GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Een onzer lezers vraagt, of het waar kan zijn wat thans in sommige bladen staat, dat de Japanneezen afstammelingen zijn van de Tien stammen Israels, die door de Assyriërs zijn weggevoerd, en niet weder naar hun land teruggekeerd.

Het zal goed zijn aan al zulke onderstellingen niet veel waarde te hechten.

Meer dan zestig jaar geleden reeds verscheen een Engelsch boek, waarin betoogd werd, dat de Engelschen de nakomelingen der Tien stammen zijn. Dat er werkelijk menschen zijn, die dit gelooven, bleek mij eenige jaren geleden, toen iemand uit Londen mij een boek bracht, waarin hetzelfde werd geleerd, en dat reeds verscheidene malen herdrukt was. Ik kon er echter niet door overtuigd worden, dat de schrijver gelijk had.

Het wordt dikwijls zoo voorgesteld, alsof er van de twaalf stammen tien geheel zijn weggevoerd naar Assyrië en nooit van daar teruggekeerd, zoodat waarschijnlijk hun nakomelingen nog altijd ergens ontdekt kunnen worden.

Zoo nu is het echter niet.

Vooreerst zijn er van de twaalf stammen slechts acht weggevoerd, terwijl de overige in hun land bleven.

Ten tweede zijn ook deze acht staramen volstrekt niet geheel weggevoerd. Er bleven nog velen in het land Israel over. Toen Koning Hiskia, kort na de wegvoering van Israël naar Assyrië, in Juda Paaschfeest vierde, zond hij boden uit om ook de mannen van Israël uit te noodigen, wat hij zeker niet zou gedaan hebben als hun land gansch ontvolkt was geweest. Immers wij lezen in 2 Kron. 30 vs. 5, 6:

„Zoo stelden zij zulks, dat men een stemme door gansch Israël, van Berséba tot Dan, zoude laten doorgaan, opdat zij zouden komen, om het Paschen den Heere den God Israels te houden in Jeruzalem; want zij hadden het in lange niet gehouden, gelijk het geschreven was. De loopers dan gingen henen met de brieven van de hand des konings en zijner vorsten, door gansch Israël en Juda, en naar het gebod des konings zeggende: Gij kinderen Israels, bekeert u tot den Heere, den God van Abraham, Izak en Israël, zoo zal Hij zich keeren tot de ontkomenen, die ulieden overgebleven zijn uit de hand der koningen van Assyrië.”

En verder in vs. 10:

„Zoo gingen de loopers door, van stad tot stad, door het land van Ephraïm en Manasse, tot Zebulon toe; doch zij belachten ze en bespotten ze.”

In VS. 18 wordt gesproken van velen van Efraïm en Manasse, Issaschar en Zebulon. En eindelijk luidt het in 31 vs. 1:

„Als zij nu dit alles voleind hadden, togen alle Israëlieten, die er gevonden werden, uit tot de steden van Juda, en braken de opgerichte beelden, en hieuwen de bosschen af, en wierpen de hoogten en altaren af, uit gansch Juda en Benjamin, ook in Ephraïm en Manasse, totdat zij alles te niet gemaakt hadden; daarna keerden alle de kinderen Israels weder, een ieder tot zijne bezitting in hunne steden.”

Dit laatste vers maakt tevens waarschijnlijk, dat de mannen uit de 8 stammen, wier land al onder Assyrië stond, ook terugkeerden naar hun woningen.

Uit alles blijkt, dat ook uit de 8 stammen velen in 't land zijn gebleven en slechts etn betrekkelijk klein deel is weggevoerd, even als het later in Juda ging. Er woonden dus later in Kanaan mannen uit alle stammen, net als er ook uit alle stammen Joden woonden in Egypte, Klein-Azië enz. Paulus b.v. was uit den stam Benjamin, d. i. uit een die naar Babel is gevoerd en waarvan menschen zijn teruggekeerd naar Juda. Toch woonden Paulus' ouders in Cilicië, ver van daar. Daarom is ook begrijpelijk, dat de apostel Jacobus schrijft niet aan de acht of aan de tien, maar aan de twaalf stammen die in de verstrooiing zijn. Uit Handelingen 2 blijkt genoegzaam, hoe de Joden reeds zeer verspreid waren lang vóór de verwoesting van Jeruzalem.

Maar er zijn toch in elk geval, zal men zeggen, ook duizenden Joden uit Israël naar Assyrië en Medië gevoerd.

Want we lezen in 2 Koningen 17:6:

„In het negende jaar van Hosea nam de koning van Assyrië Samaria in, en voerde Israël weg in Assyrië, en deed ze wonen in Halah, en in Habor, aan de rivier Gozan, en in de steden der Meden."

Deze weggevoerden nu zijn nooit, zoover wij weten, gezamenlijk en met één doel (gelijk later de weggevoerden van Juda uit Babel) naar Israel teruggekeerd. Doch evenmin is te bewijzen, dat zij altijd in den vreemde en op die bepaalde plek zijn gebleven. Zij kunnen zich evengoed, toen Assyrië en Babel gevallen waren, en Perzië den Joden vrijheid gaf, later met de anderen vereenigd of naar verschuilende gewesten begeven hebben. Ook kunnen ze, gelijk vele Joden uit Juda, het in den vreemde zoo goed hebben gehad, dat ze geen lust gevoelden naar Palestina terug te keeren. In alle geval was in later tijd de reden vervallen voor de opperheerschers om de Joden uit Israel nog in ballingschap te houden.

Het is dus, dunkt mij, verkeerd te verwachten, dat men nog eens ergens een groot volk zal ontdekken, dat blijkt af te stammen van de „verloren" tien stammen. De apostel reeds noemt ze niet verloren, maar schrijft hun brieven. Vooral is het gewaagd, de Engelschen of de Japanneezen voor de kinderen der verloren Israëlieten aan te zien. Wel is aan te nemen, dat tal van Israëlieten de plaatsen zijn blijven bewonen waarheen de Assyriërs hen gevoerd hadden, en dat men hun nakomelingen er nog vinden kan.

En nu is 't opmerkelijk, dat de secte der Nestorianen, die juist de streek bewonen, waarheen Israël is gevoerd, zoo treffende overeenkomst in allerlei met de Joden vertoont. Zij zelf beweren, dat zij afstammen van de weggevoerden uit Israël. Daarvoor pleit werkelijk heel veel, al is 't volstrekt niet zeker. Deze Nestorianen zijn althans in naam thans Christenen. We hopen — onze ruimte laat niet meer toe — de vraag althans eenigszins te hebben beant­ woord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 augustus 1904

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 augustus 1904

De Heraut | 2 Pagina's