toestand duiken onderhand reeds op, want uw zegsman is er een van hen, sdie 't 'm geleverd hebben', waarover nu zooveel te doen is.
Die man — geen verzonnen schaduwbeeld, maar een type van duizenden om ons heen, — die werkman is een van dat groot gedeelte van het Nederlandsche Volk, tot wie de Amsterdamsche kerkeraad zijn manifest richtte, »met het oog op de zorgwekkende verschijnselen onzes tijds.' Gewonnen en ver zorgd door ouders, die geen tijd hebben, is hij onderwezen in de neutrale school en behooit, of gaat hij er voor door te behooren, tot »de groote Kerk ', dat is de Ned, Hervormde, Naar hartelust heeft hij van jongsaf genoten van »de vrijheid", voorts geprofiteerd van de bandeloosheid in het gesproken en geschreven woord op straat en in vergaderzalen, op de werkplaats en in de kroeg. Hij heeft zijn hart opgehaald aan de vrije kunst van prent en tooneel. En dat alles kon hij doen, »de zelfbewuste werkman'. Immers is hij niet Roomsch, niet Gereformeerd, behoort hij niet tot de Doleercnde, maar tot de Ned. Herv. Kerk! Nu, en wat zou die....
Overwegenswaard is het gezegde door dr. J. Th. De Visser in zijn predicatie, > naar aanleiding van de ernstige gebeurt.n'ssen van den laatsten tijd', en uitgegeven onder den titel: «De Keuze'. In die leerrede lezen wij: «Welke kracht gaat er nog uit van de kerken, wel rijk in aantal harer leden, maar arm en onmachtig waar het er op aankomt 'eiding te geven aan den volksgeest'!
Daarin ligt voorzeker een ernstige bekentenis van bevoegde zijde, waar we de dieper liggende oorzaken van den toestand moeten zoeken. Toch is da nu gepredikt woord slechts een bevestiging van hetgeen De Vissers ambtgenoot. Dr. B.onsveld, al jaren geleden schreef: «van ons protestantsche volk leven en sterven duizenden buiten gemeenschap met de kerk, waartoe zij behooren'; maar.... »zij worden er dan ook uitgepreekt — eenige waarborg, dat de gemeente hooren zal het Evangelie van Christus is niet gegeven".
En duidelijker, verschrikkelijker nog werd er, ook al een jaar of vijf geleden, over geschreven door Ds. Slotemaker de Bruine, predikant te Middelburg.
In de steden is de klacht, «dat men nooit een dominé ziet", al zoo vaak gehoord, dat men er niet meer op let en het als een aanklacht niet meer hoort. Hier komt iemand en vertelt u: Blk woon negen jaar in dezelfde , straat en heb nog nooit een predikant bij mij gezien; maar mijn aanslagbillet voor den kerkelijken H(oofdelijke)n O(mslag) ontvang ik geregeld." Daar staat een ander en verhaalt: »In de vijftien jaar dat ik tot deze gemeente behoor, heb ik nooit eenig blijk van belangstelling ontvangen van de zijde der kerk. Nu heb ik als lidmaat bedankt, want ik ga mij aansluiten bij eene andere gemeente, en zie, daar komt 'n dominé om mij daarover te vermanen." Welnu, wij weten dat wel, wij kunnen meer zulke staaltjes vertellen en... bij het verhaal van ' nze schande blozen wij niet eens. Want dat is immers een schande voor de Kerk, als zij het voorbeeld volgt van de Pharizeeën en Schriftgeleerden, die de menschen Heten dolen als schapen zonder herder, terwijl zij zich nog wel durft noemen naar Hem, die over die schapen zonder herder met erbarming is bewogen geweest Wij, predikanten, door geen pastores te zijn, verbreken ons woord Hoevelen leven voort, in onze kerken gedoopt, maar het hart van die kerk voelen ze niet! Hoevelen sterven, lidmaten der kerk, maar van den eenigen troost in leven en sterven werd hun in hunne huizen niet gesproken. Hoevelen worstelen in den strijd om het bestaan of trillen bij de lokking der alom verleidende zonde, ma r de kerk heeft ze nooit geschraagd ! Gaat door onze achterbuurten en langs deftige wijken, ziet rond in de dorpen.., . Daar is het socialisme. Het is een stelsel, dat over economie handelt.... En wij ? Op bidstonden en kransjes klagen wij over de verwoesting door het ongeloof, en wij halen de roode vaan voor den dag, om de gemoederen te bewegen tot gebed en milddadigheid. Maar moeten wij niet liever de hand in eigen boezem steken? Die menschen hebben gelijk, als zij zeggen, dat wij onzen plicht verzuimen en toch ons geld krijgen. Die menschen voelen goed — het volk voelt nauw — als zij het schijnheiligheid vinden: Zondags preeken over naastenliefde en van Maandag tot Zaterdag aan die menschen (óók onze naasten) geen liefde toonen en geenè belangstelling — Daar is onverschilligheid, die hand over hand toeneemt. Duizenden in de steden en op het land. duizenden onder hoogen en lagen, die niets meer hebben dan de stof, om in te leven en aan te denken. Een bijbel ? een kerkgang ? een gebed ? och neen ; daar doet men niet aan; men bestrijdt het niet eens meer, men doet er eenvoudig niet aan. Dat is de schuld van de tegenwoordige wetenschap, zegt gij ; of van het neutrale onderwijs. Best Maar ik meen; het is ook de schuld van de kerk. Hier is een burgerscholier, die «zich niet herinne en kan, ooit gehoord te hebben, hoe Jezus is gestorven'; en daar een heer, die „op 't oogenblik den naam Golgotha niet thuis kan brengen." Dat is ontzettend. Maar is het onze schuld niet óók ? Geven wij hun, wat zij niet hebben ? Brengen wij hun, wat zij niet komen halen ? — Ik denk aan de afscheidingen „van de groote Kerk'', de Gereformeerde kerlien en tallooze kleinere groepen. Wij klagen, dat het toch jammer is, die velerlei scheiding; en dan steken wij de borst vooruit en wij zeggen: «Maar wij zijn toch de volkskerk'. Ha! ha! wat doen wij ? «Wij brengen JesusChristus, endiealleen vervult alle behoeften". Pharizeeën die wij zijn! Als wij dat meenen, dan moeten wij dat eerst maar eens toonen.
Het citaat is lang. Toch meende ik niet meer te moeten bekorten dan ik gedaan heb. Want dit is zeker: zij die den huldigen toestand veroorzaakt hebben, moeten nagenoeg allen gerekend worden tot die Kerk, wier werkzaamheid daar in oprechtheid gèteekend is door een man, die weet wat hij zegt. En ziedaar dan alvast een der dieper liggende oorzaken voor den dag gebracht;
De predikanten der Hervormde kerk schij nen zelf wel te voelen, waar de schoen wringt, en getuigenissen als van Dr. De Visser en Dr. Slotemaker de Bruine zijn rond en eerlijk genoeg.
De massale volkskerk, die niets doet voor haar leden dan predikatiën op den kansel te laten houden, vervreemdt de armere klasse van het geloof.
Dat is de vloek, die steeds op de volkskerk rust. Zij wil alles omvatten en juist daardoor gaat de zielszorg en het huisbezoek, de persoonlijke band met baar leden en de zorg voor de armen te loor.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 19 april 1903
De Heraut | 4 Pagina's