Te veel studenten.

Het Zeeuwsche Kerkblad deelt onze vrees niet, dat te groote aanwas van het getal der theologische studenten straks onze kerkelijke markt met overvoering bedreigen zal.

Het wijst er op, dat dusver de studenten, zoowel door de Theologische School als door de Vrije Universiteit afgeleverd, reeds vrij spoedig een plaats kregen. En ook voor de toekomst ducht het geen onraad. Het aantal predikanten, dat jaarlijks door emeritaat, afsterven, overgaan tot anderen arbeid, losmaking van hun gemeente en anderszins, vacatures doet ontstaan, is zoo groot, dat voorloopig geen gevaar bestaat, dat onze studenten tevergeefs aan de poort der kerken om een plaats zullen behoeven te vragen. Waar dan nog bijkomt, dat menige zwakke kerk, die dusver niet beriep, omdat ze geen kans zag een predikant te krijgen, bij meerderen voorraad van studenten moed zal grijpen om tot een geregelde bediening van Woord en Sacramenten te komen.

In dit alles ligt zeker een element van waarheid, dat we niet zullen wegcijferen. Zelfs gaan we nog verder. Indien er onder onze candidaten jonge mannen waren, die met apostolischen ijver toegerust, met gaven van welsprekendheid versierd en finantieel sterk genoeg om zonder tractement te kunnen leven, zich vestigen wilden op plaatsen, waar de reformatie der kerk nog niet tot stand kwam om daar het Evangelie te prediken, dan zou daarin voor de uitbreiding onzer kerken zeker een der machtigste wapenen ons gegeven zijn.

Maar al stemmen we dit alles toe, het Zeeuwsche Kerkblad zal wel met ons overtuigd zijn, dat zulke jonge mannen steeds een uitzondering op den regel zullen blijven. Voor de gewone behoefte der Kerk is het voldoende, wanneer het getal der zich aanbiedende candidaten overeenstemt met dat der jaarlijks openkomende vacatures. Nu hebben we te dien opzichte twintig jaar lang in exceptioneele omstandigheden verkeerd. Door de doleantie werd plotseling een behoefte aan predikanten gevoeld, die maakte dat de Vrije Universiteit en de Theol. School schier niet genoeg studenten konden opleveren. Allengs is dit tekort aangevuld ; we komen tot het normale peil. Vandaar, dat in onderscheidene provinciën de vraag reeds gedaan werd, of het nog noodzakelijk was de bestaande beurzen voor de opleiding in stand te houden. Blijft het aantal studenten in de theologie in de toekomst klimmen, dan staat het wiskunstig vast, dat binnen niet te lang tijdsverloop er meer bod dan aanvraag zijn zal.

Wie de historie onzer kerk kent, weet, dat daarin voor het kerkelijk leven een gevaar schuilt. Het gevaar, dat de tractementen zullen verlaagd worden, omdat men toch te kust en te keur predikanten kan krijgen. Het gevaar, dat de candidaten jacht zullen gaan maken op een beroep, waarbij dan middelen gebruikt worden, die de keur van het heilige niet kunnen doorstaan. Het gevaar, dat een geleerd proletariaat zal gekweekt worden, met al de schaduwzijden vooral op kerkelijk gebied daaraan verbonden.

Om dit gevaar te voorkomen, meenden wij bijtijds te moeten waarschuwen, dat men het getal der theologische studenten niet kunstmatig moest trachten te vergrooten. Niets zal ons intusschen liever zijn, dan dat de toekomst onze vrees beschaamt en het blijken zal, dat voor al onze candidaten nog plaats in onze kerken te vinden is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen