GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

NIET EENERLEI.

Toen keizer Karel V den leeftijd van 55 jaar bereikt had, deed hij, gelijk wij weten, afstand van de regeering over bet grootste en machtigste rijk der toenmalige wereld.

Gedurende geheel zijn regeering had deze keizer er naar gestreefd, zoo veel mogelijk alles in zijn rijk tot eenheid te brengen, of bij de eenheid te bewaren. Zoo als hij dacht, moesten ook zijn onderdanen denken. Toen de Hervorming kwam, trachtte hij die met alle macht te onderdrukken, mede uit vrees dat, ontstond er verdeeldheid omtrent den godsdienst, dit ook tot schade van zijn gezag zou strekken.

Na afstand gedaan te hebben, vertrok Karel uit de Nederlanden naar Spanje, en ging wonen in het klooster St.-Just. Wel hield hij ook daar zich nog bezig met staatszaken, doch was er toch van vele lasten en bekommernissen bevrijd. Van daar dat hij eens zeide: „Ik heb nu meer rust in één week, dan in al die jaren mijner heerschappij."

Onder de liefhebberijen van den keizer, behoorde daar ook het maken en herstellen van klokken en uurwerken. Zijn streven was, deze zoo in te richten, dat ze alle volmaakt gelijk liepen, en volkomen juist denzelfden tijd aangaven. Dit ging echter niet gemakkelijk. Eens meende hij, althans voor een oogenblik, zijn doel tereikt te hebben, doch toen hij den volgenden morgen opstond, zag hij tot zijn teleurstelling dat er alweer verschil was.

Met droefenis riep hij uit: „Helaas al weer vergeefs; " doch na een oogenblik, liet hij er op volgen: „Maar als het niet gelukt, enkele klokken ook maar een halven dag volkomen gelijk te doen gaan, hoe kon ik dan verwachten, dat in mijn groot rijk, alle meuschen dezelfde inzichten zouden hebben, of dat allen de dingen juist zoo zouden beschouwen als ik!”

Het was wel jammer, dat Karel eerst na zijn regeering en op het einde zijns levens tot dit verstandig inzicht kwam. Want hoevele duizenden zijner onderdanen, alleen reeds in de Nederlanden, heeft hij niet doen dooden, enkel omdat zij de waarheid van het Woord Gods verkozen boven de dwaalleer der Roomsche kerk, Hoe veel gelukkiger ware zijn regeering

geweest, zoo hij «ich vroeger door de wijsheid en niet door de heerschzucht had laten leideni

SCHRANDER ANTWOORD.

In het begin der achttiende eeuw behoorde tot de leerlingen van een der Latijnsche scholen in het noorden van ons land, ook een veertien^ jarige knaap, Ubbo Finckers geheeten. Hij wa daar eigenlijk te midden van jongelieden boven zijn stand, daar zijn moeder een vrij behoeftige weduwe was, die alleen met behulp van anderen, met haar drie kinderen bestaan kon. Daar echter Ubbo op de gewone school reeds bijzonder goeden aanleg had getoond, hadden haar vrienden op zich genomen, gezamenlijk de kosten van het leeren op de Latijnsche school te dragen. Men hoopte, dat zich dan later wel een gelegenheid zou opdoen voor verdere studie.

Alles ging dan met Ubbo ook op de Latijnsche school naar wensch. Alleen viel het hem soms moeilijk zich te schikken naar al de bevelen en verordeningen van den rector, die een zeer streng man was.

een zeer streng man was. Nu gebeurde het op een winter, dat toen het eerste ijs in het water kwam, de rector tot de leerlingen zeide, dat hij, zoodra het ijs sterk genoeg was, hun bij beurten een paar middagen •rij zou geven om schaatsen te rijden. Vóór dien tijd was dat hun echter strikt verboden, zoowel onder schooltijd als daarna. Want, zei de rector, door eer op het ijs te gaan, waagt gij roekeloos uw leven.

Of nu Ubbo daarvan niet overtuigd was, of dat het hem te lang duurde, bij de afwisselling van vorst en dooiweer, genoeg, hij begaf zich op het ijs, om het genot van het schaatsenrijden te hebben, en dat meermalen, zoodat hij zelfs eens een halven schooltijd er om verzuimde. Natuurlijk kwam het uit, en daar Ubbo al meer op de kerfstok had, werd hem door den rector, wiens geduld ten einde was, d school voor twee weken ontzegd. Na dien tijd werd hij in de tegenwoordigheid van den rector bij het bestuur geroepen. Een der heeren onderhield hem geducht over zijn ongehoorzaamheid en weerspannigheid, en wees hem op de kwade gevolgen, zoodat onze vriend de tranen in de oogen kreeg.

Toen nu daarna dezelfde heer hem vroeg, of hij dan ook niet had ingezien welk gevaar hem boven het hoofd hing, als hij zich op het brooze ijs waagde, antwoordde Ubbo leuk weg: „ Neen mijnheer, dat kon ik niet, want het gevaar was onder mij.”

Bij dit onverwachtte antwoord konden de heeren, hoe ernstig zij ook waren, niet nalaten in lachen uit te barsten. Aan het slot van de vergadering, kreeg Ubbo verlof de school weer te bezoeken, mits hij ernstig beterschap beloofde.

De gevatheid van zijn antwoord echter, had den heer die hem had toegesproken zoo vermaakt en getroffen, dat hij zich in stilte tot de moeder van Finckers begaf, en haar beloofde dat, als haar zoon zich voortaan op de school wèl gedroeg, hij voor zijn latere opleiding zou zorgen. Ik geloof, zeide hij, dat er in den jongen een knappe advocaat zit, en dat kan hij dan met Gods hulp worden.

Zloo is ook geschied. Ubbo Finckers werd later een der bekwaamste rechtsgeleerden van zijn tijd.

CORRESPONDENTIE.

Ter voorkoming van verwarring wordt men vriendelijk verzocht, bij het inzenden van vragen, te vermelden dat zij bestemd zijn voor Dt Heraut.

J. v. H. te H. Als ge bedenkt, dat een looier en een kipeter beiden met vel te doen hebben, zal de zaak u wel helderder zijn. Wat den tekst betreft, in Spr. 26 vindt ge twee uitspraken, die schijnbaar tegen elkaar strijden, doch niet als ge van beiden het slot leest. Een daarvan is de bedoelde.

Het stuk over de Perzische koningen zetten we in het volgend No. voort.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1908

De Heraut | 4 Pagina's