GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Het is met den besten wil niet mogelijk, denzulken altijd te woord te staan. Zoo heeft dan ook de inzender J. V. te An. reeds eenigen tijd gewacht op de beantwoording van deze vraag:

„Onlangs in het stedeke Naarden vertoevende, zag ik daar een gedenkteeken van Commenzky of Kommenzky uit Moravië; dewijl ik hem niet ken, ben ik zoo vrij u te verzoeken, mij mede te willen deelen, wie die man was.”

Het gedenkteeken te Naarden bewaart de herinnering aan een jseer merkwaardig man, die in 1592 in Moravië werd geboren. Hij betoorde tot de gemeente der Moravische Broedergemeente, later Hernhutters genaamd. Hij wijdde zich aan de studie, werd leeraar aan een school en later predikant bij de Broedergemeente.

’t Waren toen echter in die streken booze tijden voor hen, die zich niet wilden buigen voor het gezag van den paus, en de dwaalleer van Rome aannemen. De Protestanten werden vervolgd en verjaagd, en zoo ook Comenius of Komensky, gelijk hij eigenlijk heette. Hij vluchtte en woonde bij vrienden, nu hier dan daar. Hij verloor veel, doch bleef het geloof getrouw. Verschillende later beroemde boeken schreef hij. Vooral is hij bekend door zijn pogingen om het onderwijs en het schoolwezen te verbeteren.

Dit zou hij ook doen in Engeland, doch de burgeroorlog maakte, dat hij van daar naar Zweden vertrok, om er voor het schoolwezen te arbeiden; veel steun vond hij daar bij onzen landgenoot, den bekenden Lodewijk de Geer. Later werd hij weer prediker der Broederge-

meente, arbeidde'in Hongarije voor de school, doch werd opnieuw verdreven en van alles beroofd. Nu vluchtte hij naar Nederland, dat reeds zoo velen ballingen om den geloove een schuilplaats bood. Te Amsterdam vond hij veel hulp bij Laurens de Geer, Lodewijks zoon, en andere aanzienlijke lieden. Nu kon hij rustig voortarbeiden tot aan zijn dood in 1670. Hij stierf waarschijnlijk te Amsterdam; 't kan ook geweest zijn te Naarden. In alle geval is hij daar begraven.

Comenius was een zeer geleerd man, en tevens een vroom Christen, die ijverde voor de bekeering van heidenen en Joden, en voor den vrede onder de geloovigen. Zijn boeken zijn hoog geacht. Hij behoort tot de grootsten op het gebied van onderwijs en opvoeding. Hij meende o. a. dat men bij het leeren niet allereerst er op te letten had, wat deze of die er over had geleerd of geschreven, maar de zaak zelf zou beschouwen. Op het onderwijs en op meer heeft hij grooten invloed geoefend. Zelfs bestaat er in Duitschland een verecniging. nu 17 jaar oud, om Comenius' denkbeelden te verspreiden.

Het gedenkteeken te Naarden is opgericht door landgenooten van Comenius, die hier in Nederland wonen. Hoe 't er uitziet en wat e op staat, zal onze lezer gezien hebben. Wel verdient de nagedachtenis van zulk een man te worden geëerd.

Een tweede vraag is, wat bedoeld wordt met Jeremia 47 : i, waar we lezen:

Het woord des Heeren, dat tot den profeet Jeremia geschiedde, tegen de Philistijnen; eer dat Fharao Gaza sloeg.

De stad Gasa was een sterke vesting in het zuiden van het land der Philistijnen, aan den grooten weg, die uit Egypte naar Palestina en verder voerde, 't Was de weg waarop o. a. later Philippus den Moorman aantrof.

Nu weten we, dat Pharao Necho, de koning van Egypte, _die in de Schrift wordt genoemd, een tijdgenoot van Nebukadnezar, koning van Babel, tegen dezen optrok. Daartoe moest hij zijn weg nemen door Juda, waar toen koning Josia regeerde, die onvoorzichtig genoeg, zich mengde in den strijd. Dit bekwam hem slecht. Immers we lezen in a Kon. 23 : 29:

In zijne dagen toog Pharao Necho, de koning van Egypte, op tegen den koning van Assyrië, naar de rivier Phrath; en de koning Josia toog hem te gemoet; .en hij doodde hem te Megiddo, als "hij hem gezien had.

Josia verloor dus bij Megiddo slag en leven.-Daarna schijnt Necho (die nu zie 2 Kon. 23 zich als heer in Juda gedroeg) Gaza belegerd en ingenomen te hebbeu. Dit is ook zeer begrijpelijk. Want nu hij tegen Nebukadnezar optrok, en wist dat de Joden hem vijandig waren, had hij er groot belang bij in den rug gedekt te zijn. Gaza was de sleutel des lands, en moest dus vermeesterd.

Het kan echter zijn, dat nog een ander Egyp tisch vorst dan Necho bedoeld is, n.l. Psammetichus of ook Hofra (de laatste ook in de Schrift vermeld). AUe Egyptische vorsten droegen den titel Pharao, zoodat die naam alleen het niet uitmaakt. Hoogstwaarschijnlijk echter is Necho bedoeld.

Dat Egypte echter zijn veroveringen niet behield, zien we uit 2 Kon. 24 : 7, dat zegt:

De koning nu van Egypte toog voortaan niet meer uit zijn land, want de koning van Babel had, van de rivier van Egypte af tot aan de rivier Phrath, ingenomen al wat van den koning van Egypte was.

De rivier Phrath is de Ëufraat, aan welks overzijde het rijk Babel lag. De rivier van Egypte lag op de grens van Kanaan, niet ver van Gasa.

Welk dier wordt bedoeld met den Een hoorn, waarvan in den 22Sten Psalm wordt gesproken ?

Het antwoord op deze laatste vraag is moeilijk te geven.

In zeer oude schrijvers kan men de vermelding vinden van een wild dier, dat het lichaam had van een paard, met een grooten, ver uitstekenden hoorn midden op den kop. Zulk een dier vindt men o. a. afgebeeld in het Engelsche wapen. Allerlei verhalen bestaan er over dit beest, doch dusver is er niemand geweest, die zeggen en bewijzen kon het gezien te hebben. Beslist uitgemaakt is echter nog niet, of het dier al of niet bestaat of althans heeft bestaan.

Dit is zeker, dat-hoewel in de laatste 50 jaar vele landen, b.v. Afrika, die vroeger ten deele onbekend waren, door reizigers zijn bezocht en doorzocht, er toch nog nooit een eenhoorn is gevonden. Sommigen denken, dat er de gazel mee bedoeld wordt, maar deze heeft twee hoornen. Ook de rhinoceros of neushoorn kan het niet wezen. Want deze heeft wel maar één hoorn, doch lijkt in het minst niet op een paard. Zekerheid bestaat er dusver niet.

CORRESPONDENTIE.

(Den inzender van een ongeteekende vraag doen we opmerken, dat zulke niet beantwoord worden.)

G. v. B. Cz. te A. Den eerstvolgenden keer is uw vraag aan de beurt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 september 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 september 1905

De Heraut | 4 Pagina's