GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

GODS WOORD.

(In Engeland leefde van 1674—1748 Isaac Watts. Hij was een godvreezend man, vootal bekend door zijn verzen voor de jeugd, die nog altijd veel gelezen worden. Een daarvan is het volgende, dat Nederlandsche kinderen nuttig kan zijn).

Mijn harte prijst den Heer Die kinderstemmen hoort, Dat 'k leerde reeds in vroege jeugd Te lezen in Zijn Woord.

Zoodat ik leerde zien 't Gevaar dat mij bedreigt, Hoe ik der zonde dienstknecht ben, Tot alle kwaad geneigd.

Dat ik niets goeds kan doen. Laat klaar het Woord mij zien, Hoe zal ik ooit bestaan voor God, En hoe 't verderf ontvlien?

Maar, Heer, Uw heilig boek. Dat leert mij waar te gaan, Opdat mijn schuld vergeven word', En 'k wandel op Uw padn.

Hier wordt het mij gezegd, Hoe Christus, Godes Zoon, Voor mij Zijn bloed gegeven heeft, Verachtend smaad en hoon.

Nu heerscht Hij daar omhoog. En zendt zijn Heil'gen Geest, En toont de wond'ren van gena Elk die het Godswoord leest.

Dat, Heer, Uw Geest mij leer, En in mijn harte prent, De waarheid, die mij wordt verkond, Die al Uw gunstvolk kent.

Dies prijs ik, Heer, Uw naam. Ja, prijs dien nooit genoeg. Dat ik mag lezen in Uw Woord, En dat het vruchten droeg.

AAN VRAGERS.

Wij lezen meermalen in den Bijbel van den vroegen en den spaden regen. Wat wordt daarmede bedoeld?

Op deze vraag van B. dient, dat de uitdrukking van onze tegenwoordige taal zou luiden: vroege en late regen, en dit staat in verband met de luchtgesteldheid in het Joodsche land.

Men had daar twee regentijden, dat is twee tijden per jaar, waarin het vast veel regende, even als het in 't overige van het jaar genoegzaam altijd droog was. (Iets dergelijks wat men b.v. in onze Oost ziet.) Wij lezen daaromtrent in Leviticus 26 : 3 en 4:

„Indien gij in mijn inzettingen wandelen, en mijne geboden houden, en die doen zult; zoo zal Ik uwe regens geven op hunnen tijd; en het land zal zijne inkomst geven, en het geboomte des velds zal zijne vrucht geven."

Het Joodsche jaar begon met de maand Tisri, d. i. September—October. Half October begon ook de regentijd, de vroege regen, die allengs sterker werd in November en December, en dan weer afnam, tot hij tegen Februari geheel ophield.

Vóór dat de vroege regen begon werd er gezaaid. De grond was dan uitgedroogd door de zonnewarmte, maar werd nu doorvochtigd, zoodat het zaad goed kon uitloopen en straks vrucht geven. Zoo gaf de Heere wat noodig was, gelijk Hij zegt in Deut. 11 : 13 en 14:

„En het zal geschieden, zoo gij naarstiglijk zult hooren naar mijne geboden, die Ik u heden gebiede, om den Heere uwen God lief

te hebben, en Hem te dienen, met uw gansche hart, en met uwe gansche ziele; zoo zal Ik den regen des lands geven te zijner tijd, vroegen regen en spaden regen, opdat gij uw koren en uw most, en uw olie inzamelt."

De spade of late regen begon in Maart. Hij duurde veel korter dan de vroege regen, maar tot half April. Deze late regen gaf aan den grond zooveel vocht als noodig was voor den drogen, heeten zomer. Zoo was dan ook die , regen een groote weldaad van God, gelijk blijkt uit Hozea 6:3:

„Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen, om den Heere te kennen; zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade regen en vroege regen des lands."

Zou het land zijn vrucht geven, dan moest het den vroegen en den spaden regen ontvangen. De apostel Jacobus zegt dab ook, dat de landman met geduld de vrucht verwacht, als het land die regens gekregen heeft. Bleven zij uit, dan was de toestand treurig; dat leert ons de geschiedenis van koning Achab, onder wiens regeering het in 3 jaar en 6 maanden niet regende, zoodat het land geheel dor werd en de beeken uitdroogden.

In Jeremia 3 : 13 lezen we, dat de Heere dien regen inhoudt, gelijk onder Achab, om de zonden des volks. Wat dat zeggen wil, zien we uit Jeremia 14 : 2 en 3:

Juda treurt en hare poorten zijn verzwakt; zij zijn in het zwart gekleed ter aarde toe; en Jeruzalems geschrei klimt op. En hunne voortrefielijken zenden hunne kleinen naar water; zij komen tot de grachten, zij vinden geen water; zij komen met hunne vaten ledig weder; zij zijn beschaamd, ja worden schaamrood, en bedekken hun hoofd.

En uit het verdere blijkt hoe zelfs de wilde dieren versmachtten.

Op den spaden regen volgde de graanoogst, die in den zomer weer door andere werd gevolgd.

Omtrent ten tweede vraag van denzelfden, waar de wierook van daan kwam, dient, dat wierook was een welriekende gom of hars van een boom, die in Zuid-of Gelukkig Arabië groeide. Wat op het reukaltaar gebrand werd was een mengsel van deze gom neet specerijen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juli 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 juli 1906

De Heraut | 4 Pagina's