GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KONINGEN VAN PERZIÊ.

In den laatsten tijd wordt, o. a. in de nieuwsbladen veel over Perzië, het grensland van Indië en Turkije in Azië, en wat daar gebeurt, gesproken. Ongelukkig valt er weinig goeds van te melden.

't Is trouwens niet voor de eerste maal, dat de wereld veel van Perzië hoort. Reeds 25 eeuwen nu geleden, was het een machtig rijk, toen nog niemand van Duitschland, Engeland of Frankrijk droomde en bet later zoo machtige Romeinsche rijk nog zeer onbeduidend wat. We lezen immers in den Bijbel van den grooten koning Ahasveros, in het boek Esther, dat hij regeerde „van Indië af tot Moorenland toe, " over honderd zeven en twintig landschappen. En de beroemde koning Kores wordt genoemd de herder des Heeren, om de volken neder te werpen. Ja twee eeuwen vóór hij leefde, werden zijn groote daden reeds door Jesaja, den profeet, voorspeld.

Over de oude koningen van Perzië gaan we spreken. Waartoe, dat zal aan het slot blijken.

De Perzen waren oorspionkelijk gelijk meer volken van het Oosten, een zwervend herdersvolk, dat met de kudden rondtrok. Zoo leefden ook de aartsvaders. De Perzen waren echter tevens jagers, gelijk we trouwens ook reeds in Jakobs tijd den jager Ezau vmden. Doch omstreeks zes eeuwen vóór Christus werden de Perzen tot een volk, dat vaste woonplaatsen kreeg, en zich in steden en dorpen vestigde. Zij stonden onder koningen. Eerst was de aanverwante stam der Meden he

hoofdvolk, toen'dat der Perzen. Daarom spreekt men ook van het rijk en van een wet der Meden en Perzen.

In de levenswijs der koningen van Perzië, kon men nog die van het geheele volk in vroegeren tijd opmerken, 't Was om zoo te zeggen het leven van een zwervend opperhoofd, zoo weelderig mogelijk.

Dit bleek het best daaruit, dat de vorsten elk jaar telkens van woonplaats wisselden. Gelijk vroeger de stamhoofden met hun horden, gingen later de koningen met heel hunhofstoet bij de wisseling der jaargetijden van de eene plaats naar de andere. £t waren drie voorname steden, Susa, ' de burg in het boek Esther genoemd, Babel mede uit den Bijbel beksnd, en Ekbatana. In elk van deze brachten zij eenige maanden in het jaar door.

DE DAG DES HEEREN.

DE DAG DES HEEREN. Heilig, stille Sabbathsvrede, Rust die ons de Heer gebood, O mijn ziel ontwaak, verkwik u In deez' dages morgenrood.

Wie zou in zijn woning blijven. Wie met 't volk niet op nu gaan, Wie voor 'taardsche loon nu werken, Ën Gods roepstem niet verstaan!

Ach zoo velen tochl Maar beter Is, wat 's Heeren Huis ons biedt. Waar Hij tot de ziel wil spreken Zij Zijn trouw bezegeld det.

o wat zijn het zalige uren Als men Uwen Heer, gedenkt, £tt Gij met uw heil en vrede Onze zielen voedt en drenkt.

Zie nieuw leven, nieuwe krachten, Liefde, hoop, geloof en moed. Lust tot alle goede werken Vliet uit Uw genadevloed.

Ja Uw vrede neem ik mede Uit den rijkdom van Uw huis, Op den schoonen Sabbathmorgen, Dat hij altijd mij omruisch!

De aarde wijd en zonder grenzen, Die de hemel overspant. Schijnt mij thans een groote tempel; Toch — omhoog ligt 't beter land.

Uw verrijzenis, o Heiland, Heeft ons dezen dag gewijd, Stel hem ons ten eeuw'gen zegen, Die ons eeuwiglijk verblijdt.

(Gevolgd).

AAN VRAGERS.

Hoe moeten wij begrijpen wat in a Kon. 3 wordt verhaald, van het water dat in het dal kwam? Hoe konden de Moabieten dat voor bloed aanzien? vraagt N.

d Wij lezen in 2 Koningen 3 : 16, 17, 20, 21 v en 22 dit:

„En hij zeide: Zoo zegt de Heere: Maakt in dit dal vele grachten. b

Want zoo zegt de Heere: Gijlieden zult geen wind zien, en gij zult geen regen zien, nochtans zal dit dal met water vervuld worden, zoodat gij zult drinken, gij en uw vee, en uwe beesten. S

En het geschiedde des morgens, als men het spijsoffer offert, dat er, zie, water door den weg van Edom kwam, en het land met water vervuld werd.

Toen nu alle de Moabieten hoorden, dat de koningen opgetogen waren, om tegen hen te strijden, zoo werden zij samengeroepen, van af alle degenen, die den gordel aangordden, en daarboven, en zij stonden aan de landpale.

En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, en de zon over dat water oprees, zagen de Moabieten dat water tegenover zich rood, gelijk bloed".

De koningen van Israel, Juda en Edom waren te zamen ten strijd getogen tegen Moab. Gekomen in de woestijn bij de Doode Zee, kregen zij gebrek aan water, daar de beek was uitgedroogd.

De profeet Elisa, die bij het leger was, en tot wien men in den nood kwam, sprak toen uit wat we lezen in vs. 16 en 17, en beloofde ook (zie VS. 18 en verder) de overwinning op de vijanden. Nu deed de Heere door bijzondere tusschenkomst, water vloeien, dat het geheele dal vervulde.

De Moabieten, die aan de grenzen huns lands de wacht hielden, en wisten dat de beek uitgedroogd was, zagen wel dat water, maar hielden het, terwijl de stralen der morgenzon er op vielen voor bloed, dat gevloeid was, wijl de verbonden legers in twist geraakt waren en de een den ander had gedood. Wat het gevolg was van hun dwaling zien we verder in het hoofdstuk.

J. S. te K. Zonder het stuk te zien, is dit niet makkelijk uit te maken. Een Centaur kan de eene figuur niet zijn. Want de Centauren waren half mensch half paard. Denkelijk is het een zeepaard, zoo als die den wagen van Neptunus den zeegod trokken. De andere figuur stelt dan den geleider voor, wiens vlugheid de vlerken aanduiden.

Onze lezer W. v. E. te A. wijst ons op een misstelling in 't No. van 9 Aug. Er staat dat het jaar oudtijds slechts tien maanden had, wat wezen moet: tien maanden vóór de twee, die nu vooraan zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 september 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 september 1908

De Heraut | 4 Pagina's