GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Wees knecht van uw volk”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Wees knecht van uw volk”.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij spraken tot hem, zeggende: Indien gij heden dezes volks knecht wezen zult, en hen dienen, en hun antwoorden, en tot hen goede woorden spreken zult, zoo zullen zij te allen dage uwe knechten zijn. I Kon. I2 : 7.

Jezus heerschappij over de geesten is de meest volstrekte, die ooit over menschen is uitgeoefend. Die heerschappij over de geesten houdt zijnerzijds nu reeds twintig eeuwen stand, en ze strekt zich uit over millioenen en nogmaals milliosnen. En zelfs in kringen waar afval dreigt, of althans onverschilligheid intrad, hoort ge ook nu nog steeds betuigen, dat Jezus aller ideaal blijft, dat zijn hoog bedoelen aller geestdrift wekt, en dat hem na te volgen de eerzucht der besten prikkelt. Wat is het geheimnis, waardoor Jezus die macht over de geesten veroverd heeft en nog steeds behield?

Denk nu niet aan zijn bovennatuurlijke mogendheid, laat zijn wondermacht rusten, en

zoek 't evenmin in zijn zitten aan 's Vadeis rechterhand. Neem nu alleen de heerschappij, die hij als Zoon des menschen, en dus als mensch, door zijn geest op anderer geest heelt uitgeoefend en nog werken doet; werken doet ook in die kringen waar het geloof verzaakt is en van wedergeboren te zijn geen sprake viel.

En ligt dan het geheimnis 'van die macht in iets anders, dan in wat de voetwassching ons verzinbeeldt? Niet Jezus in het gestoelte der eere en een discipel hem de voeten wasschend, maar de discipelen aangezeten, en Jezus in het slavenkleed rondom den disch gaande, om de voeten te wasschen van zijn discipelen. Of wilt ge het zonder ziubeeld en in het klare woord, sprak Jezus dan 't mysterie van de macht van zijn geest over anderer geest niet bijna paradoxaal, en toch tegelijk het treffendst uit in zijn betuiging: „Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om zelf te dienen en mijn ziel te geven tot een rantsoeu voor velen".

Dit mysterie nu leidde Jezus niet uit zijn Goddelijke natuur, maar uit zijn menschelijke roeping af. Ge kunt dit hieruit zien, dat Jezus er bij zijn discipelen op aandrong, dat zij ditzelfde mysterie in hun eigen hart zouden laten werken. Zoo iets nu is ondenkbaar bij alles wat boven Jezus' menschelijke natuur uitgaat. Alleen het zuivermenschelijke in Jezus kan door ons als menschen worden nagevolgd. Niet in zijn Goddelijke natuur, maar in zijn menschzijn is Jezus ons het voorbeeld, dat we kunne navolgen, en gaat hij voor ons uit als Een, in wiens voetstappen we ook zelf treden kunnen.

Wel is er ook het woord: „Weest dan navolgers Gods als geliefde kinderen!" en ook dit andere: „Weest dan gijlieden volmaakt gelijk uw Vader in de hemelen volmaakt is", en wordt ook de zelfvernedering en zelfvernietiging van den Zone Gods in de Philippensen ons als richtsnoer vooreigen geestesuiting voorgehouden; maar dit alles teekent ons niet 't beeld, 't voorbeeld, waarin we als mensch zelf kunnen en moeten ingroeien. Het slaat terug op ons geschapen zijn naar den beelde Gods, zonder daarom een voorbeeld te zijn voor de menschelijke ontplooiing onzer krachten.

Maar bij de voetwassching, bij het zich maken tot een mindere, zoo men een meerdere zijn w en bij het dienen om te heer se hen, spreekt Jezu zelf uit, dat hier ons een menschelijk voorbee voor ons menschelijk leven gesteld wordt.

Of getuigde Jezus het niet zelf met zoovele woorden: Ik heb u een voorbeeld nagelaten ?

Te meer treft het zuiver-menschelijke van dit: dienen om te heerschen, zoo ge let op den raad door Israels wijzen aan Davids kleinzoon gegeven, toen ze het Rehabeam aanzeiden: Alleen indien gij de knecht van dit volk wilt wezen, zult ge over dit volk koning kunnen zijn Iets was ze nader uitwerkten door er bij te voegen: Alleen indien ge dat volk zult dienen, en vriendelijk antwoorden, en goede woorden tot dit volk spreken zult, zullen ze ten allen dage uwe knechten zijn."

Bijna woordelijk alzoo reeds acht eeuwen, eer Jezus, Davids groote Zoon, verschenen was, is in het paleis te Jerusalem ditzelfde mysterie uitgesproken. Alleen wie dienen wil, en zelf knecht zijn, verwerft zich de heerschappij over de geesten.

Daar ging toen de vlak tegenovergestelde raad tegen in, om te heerschen met geweld en het volk met schorpioenen te kastijden. En jammerlijk genoeg, heeft Rehabeam toen dien averechtschen raad aanvaard, met het booze gevolg, dat Juda en Israel spleten, en de glorie van Davids Huis onderging. Maar juist met het oog op dit bitter gevolg staat te hooger de raad, dia van Israels wijzen uitging. Wees knecht van dit volk, dan alleen zult ge over dit volk Koning kunnen zijn. En het is in Christus Jezus, dat in 't eind die eenig ware stelregel zijn volkomen toepassmg heeft gevonden en luisterrijk als eenig waar bevestigd is.

Jezus IS gekomen niet om gediend te worden, maar om te dienen, en juist door dat dienen, door dat dienstknecht willen zijn, heerscht hij thans nog koninklijk over de geesten, zooals nooit eenig ander uit eene vrouw geborene dat vermocht.

Of te willen heerschen over menschen dan op zichzelf niet een zondige, egoïstische gedachte is ?

Stellig ja, zoo het u daarbij te doen is om eigen eer, om eigen verheffing, om heerschappij tot uw eigen profijt. Maar even stellig neen, en driewerf neen, zoo het uw doel en toeleg is, het hooge dat in uw borst trilt, en het edele dat in uw hart perst, bij menschen en onder menschen te doen triomfeeren over wat laag is en gemeen. Neen, en nogmaals neen, zoo het u een innerlijke drang en zoo 't u een heilig streven is, om de edeler gaven, waardoor ge u gedreven voelt en waarin ge den rijkdom van uw ziele bezit, aan anderen mede te deelen, er anderen gelukkig door te maken, en er anderen even rijk door te doen worden, als ge u zelf gevoelt.

Dan is niet te durven heerschen, lafheid. Blijk, dat het uzelf aan vastheid van overtuiging schort. Onherroepelijk teeken, dat ge wel met hooge idealen schermt, doch dat ze geen wezenlijkheid zijn geworden in uw eigen innerlijk bestaan.

Maar juist uit dat scherpe onderscheid tusschen een heerschappij, die ge als eigen verheffing bedoelt, en een heerschappij ter verrijking van anderen, komt dan ook het mysterie op, dat reeds de wijzen van Jeruzalem uitspreken, en dat in Jezus gerealiseerd is. Wie heerschappij ten bate van het eigen ik bedoelt, grijpt naar geesel en schorpioen. En daarentegen wie heerschappij zoekt, om anderen te verrijken, heeft zelf in het dienen lust, en wordt juist door knecht te zijn aller koning.

Niet, let hier wel op, door het te zeggen niet door zich te noemen aller dienaar, en niet door het zich betitelen als aller knecht, maar door werkelijk in dat dienen zijn lust te hebben, en in dat knecht zijn zijn eere en zijn zielsgenot.

Nu is hier tweeërlei denkbaar. Heerschen door ie dienen kan uw toeleg zijn, zoo ge over anderen met macht bekleed zijt; maar het moet ook dan uw toeleg blijven, zoo ge, zonder met eenig gezag bekleed te zijn, de heerschappij zoekt voor uw overtuiging, voor uw heilig in zicht, voor uw hoogste ideaal.

Het eerste geldt van een Koning in zijn rijk, van een vader in zijn gezin, van een patroon onder zijn werklieden, van een meester op zijn school. En ook dan gaat het mysterie door, dat een vorst die de knecht van zijn volk wil zijn, het gelukkigst heerscht; dat een vader die zijn gezin dienen wil, het krachtigste gezag bezit in zijn huis; dat een patroon die de mindere wil wezen, altoos blijkt de meerdere van zijn werklieden te zijn; en dat een meester op school, die zijn leerlingen dient, den rijkstcn invloed op ze uitoefent.

Maar ditzelüde mysterie gaat evenzoo door in heel uwe omgeving, in heel uw omgang, in eiken kring waarin ge u beweegt, en beheerscht even beslist den invloed die op elk terrein van uw geest op anderer geest zal uitgaan.

Al wat meesiterachtig zich aanstelt, sluit de harten. Al wat uit dienende liefde ademt, doet, gelijk de koestering der zon de bloemknop, zoo het hart van oaden en van jongen opengaan. Alleen wie zelf door God geleid wordt, kan anderen leiden, en de Heeie uw God leidt u altoos in den weg der nederigheid, der zelfverloochening, der zelfvernietiging, der dienende liefde.

Het hooge woord stoot af, het teedere woord wint. Niet wïe eischt, dat anderen zich aan ons geven, maar vde zichzelf geeft, neemt de geesten om zich heen gevangen en boeit ze.

Dit sluit betoon van kracht, dit sluit fierheid en moedig optreden niet uit. Of wie sprak ooit met hooger fierheid en doordringender macht dan uw Heiland' 'bet deed? Maar wie om u zijn, moeten het voelen dat ge niet u zelven, maar uw God, en om Gods wil hen bedoelt.

Die zielen vangt is wijs, zegt de Opperste Wijsheid. Maar dit vangen der zielen, om over zielen te heerschen, niet voor uzelf, maar om Gods eer, niet u zelven, maar anderen ten prof ij te, gaat niet met overmacht van geweld, maar met de overmacht van de dienende liefde.

Alleen wie toont zelf slaaf der waarheid, n dienstknecht van zijn God, en daarom knecht ook van zijn naaste te kunnen wezen, wint dat eenig zelfvertrouweni, waar alle heerschappij op rust, het zelfbesef dat hij niet persoonlijke heerschappij, maar de heerschappij van het hoog ste en heiligste in zijn hart bedoelt.

En niet anders is het ook onder het volk des Heeren. Een Paulus, een Augustinus, een Calvijn, ze zijn tot hooge heerschappij onder het volk des Heeren opgeklommen, en hebben zelfs eeuwenlang, na hun afsterven, die heer schappij over de geesten zegevierend behouden, maar alleen omdat zij 't waren die meer dan anderen het volk des Heeren in hun levensarbeid hebben gediend.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1907

De Heraut | 4 Pagina's

„Wees knecht van uw volk”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1907

De Heraut | 4 Pagina's