GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I, Dr, J, D, DE LIND VAN WIJNGAARDEN, predikant bij de Ned. Herv, Gemeente te Putten. De Staf van Aaron. Twaalf leerredenen, Utrecht, G, J. A, Ruijs, 1908.

Dr. DE LIND VAN WIJNGAARDEN, eertijds predikant te UTRECHT, daarna te RENKUM en thans te FUTTEN, biedt ons hier een bundel van twaalf preeken. Herinnering, zooals hij in zijn Voorwoord zegt, aan zijn arbeid te RENKUM.

Om mijn lezers een denkbeeld te geven van dezen bundel, laat ik de opschriften met de teksten volgen.

I. Christus het Middelpunt SpreukenVIII:27 3o. t. Binnen het voorhangsel Hebr. VI:19, 20. 3. Zijne Heerlijkheid aanschouwd Matth. XVII: -S. 4. Bidt, en gij zult ontvangen Psalm L: 5. 5. De onver welkbare kroon Openb. V:9. 6. Des ontfermens gedachtig Zachaiia 1:8-13. 7. Gekroonde steenen . Jesaja LVII:18, 19. 8. De overwinning Israels Jesaja LXVI : i, 2, 9. De heerlijkheid der gemeente . , . , Ephese II: 6-ai. 10. De onbedwingbare . Psalm XLV : 45. II, Des Heeren dorschvloer Jesaja XXI:10. 12. Aarons Staf . . . Psalm CXXXII : 7-9.

De voorlaatste preek is de afscheidspreek te RENKUM gehouden, waarbij de toespraken, zoo als in het voorwoord staat te lezen, achterwege zijn gelaten, „als te persoonlijk dan dat anderen er belang in stellen." De laatste preek, die in dezen bundel — „herinnering aan den arbeid te RENKUM" — strikt genomen niet t'huis hoort, is de intree preek te PUTTEN gehouden.

Toch zou ik deze preek niet gaarne gemist hebben. Haar inleiding is kenschetsend voor den geheelen bundel. De tekst van die preek is, zoo als ik reeds zeide, psalm 132 : 7—9: ij zullen in zijne woningen ingaan, wij zullen ons nederbuigen voor de voetbank zijner voet Sta of Heere, tot uwe rust. Gij en de ark uwer sterkte. Dat uwe Priesters bekleed worden me gerechtigheid, en dat uwe gunstgenooten juich In zijne inleiding om tot dezen tekst te komen, handelt Dr. DE L. V. W. over den staf van Aaron, waarvan de Heere gezegd had: het zal geschieden, dat de staf des mans, welken Ik zal verkoren hebben, zal bloeien!" Hetgeen met dien staf gebeurde wordt nu door Dr. DE L. V, W, vergeestelijkt, „Die staf was natuurlijk een dor hout. Alle leven was daaruit verdwenen. Evenals in den stok, waarmede wij wandelen, was er ook in dien staf geen vruchtbaarheid. Die dorre staf is het beeld van de zondige menschheid. Maar nu is de Zoon van God in een dier dorre staven ingegaan. Hij heeft hem bezwangerd met nieuw leven. De Gezalfde des Heeren heeft de menschelijke natuur aangenomen en nu is het groote wonder aanschouwd, dat de dorre staf bloesem voortbracht en vrucht droe|; . Onder al die staven maar één, en die een is Jezus Christus. Deze staf is dus het beeld van het vleeschgeworden Woord."

Een paar bladzijden verder, want deze inleiding beslaat 4 pagina's, zegt Dr. DE L. V. W.: „Ik weet het bij ondervinding, dat ik waarlijk niet altijd den staf van Aaron ten hemel hief. Het moest wel zoo zijn. Als dienaar des Woords mocht ik wel altijd biddende zijn voor God, en den staf van Aaron, dien Christus ten hemel heffen, om op zijn gerechtigheid te pleiten". En dan, „Maar het is mij vaak zoo anders. Die arm zinkt zoo licht. Er zijn tijden dat die staf mij zoo zwaar is. Welnu, dat er hier Aarons en Hurs mogen zijn, die mij in mijn werk door hun bidden ondersteunen! Dat zij door hun gebed met mij den staf van Aaron omhoog mogen heffen, dan zal de Amalekiet, dan zal de Satan niet vermogen."

Noemde ik deze inleiding kenschetsend voor den geheelen bundel, — aan haar is dan ook de hoofdtitel: De Staf van Aaron, ontleend, — zij is dit in de eerste plaats, omdat deze 13 preeken, gelijk in deze inleiding zoo duidelijk uitkomt, voor alles Christus prediking willen zijn.

Dit is dan ook het aantrekkelijke van dit werk.

Het volk des Heeren zal, ook door het ezen van dezen kanselarbeid, die, laat er mij dit dadelijk aan toevoegen, in taal en stijl, zooals men van een wetenschappelijk evormden schrijver verwachten mag, wèlverzorgd is, — zeker worden gesticht, worden pgebouwd in zijn geloofsleven,

In de tweede plaats is deze inleiding kenchetsend voor den geheelen bundel, omdat n haar, gelijk overal, de typologiseerende of llegoriseerende methode zoo ruim is toegeast, iets wat echter, naar het mij voorkomt, oor het recht verstand van de Schrift, niet ltijd dienstig is.

Én eindelijk is zij kenschetsend, omdat, bij zoo iet al de iz, dan toch bij de meeste preeken it dezen bundel, de inleidingen al even weinig nleiden tot de behandeling van den tekst als deze inleiding het doet. Tot staving van dit ijn beweren verwijs ik, bij wijze van voorbeeld, nog naar de derde preek uit den bundel. De tekst handelt over „Jezus verheerlijking op den erg, " en de inleiding over: „de koperen slang, "

Uit een oogpunt van homiletiek meen ik, dat dit niet in den haak is.

DR. DE L, V, W, toont zich in dezen bundel als een bevindelijk preeker. Ik maak hem daar llerminst een verwijt van. Te minder, omdat in eze preeken niet uitsluitend het onderwerpe ijke, maar ook wel het voorwerpelijke een plaats nneemt.

Mijn bezwaar is echter, dat deze prediker, waar hij van de liefelijkheid des HEEREN zingt, lechts één snaar op zijn harp heeft. Zij gaan ltijd en altijd weer over het soteriologisch lement, deze predicaties, en de Schrift heeft ns toch ook nog andere dingen te zeggen, en rdt, e Gemeente van onzen tijd heeft aoodig toch ok nog andere dingen te hooren. Zeker, de eligie is allereerst een zaak van het hart, maar ij is toch ook een zaak van het hoofd en van e hand, en voor het intellectueele en ethische even geven deze preeken al zeer weinig.

Daarbij komt nog, dat het ^enre van preeken at DR, DE L. V. W. hier wil bieden, zal het aarlijk hoog staan, zal het geen doodgewoon erk blijven, aan den prediker tweeërlei eisch telt. In de eerste plaats, dat hij zelf kennis heeft aan het geestelijk leven, en in' de tweede plaats, dat hij een meer dan gewone kennis van het zieleleven ook zijner medemenschen bezit.

Nu zal ik allerminst beweren, dat de auteur van: De staf van Aaron aan den eersten dezer eischen niet beantwoordt, maar dat hij óok aan den tweeden eiach voldoet, ii mij uit dit zijn werk niet bepaald gebleken.

In mijn vorige Leestafel staat een zinstorende d drukfout. De schuld ligt niet bij den zetter, v maar bij mij, die op de proef niet duidelijk genoeg corrigeerde. Kolom 2 regel 7 v. o. p toch staat: — als ^.j onder deIiepubliek\tQst zult ge, wanneer ge tenminste niet van allen kunstzin ontbloot zijt, ontroerd worden bij het zien van de schoonheid in de smart van de smart. Bij die Roomschen, die niet meetelden.

In de laatste regels moet staan: ontroerd worden bij het zien van de schoonheid in de smart. Van de smart bij die Roomschen, die niet meetelden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 september 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 september 1908

De Heraut | 4 Pagina's