Voor vrijheid en voor recht.
De saamziwering, op touw gezet om aan de leiders der arbeiderspartij de macht in handen te spelen, is jammerlijk mislukt.
Hoofddoel van die samenspanning was de Regeering schrik aan te jagen. Onder de pressie van een algemeene staking, zouden de stakingswetten bezwijken. Maar de Regeering liet zich door de opgeschroefde taal der socialistische en anarchistische pers niet intimideeren. Ze bleek geheel voorbereid op den coup d'état. En het eenige gevolg van deze staking is geweest, dat alle partijen van orde zich thans als één man om de Regeering schaarden. Dreigde een oogenblik het gevaar, dat de stakingswet een partij wet zou worden, juist de revolutionaire staking heeft haar aanneming tot een nationale daad gemaakt. Dat is de eenige politieke vrucht van deze onberaden actie geweest.
Voor dezen uitslag dient God den Heere dank gebracht.
Het was zijn genadig bestel, dat juist in dit troebele tijdsgewricht als raadslieden der Kroon mannen optraden, die, omdat zij God vreesden, geen vrees voor menschen kenden.
Had de Regeering ook maar een oogenblik geaarzeld en, onder wat voorwendsel ook, toegegeven aan den drang der vredelievenden, ons land ware aan een sociale revolutie ten prooi geweest.
Maar nu de Regeering moedig den haar toegeworpen handschoen opving en geweld met geweld keerde, nu ging van haar voorbeeld kracht uit voor alle wankelenden van hart.
Men gevoelde, dat de teugels van het bewind aan mannenbanden waren toebetrouwd. Hoog boven het strijdgewoel klonk het koninklijk woord: Je maintiendrai. Gesteund door het gezag, dorst ook gemeente en maatschappij de worsteling aan. Van toegeven aan de gestelde eischen was nergens sprake. Wie dienst weigerde, werd uit den dienst ontslagen. Zoo werd de orde gehandhaafd, het recht hoog gehouden, onze politieke vrijheid beveiligd.
De historie zal het als een der schoonste daden van ons Christelijk ministerie boeken, dat het in dezen strijd ons vaderland heeft beschermd voor tyrannic en partijgeweld.
Er is dan ook geen jammerlijker leugen dan de laster, door de socialisten rondgestrooid, alsof onze Christelijke Regeering door haar vastberaden optreden en de thans aangenomen wetsontwerpen, de arbeiders om hun recht en vrijheid zou gebracht hebben,
Al het geroep van tuchthuis-wet, muilkorfbepaling en koelie-ordonnantie was geen oogenblik in staat om onze Christelijke arbeiders van de wijs te brengen. Hun voormannen in het Parlement, Talma, De Visser en Pastoors, kozen onbewimpeld vóór de Regeering partij, hoe ze ook geprikkeld werden door den hoon der socialisten. En onze Christelijke arbeiders waren te nuchter van zin, om door het Volk en het Volksdagblad zich een rad voor de oogen te laten draaien.
Waarheid is, dat de Regeering het recht van werkliedenvereeniging en werkstaking in het Parlement volmondig heeft erkend. 'In de sociale worsteling kan de werkman beide wapenen van verweer niet missen. Ons Christelijk Sociaal-Congres heeft het recht van werkstaking als noodmiddel onverholen geproclameerd. En de Regeering heeft door woord noch daad iets gedaan, waardoor dit recht kon worden aangetast.
Natuurlijk is ook dit recht niet onbeperkt. Alle recht van den menseh blijft onderworpen aan de ordinantie des Heeren. Zoodra het met die ordinantie Gods in strijd komt, houdt het op recht te zijn en wordt onrecht. Een breken van het aangegaan contract en weigeren van den dienst, waartoe men zich verbonden heeft, is schending van het gegeven woord en den Christen dus niet geoorloofd.' Wie gezworen heeft, ook als het tot zijn schade is, moet zijn woord gestand doen. Het meedoen aan een werkstaking, die de Regeering dwingen wil naar de pijpen der arbeiders te dansen, is krenken van de majesteit van het Gezag, en daarom in strijd met het woord Gods, dat alle ziel de macht over haar gesteld onderdanig moet zijn. En wie, om zelf betere positie te krijgen, zijn medeburgers blootstelt aan gebrek aan de eerste levensmiddelen, brood en water, vuur en licht, zondigt tegen het gebod Gods. Ook voor de arbeiders staat er geschreven : Gij zult niet doodslaan.
Dat de Regeering aan dat onwettig gebruik van de werkstaking een einde heeft gemaakt, zal geen Christen-arbeider in haar laken.
Maar de Regeering deed meer. Ze beschermde de vrijheid van den arbeid en het recht van den werkman tegenover het despotisme der vakvereenigingen.
Het geweld, waarmede de arbeiders gedwongen worden, of zij willen of niet, om den arbeid te staken op last van een zich opwerpend Comité, dat geweld tast de vrijheid van den werkman in de hartader aan.
De jongstverloopen dagen hebben het wel afdoende getoond, hoe mededoogenloos de tyrannic dezer volksleiders is, wanneer het geldt hun wil door te zetten.
Aan deze tyrannic op sociaal gebied moest een einde gemaakt.
Zeker, de arbeider mag niet gedwongen worden te werken, wanneer hij niet wil. Hij behoeft zijn arbeid niet uit te wegen voor wat geen brood is. Hij blijft vrij man tegenover zijn patroon, en van slaafsche afhankelijkheid kan geen sprake zijn.
Maar onze arbeiders moeten ook vrij man blijven tegenover hun medearbeiders. Wie met een revolutionair comité niet mee wil staken; wie vrouwen en kinderen niet aan honger en ellende wil bloot stellen; wie arbeiden v/il omdat naar zijn overtuiging de arbeid geboden is; die mag in zijn vrijheid en recht niet verkort worden. Daarom heeft de Regeering gezorgd, dat aan den overlast van dwang en feitelijkheid der stakers tegenover de niet-stakers een einde werd gemaakt.
Wanneer de socialistische partij het voorstelt, alsof daardoor de arbeider aan handen en voeten gekneveld, overgeleverd is aan de willekeur van zijn patroon, dan is dit opzettelijke misleiding.
De socialistische partij weet uitnemend goed, dat juist door deze wet onze christenarbeiders van het despotisme der socialisten zijn verlost.
Al is de hoofdaanval op het Gezag afgeslagen, de gevolgen van deze worsteling zullen zich nog lang doen gevoelen.
Zoolang de roes der opwinding nog voort duurde voelde men de slagen niet. Maar nu de kruitdamp optrekt en het slagveld overzien wordt, nu zien ook de arbeiders, welk een namelooze ellende zij over zich zelven hebben gebracht.
De staking is een tweesnijdend zwaard. Het kan een machts-wapen zijn in de handen der arbeiders, maar het wondt niet alleen den patroon.
Wanneer handel en nijverheid stilstaat, omdat het vertrouwen geschokt is en het buitenland onze havens mijdt, omdat men ze niet vertrouwt, dan lijdt de arbeider daaronder in de eerste plaats.
En de honderden arbeiders, die uit hun werk ontslagen, nu met hun gezinnen broodeloos zijn, zullen zich te laat beklagen, dat zij naar de lokstem van de volksmisleiders hebben geluisterd.
Elke strijd kost offers.
Maar hoe ons hart ook bloeden moge bij het zien van de wonden, door deze worsteling ons volksleven geslagen, de prijs zal niet te duur betaald zijn, wanneer daardoor aan de dwingelandij van het socialisme een einde is gemaakt.
Nog houdt het pleit voor recht en vrijheid aan.
Maar de dag zal komen, waarop ook de arbeiders, aan de begoocheling van het socialisme ontkomen, onze Regeering zullen danken, die het vaderland verloste van een schrikbewind, welks weerga in onze historie nauwelijks te vinden is.
Recht en gerechtigheid zal dan weer in den lande wonen en daardoor de vrijheid ook van den arbeider tegen eiken dwang verzekerd zijn.
Het gebed blijve daarom opgaan tot God, dat Hij die de stormen gebiedt en het bruisen der zee tot stilte brengt, die rust en vrede ook aan ons vaderland hergeve.
Ons Nederland is te rijk in de historie door God gezegend, dan dat het door deze worsteling, die het leven des volks verscheurt, reddeloos zou ten gronde gaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 19 april 1903
De Heraut | 4 Pagina's