Kerkelijke contributie.
Toen we onlangs op grond van de moeilijkheden in de Gereformeerde Kerk in Hongarije waarschuwden tegen het invoeren van een kerkelijk belastingstelsel, schijnt men hieruit in enkele kerken te hebben afgeleid, dat we de bijdragen der gemeente voor den dienst van 'sHeeren huis liefst in den vorm van een collecte geïnd zagen en tegen het geven van vaste contributiën waren.
Het behoeft wel geen uitvoerig betoog, dat hierbij een misverstand in het spel is.
Waartegen we protesteerden was alleen, dat de Kerkeraad aan ieder gemeentelidmaat zou voorschrijven wat door hem betaald moest worden en, bij niet voldoening aan die verplichting, met kerkdijken dwang of deurwaardersexploit den onwillige tot betaling zou verplichten. Een wijze van doen, die in de Ned. Herv. Kerk reeds in tal van gemeenten is ingevoerd en die lijnrecht in strijd is met het vrijwilligheidsbeginsel, dat in Christus' kerk behoort te heerschen.
Met de vraag of men zijn bijdragen in het kerkezakje zal ètorten, dan wel in den vorm van vaste bijdragen aan den Kerkeraad zal geven, heeft dit niets uitstaande. In beide gevallen toch is het niet de Kerkeraad, die hierbij met gezag optreedt om vast te stellen, hoeveel ge betalen moet, maar heeft • elk gemeentelid voor zich zelf vast te stellen, hoeveel hij geven wil.
Moest tusschenbeide gekozen worden, dan zou onze voorkeur zelfs aan het stelsel van vaste contributie gegeven worden.
Vooreerst geeft het dubbel collecteeren, zoowel voor de armen als voor de Kerk een stoornis in den dienst, die liefst moet voorkomen worden.
En ten tweede behoort wel de gave voor de armen naar luid van Christus bevel zoo gegeven te worden, dat de rechterhand niet eet wat de linker doet, omdat hierbij de a armhartigheid aan het woord is, maar met h e bijdrage voor de Kerk is dit niet het eval. Hier is een zedelijke plicht om te r orgen, dat de Dienaar des Woords zonder v orgen kan leven en dat in de behoeften van g s Heercn huis voorzien wordt. Er is dus u een enkel bezwaar tegen om den Kerke-d aad mee te deelen, hoeveel men jaarlijks l oor dit doel wil afzonderen. Zelfs zal dit en Kerkeraad het vaststellen van hetjaar-d ijksch budget gemakkelijker maken, dan dat en op de altoos wisselvallige inkomsten er collecten rekenen moet, en kan op deze ijze ook controle geoefend op degenen, die e weinig bijdragen in vergelijking met hun nkomsten.
En uit liturgisch oogpunt èn om een betere finantieele regeling mogelijk te maken, achten wij het daarom aan te bevelen, dat zoo mogelijk het kerkezakje allengs verdwijnt en de vaste contributie daarvoor in de plaats komt.
Natuurlijk kan dit niet in eens geschieden. Ook hier moet met beleid worden opgetreden. Een jarenlang ingewortelde gewoonte verandert men niet plotseling door een kerkeraadsbesluit. Maar die kerken, die reeds naast de collecte een geregelde vaste bijdrage vragen, zijn zeker op den goeden weg. Zoo moet de gemeente allengs gewend worden aan den overgang en kan als einddoel in het oog worden gehouden, dat ten slotte uit die vaste contributiën de kosten van het kerkelijJi leven geheel worden betaald.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 9 oktober 1904
De Heraut | 4 Pagina's