GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOST EN WEST.

XLIL

EEN VERRASSING.

Op zekeren dag kwam Karel uit de school, toen hij een ongewone drukte op straat bemerkte. Weldra bleek hem de oorzaak. Er was een groot schip uit Nederland aangekomen, en zooals hij weldra vernam, op het vaartuig dat „De Paradijsvogel" heette, bevond zich een hoog heer, een der bestuurders of directeuren van de Oost-Indische Compagnie, 't Was, gelijk men weet, deze Compagnie of maatschappij, die 't gezag over de kolonie in handen had. Wat deze heer doen kwam wisten slechts enkelen en kan ik ook niet zeggen. Genoeg, dat hij met veel eerbewijzen werd ontvangen en dadelijk naar het kasteel geleid. Dit was een sterkte, die tot verblijf diende voor de gouverneurs of bestuurders der Kaapkolonie. Het kasteel bestaat nog.

De directeur bleef eenige dagen als gast op het kasteel, waar hij blijkbaar veel te bespreken en te behandelen had. Daarna deed de heer De Cuyper, zoo heette de bezoeker, onderzoek naar allerlei. Hij bezocht de schansen en vestingwerken, de kerk en de magazijnen, de haven en zooveel meer. Ten slotte kwam hij ook in de school, aan wier hoofd Karel stond.

De jongens en meisjes die anders luidruchtig genoeg konden zijn, waren nu zoo stil als muizen. Want voor de heeren van de Compagnie, die zoo ongeveer doen konden wat zij wilden, had ieder ontzag, tot de jeugd toe. De meester liet de kinderen lezen en schrijven en daarna begon het cijferen, of rekenen, zoo als wij zouden zeggen. Wat voor sommen in dien tijd werden opgegeven? Wel, ze zagen er heel anders uit dan gij er vrienden, nu op school krijgt, en waren vaak tamelijk onduidelijk opgesteld. Soms echter waren ze ook op rijm, wat heel aardig was, b, v.i

Als op een schip, den capiteyn Had onder hem, groot ende cleyn, Wel twintig kloecke taannen, So reickt tot seven maenden toe De kost dat elck syn maeltyt doe.

Doch als hy uyt een schip in nood Verlost had van den naeren doot Nogh negen wackere luyden, Seght dan, o leerling, hoeveel tyt, Nogh was voor allen kost bereyt; En wilt het wel beduyden.

(Merckt nog, dat den schipper des negen vont, nadat by twee en een half maent was in zee geweest, en de kost blijft evenveel voor elck).

De Kaapsche jonge jeugd bleek in 't oplos sen van zulke en dergelijke vraagstukken knap. Of ze daarbij nu den „regel van dryen" of den „omgekeerde regel van dryen" gebruikten, zeker is dat het goed liep en de onderzoeker ten slofte heel tevreden v/as.

Hij zeide dat ronduit en om het nog duide lljker te maken, kreeg de schooljeugd den verderen dag vrijaf, nadat nog eerst aan elk een stooterskoek was vereerd, welk gebak het schip heel uit het moederland had meegebracht. Zoo kregen de kinderen allen een zoete en diepe A herinnering aan het hooge bezoek.

Toen de leerlingen al etende waren vertrok­ I ken, zei de bewindhebber der Compagnie den I meester dank voor zijn goede zorgen, en vroeg I hem naar allerlei. In dat gesprek toonde onze meester van zoo veel en velerlei te weten, dat zijn bezoeker er blijkbaar verbaasd van stond. Want, gelijk ik vroeger reeds gezegd heb, de schoolmeesters in die verre streken, waren nu juist niet altijd menschen van veel kennis en groot verstand.

Des middags vroeg de directeur, die bij een der burgers zou eten, Karel dan ook te gast. Gelukk'g was het bij een goeden bekende van den meester, die toen nog eens heel zijn levensloop vertelde, en onder meer hoe hij een zijner oogen had verloren. Onze Karel liet niet na, daarbij te wijzen op de wegen, die de Heere met hem had gehouden en, zei hij ten slotte: „God, die over mij heeft gewaakt, zal 't ook verder doen."

Toen de maaltijd geëindigd was stond de bewindhebber der Compagnie op, nam een glas wijn en sprak opstaande :

„Meester! ik stel aan allen voor uwe gezondheid te drinken. Wie de kinderen op voedt tot vrome, goedi burgers, doet een voortreffelijk werk."

Daarmee stemden allen in. Toen men weer gezeten was ging de heer De Cuyper voort:

„Wij hebben heden de jonge jeugd bedacht. Het is niet dan billijk, dat we zulks ook u, meester De Raye doen. Zie hier: 't moge u ten bewijs strekken, dat de Compagnie weet te loonen, die haar wel en loffelijk dienen."

Meteen haalde hij een fluweelen zakje te voorschijn en bood het Karel aan. Deze opende het en haalde er uit een prachtig gouden zakuurwerk. Zeker zouden wij, die aan de „rapenschijf jes gewend zijn, welke we in den zak dragen, zulk een horloge verbazend groot en lomp hebben gevonden. Maar daar dacht toen niemand aan. Twee honderd jaar geleden had Pieter Henlein te Neurenberg voor 't eerst zakuurwerken vervaardigd, die men wegens hun vorm Neurenberger eieren noemde. Weldra werden ze veel verbeierd en kwamen algemeen in gebruik.

Met vetl genoegen beschouwde Karel het zeer kostbare geschenk, op welks ronde en zware kast het wapen van Amsterdam was gegraveerd. Ik moet er bijvoegen, dat men die groote, dikke horloges niet in den vestzak droeg maar in een zakje aan den bovenrand van de broek. Een ketting, even zwaar als het uurwerk zelf, diende om het, bij gebruik, als 't ware op te hijschen.

Hartelijk zei de meester voor het geschenk dank.

„Ge zult er hier aan de Kaap niet vele zoo vinden, " sprak De Cuyper glimlachend, „'t Is naar de nieuwste vinding van Huyghens, onzen kunst'gen werkraeester. 't Wordt bewogen door een stalen veer.”

Onze lezers motten namelijk weten, dat het binnenwerk der oude uurwerken heel anders was dan bij de onze. De beweegkracht werd o. a. verkregen door twee varkensborstcls, die er in aangebracht waren. Doch onze groote landgenoot Huyghens voerde de stalen veeren in, die sedert in gebruik zijn gebleven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 januari 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 januari 1905

De Heraut | 4 Pagina's