GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De vijftiende Centrale Viaconale Conferentie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vijftiende Centrale Viaconale Conferentie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

{Slot.)

Punt X. Gereformeerde Ziekenverz jrging.

Punt IX, door het Comité op de agenda ge plaatst, werd voorloopig overgeslagen en kon ten slotte wegens gebrek aan tijd, evenals een paar andere vragen, staande de vergadering ter tafel gebracht, niet in bespreking komen. In behandeling kwam nu de vraag, ingezonden door de Diaconie te Assen.:

„Op welke gronden verdient het aanbeveling, dat Diaconiën van groote Gemeenten zich aansluiten bij de Gereformeerde Zieken verpleging ? "

Br. Timmer deelt mede, dat te Assen geen afdeeling van de Ver. voor Geref. Ziekenverpl. (lees : verzorging) bestaat en zou daarom gaarne ingelicht worden over de verhouding van andere Diaconiën tot deze Ver. en over het nut en profijt ervan, opdat Assen voor zich de vraag zou kunnen beantwoorden, of het gewenscht is pogingen in 't werk te stellen, ook daar zulk eene afd. op te richten.

Br. V. d. Bosch deelt daarop mede, hoe de verhouding tusschen de Diaconie en de afd. te Meppel geregeld is. Br. Janse merkt op, dat er gevraagd wordt naar de gronden. Hij ziet geen kans deze aan te geven, wel om het tegenovergestelde te bewijzen.

Ds. Teerink deelt mede de regeling dezer zaak te Amersfoort, waar de afd. verschillende hulpmiddelen bezit en de Diaconie hiervan voor hare armen gebruik maakt. De Ver. voor Geref. Ziekenverz. beantwoordt nog niet aan haar doel. Zij leidt ziekenverpleegsters op, en eerst dan, wanneer deze in voldoend aantal gevormd zijn, zullen de Diaconiën, zoo noodig, op aanvrage er van gediend kunnen worden.

Punt XC. Particuliere vereenigingen.

Aan de orde komt nu punt XI, ingezonden door de Diaconie te Wormerveer.

„Mogen Gereformeerden medewerking verkenen aan een particuliere vereeniging voor armenzorg, die geen kerkelijke kleur heeft? "

Ds. Jonker leidt deze vraag in en deelt mede, dat te Wormerveer een dergelijke vereeniging is opgericht, die zich door middel van bezoek zusters ten doel stelt, de liefde van Jezus te openbaren. Deze vereeniging heeft de hulp en medewerking onzer Diaconie aldaar ingeroepen, en nu meenden sommige broeders, dat hieraan voldaan mocht worden, terwijl anderen er zich tegen verklaarden en in deze vereeniging eene miskenning van het Diaconaat zagen. De laatsten oordeelden, dat de arme broeders en zus ters onzer Kerk geheel en alleen door de diakenen moesten ondersteund worden. Opdat nu laatsbedoelden in hun beginsel gesterkt mochten worden, begeerden zij in dezen een besliste uitspraak der Conferentie. Nu eenige mededee ÜDgen van den Secretaris omtrent een dergelijke vereeniging, spreekt br. Biankenberg over „Liefdadigheid naar Vermogen". Het doel dezer vereeniging is onder meer, ook het aanleggen van een groot register, waarin alle armen vermeld worden, en de ondersteuning door hen ontvangen. Alle Diaconiën en besturen van armenzorg worden verzocht, daar aan mede te werken en hebben recht van mzage der registers. Onze Diaconie te Amsterdam heeft evenwel bedankt om met deze vereeniging famen te werken, mede omdat zij de namen der eigen armen niet openbaar wenscht te maken.

Leden dier vereeniging ontvangen, evenals bij tal van dergelijke vereenigingen op andere plaatsen, een plaatje aan de deur als bewijs van lidmaatschap.

Spreker ontraadt ten ernstigste aan zulke vereenigingen steun te verkenen of persoonlijk er aan mede te doen. Br. Spier wil de vraag, zooals deze geformuleerd is, met een beslist neen beantwoorden, doch meent dat er. soms vereenigingen kunnen zijn, waaraan wij heel goed medewerken. Zoo is spreker lid eener vereeniging, die zich ten doel stelt om jongens en meisjes aan eene betrekking te helpen. Aan zulk eene vereeniging kan ieder meedoen, mits het niet tegen eenig beginsel strijdt.

Van verschillende zijden wordt opgemerkt, 1 dat dit laatste niet gelijk is met hetgeen de vraag bedoelt. Deze spreekt van armenzorg. Algemeen is men het eens, dat wij onzen steun 1 en onze kracht niet moeten geven aan vereenigingen van armenzorg, die het ambt miskennen, j

Ds. Teerink wenscht de vraagt eveneens beslist ontkennend te beantwoorden, omdat zulke vereenigingen het Orgaan der barmhartigheid miskennen, en dringt daarom op ont houding aan.

Ds. Jonker vraagt eindelijk nog: „Zoo voor een arme /8.— noodig is, mogen de diakenen er zich met /s.— afmaken en toelaten dat een neutrale vereeniging dit met f3.— aanvult? " Deze vraag wordt, onder instemming van den geachten vrager, door de vergadering eenparig ontkennend beantwoord.

Punt XII. Ouden van dagen.

Vervolgens komt in behandeling punt XII, ingezonden door de Diaconie te Alkmaar:

„Heeft de Diaconie het recht en de bevoegdheid een oude van dagen tegen zijn wil, doch in zijn belang, te nopen tot het verpleegd worden, hetzij bij particulieren, hetzij in een e. q. op te richten Huis voor Ouden van dagen? "

Br. Terhaak deelt mede, wat aanleiding tot deze vraag gegeven heeft. Een broeder van 74 jarigen leeftijd, die altijd als kluizenaar gewoond heeft, kan niet meer werken. Nu zou de Diaconie hem gaarne bij een ander, b. v. bij een bejaarde weduwe, huisvesting verkenen, met het oog op mogelijke ziekte, vepkging, enz. Blijft hij alleen in zijne woning, dan zou hij, zonder dat men het weet, hulpeloos kunnen neder liggen. Bovendien is het voordeeliger en beter, dat hij bij een ander huisvesting krijgt. Doch onze kluizenaar wil blijven, waar hij is. Hoe daarmede nu te handelen?

Br. Noteboom meent, dat deze vraag gemakkelijk is te beantwoorden. Men moet rekening houden met de personen, hun karakter, geaardheid, humeur enz. Tenslotte moet men zich toch schikken naardat de persoon is.

Eenparig is de vergadering van oordeel, dat wij op wettelijke gronden geen recht hebben te dwingen. Wel kunnen wij onzen zedelijken invloed aanwenden.

Punt XIII. Verslagen.

Eindelijk waren wij gekomen aan de bespreking van het laatste punt, afkomsting van de Diaconie te Buiksloot:

„Is het niet noodig, en hoe is het mogelijk te maken, dat de besprekingen op de Centrale en Prov. Diac. Conferenties, voor de Diaconiën van blijvend nut kunnen zijn? "

Br. Biankenberg zegt, dat het laatste nummer I van het Diac. Correspondentieblad een voldoend antwoord op deze vraag geeft. Andere broeders zouden gaarne het voornaamste van het verhandelde op vorige Conferenties ook in hun bezit willen hebben. Het Comité zal dit in overweging nemen. Na nog eenige besprekiiig wordt besloten, het verslag dezer Conferentie ter plaatsing op te zenden aan het Diac. Corr. blad, de Bazuin en de Heraut.

Sluiting.

Hiermede aan het einde onzer besprekingen gekomen zijnde, wordt nog besloten, dat de Conferentie bestendigd zal blijven. Voor plaats van samenkomst der volgende Conferentie worden genoemd: Utrecht, Arnhem, Zwolle en Amersfoort. Aan het Comité wordt de bepaling van plaats en tijd der i6e Conf. overgelaten. Ten opzichte der adviseurs wordt gezegd, dat waar de Conf. vergadert, ook de predikanten te dier plaatse als zoodanig zullen genoodigd worden.

Niets meer aan de orde zijnde, verklaart de Voorzitter deze ise Conferentie gesloten. Hij vraagt vergeving voor hetgeen hij misdaan zou kunnen hebben, hetzij door een of ander woord, of door gebrekkige leiding. Hij heeft niets kwaads bedoeld en nog minder iemand te kwetsen. En waar wij nu gereed staan deze plaats te verlaten, past het ons God te danken, dat Hij ons den zegen van dezen dag heeft willen schenken. Onze roeping is het, het gesprokene en gehoorde van dezen dag te verwerken. Elk onzer doe, wat zijne hand vindt om te doen, ten einde het Diaconaat tot ontwkkeling te brengen.

Nog spreekt de Voorzitter een woord van dank. aan onzen geachten adviseur voor diens degelijke adviezen, aan de Diaconie en Kerkeraad van Amersfoort voor de goede en vriendelijke ontvangst, en aan allen, die tot het welslagen dezer Conferentie hebben medegewerkt.

Ten slotte neemt nog de Vice Voorzitter, Br. Terhaak, het woord om als tolk der vergadering onzen bekwamen en geachten Voorzitter dank te zeggen voor diens flinke leiding, en wenscht hem des Heeren zegen en huipe toe.

Daarop gaat Ds. Teerink voor in dankgebed.

Namens het Comité

R. BROEKHUIZEN, Secretaris.

Meppel, September 1903.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 oktober 1903

De Heraut | 4 Pagina's

De vijftiende Centrale Viaconale Conferentie

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 oktober 1903

De Heraut | 4 Pagina's