GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

STOKOUD EN ZESTIEN JAAR.

ALLEEN.

X.

De Engelschen, die verreweg de zwakste partij waren, begrijpend in wat gevaar ze verkeerden, sloegen op de vlucht het struikgewas in. Weldra hadden zij hun vijanden (en deze hen) uit het oog verloren, doch — ongelukkig ook elkander. Lukas draafde in doodsangst als een hollend ros door dik en dun verder, tot hij eindelijk ademloos en uitgeput onder een boom in de wildernis neerviel.

Daar lag hij uren lang, 't meest vreezend voor wilde dieren en slangen, waarvan hij zoo vaak gehoord had. Doch die schenen hier niet te zijn, wellicht wijl er den laatsten tijd ook menschen kwamen. Immers, waar dit laatste 't geval is, wijkt het wild gedierte terug. Telkens echter meende " Lukas iets te hooren, en dan richtte hij zich verschrikt op, meenende dat een of ander gevaar dreigde. Nu en dan floot hij een bekend Engelsch zeemansdeuntjé, zoo luid hij kon; niet uit vroolijkheid, maar in de hoop dat althans deze of gene zijner lotgenooten in de nabijheid mocht wezen en hem zou hooren.

Doch hoe lang hij ook wachtte, tusschenbeiden inslapend van vermoeienis, hij hoorde geen menschelijke stem. Al wat dien morgen gebeurd was, scheen hem een droom. Alleen de pijn, die hem een paar gevoelige stompen veroorzaakt hadden, bewees hem dat het toch wer­ kelijkheid was geweest. Gewond was Lukas gelukkig niet geworden. Dit echter was hem duidelijk, dat hij zich hier onder menschen bevond, met wie het beter eten dan vechten was. En hij verlangde hartelijk deze streek hoe eer hoe beter te verlaten.

Er gingen uren voorbij, eer Lukas weer kracht gevoelde om op te staan en verder te gaan. Hij had gelukkig nog wat mondvoorraad bij zich, dien hij kon aanspreken. Doch nu was de vraag, wat te doen. Waar zaten zijn makkers?

Op die vraag kreeg hij geen antwoord, en heeft hij eigenlijk nooit recht bescheid ontvangen. Want — laat mij dit maar even kortelijk zeggen — eerst na jaren heeft hij omtrent hen iets vernomen.

„De Valk" is namelijk in Engeland later teruggekeerd, na zich maar kort aan den mond der Mississippi te hebben opgehouden, waar niets te verdienen viel.

Met het schip kwamen echter niet allen mee, die uitgezeild waren. Want niet alleen Lukas ontbrak, gelijk we zien zullen, maar ook ette lijke anderen, die met hem in de herberg waren geweest. Waar deze gebleven zijn, heeft men nooit vernomen. Slechts vier is het gelukt, met veel moeite hun schip te bereiken. Zij brachten den kapitein bericht van hun wedervaren. „De Valk" bleef toen nog een paar dagen voor de rivier, doch toen niemand opdaagde en 't gevaarlijk werd langer te blijven, zeilde men weg.

MISDRUK.

(Slot).

Natuurlijk kon dit antwoord Thijs niet voldoen. Hij wist nu dat er in den Bijbel veel goeds en moois stond, gelijk vader gezegd had, maar ook dat hij thuis het boek niet vinden zou.

Dit laatste nu speet hem geducht. Want mooie geschiedenissen las Thijs graag. Zoo ging hij dan eens hooren wat een Bijbel kostte. Dit liep op zijn minst naar den gulden en Thijs had zelfs geen cent op zak, en wist ook wel, dat er vooreerst bij zijn ouders zelfs geen dubbeltje op kon overschieten. Na lang nadenken besloot hij te probeeren, of er soms nog meer misdruk was te krijgen in het huis, waarbij hij het eerste had gevonden. Dan kon hij althans veel lezen, al liep het niet altijd geregeld door.

Toen Thijs aan het huis kwam, bespeurde hij echter noch vuilnisbak noch misdruk, en wilde reeds teleurgesteld doorloopen, toen hij naast het huis een groot gebouw opmerkte, waarvoor in groote letter stond: Drukkerij.

Nu begreep onze vriend, waar dit misdruk van daan kwam en nog beter vatte hij het, toen hij bemerkte, dat de naam van denzelfden heer vóór de drukkerij en op de deur van het huis daarnaast vermeld stond. In het huis woonde zeker de drukker zelf.

De stoute schoenen aantrekkend, ging Thijs het gebouw binnen, dat openstond. Er was heel weinig te zien in het voorportaal. Eindelijk kwam er een man aan, die hem vroeg wat hij verlangde.

„Ik wou wat misdruk hebben van den Bijbel, als dat er nog is, " zei Thijs.

De man zette groote oogen op en sprak: „Misdruk genoeg, jongen, maar of het nu juist van den Bijbel is, weet ik niet. Maar wat doe je daarmee? "

Nu vertelde Thijs wat er gebeurd was. De ander luisterde en zei toen:

„Je moet wat beters dan misdruk hebben, jongen. Ik wou dat al de jongens hier zoo'n begeerte naar een Bijbel hadden. Misschien kan ik je helpen, kom morgen maar weerom."

Dat deed Thijs en zie — daar lag een Bij bel klaa^ voor hem; wel geen met vergulde snede, maar toch een heel goede. De patroon van de drukkerij, die ook wel Bijbels afleverde, had dezen afgestaan.

Heel verblijd wandelde Thijs met zijn schat naar huis, na den drukker hartelijk bedankt te hebben. Thuis zette hij zich aanstonds aan het lezen en ging daarmee voort eiken dag zooveel hij tijd had.

En was hem dat ten nutte ? Als gij dat dien ouden man had gevraagd, zou hij gezegd hebben:

„Des Heeren woord keert nooit ledig weder, maar is voorspoedig in hetgeen waatoe Hij het zendt. Dat is ook bij ons bewezen.

Want deze Bijbel heeft mij allengs nog wat meer gegeven dan mooie geschiedenissen. Hij heeft door Gods genade mij de oogen geopend voor mijn zonde en schuld, maar ook voor de heerlijkheid van Gods genade, die de ongerechtigheid vergeeft. Zoo leerde ik den Heere zoeken en vinden in de dagen mijner jonkheid. En niet alleen kwam ik tot de kennis der waar heid, maar ook mijn ouders werden uit hun onverschilligheid gewekt, door hetgeen ik hen voorlas En zoo is die misdruk onder Gods bestier aanleiding geworden, dat ik een bijbel kreeg, en heeft wederom deze Bijbel ons den weg gewezen tot onze behoudenis en het eeuwige leven.

Hoe wonderbaar is Uw getuigeni=! Dies zal mijn ziel dat ook getrouw bewaren; Want d'oop'ning van Uw woorden zal gewis. Gelijk een licht het donker op doen klaren; Zij geeft verstand aan slechten wien 't gemis Van zulk een glans een eeuw'gen nacht zou baren.

CORRESPONDENTIE.

Aan de inzenders van vragen wordt vriendelijk verzocht duidelijk op te geven, wat zij bedoelen. Het is beter dat wat uitvoerig te omschrijven, dan het te gieten in den vorm van een vraag, die niet klaar doet zien, wat de vrager eigenlijk op het oog heeft, zoodat hij kans loopt een antwoord te krijgen, dat hem niet voldoet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juli 1903

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juli 1903

De Heraut | 2 Pagina's